28.2.10

Canada 3

Nog één keer Canada: Canadian Brass, Oscar Peterson en Neil Young (foto)

1 op 43,5

Voor modelauto's geldt een aantal schalen, waarop ze gebouwd worden. De bekendste, 1 op 43,5 en 1 op 87, zijn ontleend aan de modelspoorwegbouw en heten daar spoor 0 en spoor H0. Maar wees ook daar niet verbaasd als bij nameting de verhoudingen niet helemaal correct blijken te zijn. Bovendien gooien de Britten roet in het eten, want alhoewel ze op 1/87 spoor rijden is hun spoorwegmaterieel 1/76. Hier staan drie verhoudingen achter elkaar: vooraan een Frans locomotiefje exact op schaal 1/87, daarachter een Engelse locomotief 1/76 en achteraan een Amerikaanse goederenwagen op schaal 0, maar omdat de fabriek zelf wist dat 1/43,5 niet klopte, noemde hij het schaal 027.

Konden de Dinky Toysauto's uitstekend dienst doen op een 0-spoorbaan, voor zo'n baan had je heel veel ruimte nodig en dus nam de populariteit van het kleinere spoor toe. Dinky kwam met een aantal Dublo Dinky's om die spoorbaan aan te kleden.

Wobbe

"Nadat Trostelewiesjedirekeur Oege Sloegema het boekje "Hoe fergriem ik andermans kyndus" uutlezen had, kwam er op ut briljante idee ut de daad bij ut woord te foegen en begon er un programma met de titel "Karaoke Kids" waar un klein jonkje fan un jaar of tien ut lied "Ik heb een toeter op mijn waterscooter en daarmee toeter ik naar elke vrouw" singe mocht. Sloegema was intens gelukkich, want kyndus fergrieme fyndt er moaiste wat 'n mins doen kan, mar ik fyn suks geestelukke pedofilie."

27.2.10

Van speelgoed tot miniatuurauto 2

Soms hadden modellen groteske vormen, want cabine en laadbak staan bij dit model in geen enkele verhouding. Dit vrachtwagentje, oorspronkelijk uitgerust met zes melkbussen werd gemaakt door de Amerikaanse firma Barclay, een firma die beter bekend was als producent van "loden" soldaatjes. Een echte vrachtwagen met zo'n COE (cab over engine) heette in de Verenigde Staten een cherrypicker. Barclay moet in de jaren zestig in Europa onbekend geweest zijn want Greilsamer en Azéma noemen het niet in hun "Catalogue Mondial des Modèles Réduits Automobiles".

Wobbe

"Salle we die u inne naam fan bisschop Hurkmans maar in een o ferandere?"

Verhuizen

De heer Ozenfant heeft een woon- en een slaapverblijf. Gister besloot de heer Ozenfant geheel zelfstandig enige veranderingen aan te brengen en sleepte hij zijn bed uit de keuken naar de gang, een en ander kostte ruim een kwartier want a. het bed moest door een deuropening, b. soms probeerde de heer Ozenfant zijn bed te verplaatsen, terwijl hij er in stond. Maar uiteindelijk begaf hij zich tevreden te ruste.

Canada 2

Zullen we met het eind van Vancouver in zicht nog even een paar Canadese popidolen op een rij zetten: Paul Anka ( Ottawa), Guess Who (Winnipeg), Steppenwolf (Toronto), The Stampeders (Calgary), Bruce Cockburn -foto- (Ottawa) en natuurlijk 4/5 van The Band begonnen als The Hawks, begeleiders van Ronnie Hawkins (Toronto). In het filmpje over The Band wordt de groep abusievelijk aangeduid als de eerste Amerikaanse band, die op de cover van "Time" verscheen.

26.2.10

Van speelgoed tot miniatuurauto

Het waren duidelijk automodellen, maar waarvan precies, werd in het midden gelaten. Dit is een kraanwagen gemaakt door de Amerikaanse fabrikant Hubley. Ik heb de datum van productie in de "Catalogue Mondial des Modèles Réduits Automobiles" van Jacques Greilsamer en Bertrand Azéma uit 1967 niet kunnen achterhalen. Het is duidelijk een stukje speelgoed en er kan weinig aan kapot, maar toch is het al iets meer dan een nondescripte personenwagen, want er kan een andere auto mee worden weggesleept.

Het volgende model is een Dinky Toys, een Bedford kiepwagen, waarvan de bak met een handle aan de zijkant omhoog en omlaag kon worden gedraaid. Hij was van 1948 tot 1963 in productie en kon tegen een stootje, het enige fragieler deel was de klep van de laadbak.

