3.12.24

Leve het toerisme

 
Uit het zakboekje “Toerisme in de Drents-Duitse Grensstreek”.
Wie van Barger Compascuum in de richting Fehndorf rijdt passeert het Altharener Moor, waar in 1768 Grimbardus Freiherr von Oinck , na ontginning van een deel van de daar aanwezige heidevelden, zijn buitenverblijf "Neu Rümpfelchen" liet bouwen, alhoewel inmiddels verworden tot een bouwval, is het een bezoek meer dan de moeite waard, vooral omdat daar op de inmiddels deels ingestorte muren het zeldzame Graufasanenkraut, met zijn zachtmauve bloemen, vanaf half september tot begin december in bloei staat.  In Fehndorf zijn nog  overblijfselen te vinden van de eens in deze streek zo veelvuldig aanwezige Zumpfen und Schmarchdampfgeräte, stoommachines, waarmee aan het eind van de 18e eeuw  Grimbardus’ nazaat  Flaterich II op mechanische  wijze berkenbomen kapte, die vervolgens naar het nabijgelegen dorp Haar werden getransporteerd om daar door ene Doktor Dralle verwerkt te worden tot haarwater. In  Fehnsdorf bevindt zich  tevens  het restaurant “Zum Märlein”, waar u behalve het speciale streekgerecht “Marschbodener Marotte” bereid met vers martervlees, kunt genieten van de door de herbergier voorgedragen kwatrijnen, geschreven door diens overgrootvader Florian Leuwagen, terwijl zijn vrouw Brunhilde hem gekleed in dirndl op het virginaal begeleid.