Originaliteit is dit volk vreemd, vandaar ook dat onze
televisiejournaals in vorm en presentatie gemodelleerd zijn naar die van
de BBC. Ook zo'n veteranendag is van elders komen overwaaien, want wie
heeft er behoefte aan, zeker nu - veel te laat en te traag - duidelijk
wordt dat "onze jongens" in "ons Indië" een allesbehalve glorieuze rol
hebben gespeeld en net zo min als "Befehl ist Befehl" doet "het werd ons
opgedragen" uiteindelijk opgeld. Natuurlijk stond de uit zijn uniform
gehesen Victor Baarn bij invoering van een veteranendefilé te trappelen
van ongeduld toen hem duidelijk werd weer een ietsiepietsie "millitèr te
können sain", maar inmiddels vertoeft hij alweer enige jaren in het
hiernamaals en was er alle reden om de rond zijn verjaardag begonnen
onzin te beëindigen. Begrijp me goed: ik heb niets tegen de krijgsmacht.
Zelfs niet tegen parades. Trooping the colour, waarmee de Britse
monarch haar verjaardag viert, verkies ik ver boven de uitdragerij op 30
april te onzent. Een verslag van de taptoe in Edinburgh, met al zijn
verschillende muziekensembles, laat ik me ook niet graag ontgaan.
Misschien is de muziek juist hetgene wat mij redelijk enthousiast maakt?
Dat moet er al vroeg ingeslopen zijn, want toen ik door de heren Arend Jan Heerma van Voss en Wim Noordhoek tijdens een uitzending van hun onvolprezen "Radiovereniging" gevraagd werd naar mijn oudste muzikale herinnering, antwoordde ik tot hun verbazing: de Amsterdamse Politiekapel, nee, nee, niet onder leiding van Johan Pinkse, maar de vooroorlogse kapel onder leiding van H. Reygersberg met de mars "Zou zou qui passent"*.
Dat moet er al vroeg ingeslopen zijn, want toen ik door de heren Arend Jan Heerma van Voss en Wim Noordhoek tijdens een uitzending van hun onvolprezen "Radiovereniging" gevraagd werd naar mijn oudste muzikale herinnering, antwoordde ik tot hun verbazing: de Amsterdamse Politiekapel, nee, nee, niet onder leiding van Johan Pinkse, maar de vooroorlogse kapel onder leiding van H. Reygersberg met de mars "Zou zou qui passent"*.
Een paar geleden was ik op Quatorze Juillet in Brest en hoopte ik op een optreden van mijn favoriete bagad, de Bagad de Lann-Bihoué maar helaas. Gelukkig waren er blijmakende, andere biniouklanken en na
afloop heb ik met een paar musici gesproken over de gespeelde muziek,
want er passeerde o.a. een Schotse naast een Bretoense medley.
Toch even terug naar mijn "militaire inslag". Minstens zo groot als de
verbazing van Heerma van Vos en Noordhoek over mijn keuze voor de
Amsterdamse politiemuziek, was vele jaren eerder bij vrienden en
bekenden mijn verkiezing tot beste soldaat van de compagnie bij de
Grenadiers van de lichting 59/1. Maar dat had alles te maken met
compagniescommandant kapitein A.J Ouwerling en peletonscommandant
luitenant Marie van Lopik, die totaal niet voldeden aan het cliché dat
ik van militair kader had. Zij bleken helaas een uitzondering, want
eenmaal op de School Reserve Officieren Infanterie kreeg ik te maken met
kapitein Oud ("schoenen worden gepoetst met Kiwi, met Kiwi worden
schoenen gepoetst, schoenen worden gepoetst met Kiwi")
en dat gaf binnen de kortste keren trammelant. Zeker nadat hij me een
keer op de weekkamer betrapte terwijl ik Gogol zet le lezen en me
toebeet dat in dat verblijf geen romannetjes werden gelezen, maar alleen
het handboek soldaat. Binnen een maand was ik afgekeurd.
*Zou zou qui passent is net als de andere kant van de 78-toerenplaat "Triumph" een mars van de Franse componist Francis Popy, zijn muziek is typerend voor de belle époque.
*Zou zou qui passent is net als de andere kant van de 78-toerenplaat "Triumph" een mars van de Franse componist Francis Popy, zijn muziek is typerend voor de belle époque.