De De Soto "Diplomat" 1959 werd door Dinky Toys France gemaakt van 1960 tot 1964. De Soto, een Chryslerproduct verdween in 1961 van het toneel, het merk was speciaal voor de export bedoeld, de basis van de "Diplomat" 1959 was een Plymouth. Deze Dinky heeft ramen, een stap verder en ook deuren, motorkap en kofferdeksel kunnen open en de kans op mankementen neemt enorm toe.

Van kinderspeelgoed naar een miniatuurauto, die absoluut niet bedoeld is om er mee over de vloer te schuiven. Het is een twaalfcylinder Voisin uit 1930 gemaakt door de Franse firma CCC, door de motorkap voorzichtig te verwijderen wordt zelfs de prachtig gedetailleerde motor zichtbaar.

Hoofddoekjes

Stel dat Wilders' zijn antihoofddoekjescampagne in mijn jonge jaren begonnen was, toen veel autochtone vrouwen buitenshuis een hoofddoek droegen en die absoluut niet afdeden als ze een openbaar gebouw betraden, iedereen zou Wilders terecht voor gek hebben verklaard. Op verschillende foto's draagt mijn moeder een hoofdoek, hieronder een voorbeeld.

Mijn moeder droeg zo'n hoofddoek niet vanwege een of andere religieuze regel, anderen zoals de nonnen in het Bonifaciushospitaal, waar ik vanwege een blindedarmoperatie werd opgenomen deden dat wel. Mij gaat het om de grote verwarring, die zijn verbod te weeg zou brengen. Het lijkt mij een goed idee dat autochtone vrouwen, net als vroeger, weer hoofddoekjes gaan dragen, om te beginnen in Den Haag en Almere op 3 maart a.s.

Gordon Lightfoot

Zijn naam heeft in ons land nooit die bekendheid gekregen als die van zijn collega's Leonard Cohen en Joni Mitchell, toch ken ik weinig indrukwekkender liederen als "The Wreck of the Edmund Fitzgerald", maar misschien komt dat omdat ik waarheidsgetrouwe ballades hoog in het vaan heb. Gordon Lightfoot geboren in Orilia (Ontario) in 1938 beschrijft in het lied de de ondergang van, wat in het bouwjaar (1958) het grootste schip was op de grote meren tussen Canada en de Verenigde Staten. Op 10 november 1975 gaat de "Fitzgerald" met 26.000 ton ijzererts van Superior in Wisconsin onderweg naar Detroit, op het pad van het schip ligt een verschrikkelijke storm met windsnelheden van honderd kilometer per uur en golven van viereneenhalve meter hoog. Kapitein Ernest McSorley probeert in iets rustiger vaarwater onder de Canadese kust te komen, het radarsysteem aan boord faalt, bovendien valt een vuurtoren en een radiobaken op de kust uit. Om tien over zeven komt de laatste boodschap van het schip:" We're holding our own". Een ander schip, de "Arthur M. Anderson" ziet de "Edmund Fitzgerald" om vijf voor half acht van haar radar verdwijnen. Het schip met haar bemanning van 29 koppen zinkt naar de bodem van het Bovenmeer. Gordon Lightfoots tekst van "The Wreck of the Emund Fitzgerald" vindt U hier.

25.2.10

Stan Rogers

Natuurlijk weet ik, dat ik door zoveel aandacht te besteden aan de Québécois en hun podorythmie, het beeld van de Canadese muziek enigszins vervalst heb. Van sommige muzikanten realiseert de goegemeente zich trouwens niet eens, omdat ze volledig zijn geintegreerd in de Amerikaanse pop-, jazz- en countrymuziek, dat zij van origine Canadeze zijn. Voorbeelden te over, ik noem er van elke categorie maar één: Neil Young, Oscar Peterson, Hank Snow. De lezer van dit blog moet zelf maar op zoek naar hun muziek. Wie ik wel nadrukkelijk naar voren wil halen is Stan Rogers (29 november 1949 – 2 juni 2 1983), een zanger/liedjesschrijver uit Hamilton, Ontario, die in zijn jeugd veelvuldig op vacantie ging bij familie in Nova Scotia en juist die vacanties hebben een onuitwisbare indruk op zijn muziek achtergelaten, de zee is ook overduidelijk aanwezig in "Barrett's Privateers". Rogers kwam om bij een vliegtuigongeluk samen met 22 andere passagiers van een Air Canadavlucht van Dallas naar Toronto, nadat het vliegtuig een noodlanding gemaakt had in Cincinnati.



