Pieter Kooistra en zijn vrouw Anna, de ouders van tante Bessie.
Mijn moeder overleed op negentigjarige leeftijd in 1993. De laatste jaren van haar leven sprak ze vaak over haar in 1906 naar de Verenigde Staten geëmigreerde oom Pieter en dat ze dolgraag wilde weten wat van zijn nazaten geworden was. Ik schreef verscheidene brieven naar instanties in de plaatsen, waarvan ik wist, dat hij vlak na de Tweede Wereldoorlog gewoond had. Maar ik kreeg geen antwoord.
In het jaar 2000 werd "Fryslân 2000" georganiseerd, een reünie van alle Friezen.
Ik begon opnieuw een speurtocht naar de nazaten van Oom Pieter, maar er bleken veel meer Kooistra's in Amerika te wonen, dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Mijn telefonische speurtocht begon in Minnesota, want in die staat had oom Pieter gewoond. Ik heb heel wat Amerikaanse Kooistra's aan de lijn gehad, maar niet een bleek familie, totdat ik op een zaterdagmiddag, inmiddels was ik telefonisch in de staat Georgia beland, iemand sprak, die op mijn vraag: "Are you related to Pieter Kooistra and Anna Terpstra?" antwoordde: "Oh yes, those were my grandparents. But who is asking?" "I'm the grandson of Pieters oldest brother Willem", was mijn antwoord. Dezelfde avond sprak ik met tante Bessie, dochter van oom Pieter en dus een volle nicht van mijn moeder. Kort daarop was ik in St.Paul-Minneapolis om haar negentigste verjaardag mee te vieren. Ik had een pakket familieonderzoek meegenomen, o.a een foto van tante Bessies grootouders: de hele familie zat er verbaasd naar te kijken. Mensen in Fries costuum en met een eigen taal. De band met "it heitelân" was jaren geleden doorgesneden. Toch wist tante Bessies dochter de namen van een paar gerechten die haar grootmoeder had klaargemaakt: "krintsjebrei" en "weake bôle", waaruit maar weer eens bleek, dat voedsel het langst in de herinnering beklijfd. Tante Bessie leek niet alleen uiterlijk op mijn moeder, ze had ook op hoge leeftijd een voorkeur voor felle kleuren in haar kleding, ze had een soort doortastendheid, die me aan haar elders op de wereld geboren en grootgebrachte nicht herinnerde. Toen ik het flatgebouw binnenliep, wist ik feilloos haar voordeur te vinden, het was sprekend de versierde deur van mijn moeder in de verzorgingingsflat in Drachten. Volgend jaar maart zou tante Bessie 100 geworden zijn. Het heeft niet zo mogen zijn. Ze overleed vorige week.