Uit het zakboekje “Toerisme in de Drents-Duitse Grensstreek”.
Wie van Barger Compascuum in de richting Fehndorf rijdt passeert het
Altharener Moor, waar in 1768 Grimbardus Freiherr von Oinck , na ontginning van
een deel van de daar aanwezige heidevelden, zijn buitenverblijf "Neu Rümpfelchen" liet
bouwen, alhoewel inmiddels verworden tot een bouwval, is het een bezoek meer dan de
moeite waard, vooral omdat daar op de inmiddels deels ingestorte muren het
zeldzame Graufasanenkraut, met
zijn zachtmauve bloemen, vanaf half september tot begin december in bloei staat. In Fehndorf zijn nog overblijfselen te vinden van de eens in
deze streek zo veelvuldig aanwezige Zumpfen und Schmarchdampfgeräte, stoommachines, waarmee
aan het eind van de 18e eeuw
Grimbardus’ nazaat
Flaterich II op mechanische wijze berkenbomen kapte, die vervolgens naar het nabijgelegen dorp Haar werden getransporteerd om daar door ene Doktor Dralle verwerkt te worden tot haarwater. In
Fehnsdorf bevindt zich
tevens het restaurant “Zum
Märlein”, waar u behalve het speciale streekgerecht “Marschbodener Marotte”
bereid met vers martervlees, kunt genieten van de door de herbergier voorgedragen kwatrijnen, geschreven door diens overgrootvader Florian Leuwagen, terwijl zijn vrouw Brunhilde hem gekleed in dirndl op het virginaal begeleid.