24.2.10

Dansmuziek uit Cape Breton

De laatste doedelzak zag ik op zaterdagaochtend voor de kerk in in Kirkwall, hoofdstad van de Orkneys. Er vond een huwelijk plaats en dat werd opgeluisterd door een piper. De volgende ochtend was ik in Lerwick en reed via Yell naar Unst, het noordelijkste eiland van Shetland en alhoewel net als de Orkneys deel van Schotland, was er geen doedelzak in zicht. Hier maken violen de dienst uit, meestal begeleid door een - laat ik het woord toch maar gebruiken - "swingende" piano. Datzelfde fenomeen doet zich voor in noordoostelijk Canada, de muziek van Cape Breton (meestal uitgesproken als Cape Britain) ook hier lijkt het alsof viool en piano de dienst uitmaken. De muziek van Cape Breton is van origine Schots, meegekomen met immigranten aan het eind van de 17e, begin 18e eeuw en omdat het een afgelegen gebied is, goed geconserveerd, zelfs zo goed en vrij van Engelse invloeden, dat veel Schotse musici er naar toe reizen om onderzoek te verrichten naar strathspeys, reels en jigs, die in Cape Breton vaak als medleys worden gespeeld.

Wobbe

"Zwenk Kramer?"

23.2.10

WSM

Als kind in Drachten vond ik ze niet locomotief genoeg, de "stoofjes" van de NTM, die van noord naar zuid en omgekeerd door het dorp reden, door fantasievol naamgegeven straten als Noorder- en Zuiderbuurt, Ze hebben het tot kort na de oorlog volgehouden, toen werd net als elders in het land de tramlijn verbust. Den Haag had vijf stoomtramlijnen, die al eerder ten onder waren gegaan. Een ervan was de WSM-lijn naar Loosduinen en verder het Westland in. De lijn begon vanaf de Lijnbaankant van het Westeinde en volgde vanaf 24 juni 1882 vrijwel kaarsrecht de weg naar Loosduinen. Oorspronkelijke plannen om via de Prinsegracht naar de Grote Markt te rijden zijn nooit gerealiseerd. De Westlandsche Stoomtramweg-Maatschappij begon met 5 Winterthurlocomotieven, in 1889 aangevuld met twee identieke locs, overgenomen van de lijn Amsterdam - Sloterdijk, daarna kwam een een Backer & Ruebloc, maar in 1900 verscheen de eerste Hohenzollernlocomotief, een veel grotere en zwaardere machine. De locomotief in de video is nummer 16, van de serie 15 t/m 20, na een selectieproef in 1911, waarbij 10 merken betrokken waren, gekozen. Loc 16 heeft nog tot in de jaren vijftig in het Westland gereden, overigens niet in passagiersdienst, want die was op 5 april 1943 definitief opgeheven. De tram van Den Haag naar Loosduinen was op 1 oktober 1932 al opgedoekt.

Teloorwegen

Op 14 november 2008 schreef ik onderstaande regels op dit blog:
"Het moest natuurlijk weer eens allemaal anders: de hogesnelheidslijn ging Hispeed heten, de fabriek die de Thalys gebouwd had, was niet goed genoeg, nee, de spoorwegknuppels, die meer verstand hebben van het openen van lounges voor eerste klaspassagiers, bestelden de nieuwe snelle treinen bij Ansaldo Breda, een firma, die steevast niet te laat, maar veel te laat aflevert, zo wachtte Oslo anderhalf jaar op trams van het Italiaanse bedrijf, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog, als Societa Anonima Giovanni Ansaldo een jachtvliegtuig bouwde dat te laat (!) klaar was om strijd te leveren en zich tot 1931 bezighield met automobielbouw."
Vorige week donderdag hebben de Nederlandse Teloorwegen, volgens president-directeur Bert Meerstadt, een claim van 60 miljoen euro neergelegd bij de Italiaanse treinenbouwer Ansaldo Breda wegens te late aflevering van de treinstellen door het bedrijf.
Waarom weet zo'n Meerstadt niet, wat iedereen in spoorwegland al jaren wist: Ansaldo Breda: troppo tardi, troppo tardi.

Kerst

De laatste weken moet ik, wanneer ik de heer Ozenfant op zijn avondwandeling begeleid,voortdurend denken aan een verhaal in Heinrich Bölls satirische verhalenbundel "Doktor Murkes gesammeltes Schweigen". Het verhaal handelt over een oude dame die maar niet genoeg kan krijgen van het kersfeest, zodat haar familie tot ver in het nieuwe jaar rond de kerstboom zit geschaard, tenslotte krijgt de familie daar schoon genoeg van en huurt toneelspelers voor hun rol in, uiteindelijk zit de oude dame alleen nog met een geestelijke en de toneelspelers kerstfeest te vieren. In veel straten in Bussum krijgt een aantal bewoners ook maar geen genoeg van kerstmis, in struikgewas en boompjes hebben ze half december lichtslierten opgehangen, die ze elke avond, we zijn nu eind februari, nog steeds aansteken.

