27.7.12

Immerhin 12

Immerhin keek op de kaart van Friesland. Dat Metslawier was toch een verdomd klein plaatsje, eigenlijk veel te klein om  in 1929 een kledingzaak te hebben gehad, want dat had hij inmiddels wel opgestoken: mensen gingen, destijds net als nu, naar grotere plaatsen om kleren aan te schaffen. Hij kon natuurlijk zijn achterneef Sybrand Immerhin in Groningen te bellen, die keek naar elke detectiveserie die op de tv te zien was en hem te vragen naar Metslawier te rijden en onderzoek te doen naar het bestaan van kleedingmagazijn Okke Knol in 1929. In ieder geval bestond de zaak nu niet meer, dat had hij computerend al nagekeken. Hij besloot de telefoon te pakken, maar Sybrand bleek niet thuis.