4.3.14

Rapport

Schoolboekje heette het, niet dat het mij toen iets zei, want ik noemde het - net als iedereen - rapport. Mijn eerste rapport kreeg ik in het derde kwartaal van 1942, voor schrijven had ik een 6-. Geen 6, geen 6 1/2, maar een 6-. Dat was zover ik me herinner zeer verdiend, want ik was een linkshandig jongetje en moest met mijn goede - mijn rechter -  handje schrijven en dat lukte niet echt. Schrijven leerde ik trouwens met een griffel op een lei. Aan de mevrouw die les gaf heb ik geen goede herinneringen, niet omdat ze een baardje had en dus Sikje genoemd werd, maar omdat ze geen competitie duldde. Ik kwam er al gauw achter dat ik de lachers op mijn hand had als ik een gek gezicht trok en ik was daar heel goed in. Juf vond dat niet geslaagd en doopte mij Clown en ik verloor in die klas voor altijd mijn echte naam, Wim. Gymnastiek deden we ergens in een ander gebouw en ik had klaarblijkelijk weer iets gedaan dat mevrouw niet aanstond en eindigde in één van de hoeken van het gymlokaal. Maar ik moest poepen en heel nodig. Ik stak mijn hand op. Mevrouw riep: "Jou zie ik niet, Clown!". Ik bracht een schamel: "Maar..." op, weer klonk bars: "Jou zie ik niet, Clown!". Ik deed het in mijn broek en zo heeft juf me naar huis laten gaan. Nee, praat me niet over juf Sikje. In 1947, ik woonde inmiddels in Leeuwarden, en zat in de vijfde klas. Ik kreeg een 4- voor tekenen, terwijl ik thuis niets liever deed. Op school had je voorbeelden: een geel vierkant met daarop een rode driehoek en in het gele vierkant een langwerpig zwart gat. In dat zwarte gat tekende ik een hond en er boven schreef ik Villa Blaflust. Dat was niet de bedoeling, het voorbeeld moest nauwkeurig worden gekopieërd. Nadat mijn moeder een woedend bezoek aan de onderwijzer bracht had ik twee rapporten later een 8-.