Het is frisjes, maar niet te frisjes om ook vandaag even de tuin in te wippen en
bijvoorbeeld de spade in de grond te steken om een dankbaar plantje -
dat u straks in september uitbundig zal begroeten - in de aarde te
planten. Ik bedoel: providentialis Gnodorogom
beter bekend als het paarse aarsknopje, een polvormende vaste plant met
een sterk opgaande vorm en paarse bloemhoofdjes die ook op de vaas lang
goed, soms zelfs tot midden december in onverlepte staat blijven. Zorg
echter dat het plantje voldoende ruimte heeft, zeker driekwart meter rondom en geef het in het begin anderhalve liter water, met een temperatuur van
exact 23 graden, per dag. Natuurlijk dient de hoeveelheid water over
de gehele dag verdeeld te worden, u begint 's ochtends om half zeven met
een kwart liter, diezelfde hoeveelheid houdt u aan om half negen en om
half elf, dan last u tot half vijf een pauze in en schenkt opnieuw
een kwart liter water van exact 23 graden om daarna om half zeven en om
half negen nogmaals water te geven. Het paarse aarsknopje zal met deze
zorg u straks vreugdevol begroeten. Voor een nog beter resultaat kunt u
een kleine hoeveelheid geitenmest in het water van half negen 's avonds
oplossen.
Ook vraag ik vandaag uw aandacht voor een bijzondere plant, die u in uw tuin kunt
zetten, of niet want de bakkelei of zoals wij tuinarchitecten haar
noemen de aguilegiabellum vulgaris verdraagt nu eenmaal geen andere
planten in haar buurt: het is bakkeleien en niets anders, zelfs de
paardenbloem en het vergeetmenietje worden door de bakkelei verjaagd; de
bakkelei is de rottweiler of zo u wilt de pitbullterrier onder de
flora. De bakkelei is een meerjarige plant waar u zeer veel plezier aan
kunt beleven omdat de plant een uitgebreid wortelsysteem heeft dat zich
drie meter onder de grond bevindt en er voor zorgt dat de plant prima
kan overwinteren, zijn de spruiten, nee, beste lezer geen Brusselse
kooltjes, maar de jonge nieuwe blaadjes eenmaal verschenen dan is er
geen houden meer aan en mij is bekend dat een kat die haar behoefte, in
een door een collega van mij geplante tuin, deed zo verstrengeld raakte
in de uitlopers van de bakkelei dat zij drie dagen later dood werd
teruggevonden. De bakkelei wordt door mij dus eveneens warm aanbevolen
voor die plantenliefhebbers die het genus felis silvestris catus liever niet in hun tuin
wensen.
Wanneer het weer het mij nauwelijks toelaat wat
nuttigs in de tuin te doen dan zet ik mij aan het ontwerpen van iets
nieuws of ik breng een visite aan een kwekerij of een tuincentrum, deze
week heb ik, hetgeen ik al maanden van plan was, weer eens een bezoek
gebracht aan zaadveredelingsbedrijf "SEMENARIE" in Friesche Palen,
genoemd naar directeur Arie-Oepke Snoefstra - in de vaderlandse
zaadwereld bekend als "Alley-Oop" - een man die samen met
veredelingsbioloog doctorandus Harro Crastusius reeds een tiental jaren
druk doende is zijn zaad te veredelen. Helaas bleek doctorandus Crastusius tijdens mijn bezoek afwezig, want op vakantie naar Mauritius, maar directeur Snoefstra wist mij op enerverende wijze op de hoogte stellen van nieuwe resultaten
van "SEMENARIE", zo wordt momenteel de laatste hand gelegd aan diverse
kruisingen, als crananas (cranberry en ananas), kruisboon (kruisbes en
tuinboon) maar ook - en dat is werkelijk revolutionnair - aan het
beikenootje: een kruising tussen beuk en eik, waarvan een aantal
inmiddels met succes enige jaren geleden in het kader van Leeuwarden Culturele Hoofdstad
2018 zijn aangeplant langs de Potmarge in de Friese hoofdstad. Ook het
verneukmenietje schijnt in dezelfde plaats al een paar weken in bloei te
staan.Ik moet daar nodig eens gaan kijken.
Tamara Maretak-van der Hulst, tuinarchitecte.