14.7.12

Oldsmobile

 
Voor me ligt "Handboek voor Oldsmobile 1929", of het ooit in een dashbordkastje van zo'n auto heeft gelegen weet ik niet. Het ziet er nooit gebruikt uit en het het maakt deel uit van een grote berg autoliteratuur, die ik van de hand doe. Maar het wonderlijke is dat niemand geinteresseerd is. Niet in een originele "Spare Parts Catalogue" van een Triumph TR2 en TR3, noch in een Nederlandstalige  folder van de Lincoln "Zephyr" uit 1937. Vreemd, het eerste waarnaar ik op jacht ga, wanneer ik een nieuwe "oude" auto heb, is naar literatuur: folders en handboeken. De claxon van de Panhard werkte en paar maanden geleden niet en die is gecombineerd in een schakelaar met verlichting en clignoteurs, wat is het dan plezierig, voordat je de zaak uitelkaar haalt, eerst in een handboek te kunnen kijken. 

Het "Handboek voor Oldsmobile 1929" bevat allerlei tips, die inmiddels heel verouderd aandoen, zo lees ik in het hoofdstuk "Veeren": "De veeren moeten schoon en vrij van roest gehouden en van tijd tot tijd met vet ingesmeerd worden. Vocht en vuiligheid veroorzaken het piepen der veeren. Een goed smeermiddel voor dit doel is een mengsel van 50% paraffine en 50% motorolie. Smeer de veer van buiten heelemaal in en laat het mengsel er enige uren opzitten, waarna men het overtollige vet er afveegt. Om de veeren steeds goed gesmeerd te houden en tegen vocht en vuil te behhoeden kan men het beste veerhoessen aanbrengen."
Over achteruitrijden meldt het handboek het volgende: "Voordat men achteruit gaat ryden moet men den wagen volkomen tot stilstand brengen. Wanneer men zich niet strikt hieraan houdt zullen onvermijdelijk vroeger of later de overbrengingsorganen beschadigd worden. Als de wagen stilstaat met den versnellingshefboom in den neutralen stand, drukt met het koppelingspedaal in en brengt den hefboom naar links en naar voren. Vervolgens laat men het koppelingspedaal langzaam opkomen, terwijl men tegelijkertijd wat meer gas geeft. Wees voorzichtig. Er gebeuren meer ongelukken met achteruitrijden dan met vooruitrijden, omdat men niet zoo goed kan zien; in elk geval moet men zorgen dat men den wagen geheel in zijn macht heeft zoodat men oogenblikkelijk kan stoppen als zulks noodig is."