4.9.10

Auto's

Achter me reed een Mercedes, hij zat me zo dicht op de hielen, dat ik de afslag naar mijn logeeradres miste. Ik moest terug en stopte. De man van de Mercedes sprong uit zijn auto en rende naar de Panhard. Hij wilde weten wat het wonderlijke voeertuig was, waarin ik me voortbewoog: "Is het een Rus?" Ik schetste in het kort de geschiedenis van Panhard. Het overkwam me de afgelopen dagen in het noordwesten van Groningen regelmatig. In Zoutkamp, in Zuidhorn. Soms confronteerde ik mensen met hun jeugd: een buurman had in de jaren zestig een Panhard. Ik heb nog nooit zoveel enthousiasme beleefd rond een auto van me. De PL17 bleek bovendien buitengewoon geschikt voor de bochtige wegen, veel schakelen dat wel, maar wat wil je met een kleine luchtgekoelde tweecylinder. Veel gezien in drie dagen. Behalve het atelier van Pieter Knorr in Doezum, het Nationaal Rijtuigmueum in Leek, de Kruidentuin in het Friese Buitenpost. het Theemuseum in Houwerzijl. Op de parkeerplaats van laatstgenoemd museum stond donderdagmidag j.l. een Traction Avant Familiale, zo'n lange met drie strapontins achter de voorstoelen, zodat je er met zijn achten gemakkelijk in kon Zo'n Familiale was mijn mijn allereerste auto, ik kocht hem toen ik nog geen rijbewijs had.
Ik parkeer de Panhard en kijk naar het kenteken van de Familiale. PX-88-08. Verdomd, dat was meer dat veertig jaar geleden mijn auto, alleen is hij nu donkerblauw en is het aluminium NL-bord verdwenen. Ik ga op zoek naar de eigenaar, die met drie anderen aan een tafeltje in het bij het museum horende theehuis zit. Ik vraag of de auto nog steeds (heel bijzonder) twee carburateurs heeft, maar die zijn net als het nationaliteitsteken verdwenen. Maar het blijft een wonderlijke belevenis na veertig jaar mijn allereerste auto terug te zien.

Mijn Familiale rechts aan de zijkant van weg geparkeerd in de buurt van Rennes tijdens een bezoek aan een automuseum.

De Familiale nu, op het parkeerterrein van het Theemuseum.