ᐅᖅᓱᖅᑑᖅ

Janet Aglukkaq en Kathy Keknek oefenen voor de Arctische Spelen 2008. Of ze toen iets gewonnen hebben, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ze een bijzondere sport bedrijven: keelzang, iets dat deel uitmaakt van een traditie onder innuitvrouwen: vlak tegenover elkaar staan en net zolang zingen tot de degene, die tegenover je staat, in de lach schiet en jij hebt gewonnen. Dat gebeurt Janet en Kathy hier niet, want ze oefenen. Ze wonen in Gjoa Haven (afgeleid van Gjøahavn, een naam die bedacht is door Roald Amundsen), in Janets en Kathy's taal, het Inuktitut heet de plaats ᐅᖅᓱᖅᑑᖅ of in ons alfabet Uqsuqtuuq, dat "heel veel vet" betekent. Uqsuqtuuq ligt in het district Kitikmeot, 1056 km noordoostelijk van Yellow Knive, Northwest Territories, Canada.

22.2.10

Nagekomen Nash


Vorig jaar publiceerde ik op dit blog (gemakkelijk op te zoeken in het archief door rechtsbovenin Nash in te tikken), aan de hand van mijn modellen, de geschiedenis van de Amerikaanse autofabriek Nash. Ik miste op dat moment de achtcylinder "Ambassador" uit 1940, het duurste model dat de fabriek produceerde. Na lang zoeken heb ik de hand op dit miniatuur kunnen leggen.Justify Full

Podorythmie

Meer ritmisch voetgetrappel uit Quebec, eerst vier violisten, onder wie de linkshandige Yvon Mimeault (foto), in het dagelijks leven oorspronkelijk electricien en daarna verwarmingsmonteur, spelen "La Ronfleuse Gobeil". Woordloos ritmisch zingen noemen ze in het hoge noorden van het Verenigd Koninkrijk "lilting", in Canada kennen ze het ook: het trio "De Temps Antan" met "Le Rateau-Culteur". Een duo: de broers Fred en Nicholas Pellerin met "Le Chêne". Opnieuw Nicholas Pellerin maar nu behalve met massale podorithmie, met Michel Faubert, Jean-Paul Guimond en Michel Bordeleau. Tot slot "Les Tireux d'Roches".

Fries

Journalist Aart Brouwer schreef onderstaande regels in het jongste nummer van De Groene Amsterdammer:
"Vandaag is de rol van wereldwijde voertaal voorbehouden aan het Engels en morgen wellicht aan het Chinees. Het Nederlands komt er hoe dan ook niet aan te pas. Dat geldt ook voor onze minderheidstalen zoals Tamazight, Maleisisch en Turks die in het buitenland veel meer worden gesproken dan hier. Het Fries hoort daar niet bij, zoals Ronald Plasterk ooit in een tv-column constateerde: het is geen taal maar een grappig dialect dat fonetisch wordt geschreven zodat vijftigers met een ringbaardje er subsidie voor kunnen aanvragen."
Nu ga ik niet in op een germanisme als "Maleisisch", waar ik wel over struikel is het feit, dat zowel Brouwer als Plasterk Fries neerzetten "als een grappig dialect dat fonetisch wordt geschreven", wie ooit de moeite heeft gedaan Fries niet alleen te leren spreken, maar ook te schrijven, weet dat het verre van fonetisch wordt genoteerd. Wat me echter het meest dwars zit, is het woord "ringbaardje", wat hebben uiterlijke kwalificaties met het Fries van doen, als ik Brouwer en Plasterk neerzet als Hollanders met aambeien, verheldert dat de discussie?

21.2.10

Haagse bus


Na dertien jaar zonder, gingen we in 1953 weer wonen in een stad met electrische trams. Maar in de buitenwijk, waar wij terechtkwamen reden alleen twee buslijnen, op de Melis Stokelaan was het eindpunt van bus R en op de Maarstensdijklaan dat van bus E. Alle buslijnen in De Haag hadden destijds letters, de tramlijnen cijfers, dat veranderde voor de bussen in 1955, eerst door naast elkaar letter en cijfer te tonen, een jaar later werd het definitief een cijfer. R werd 27 en E 20. (Voor de volledigheid B werd 18, D 19, E 20, G 21, K 22, M 24, N 25, P26, R 27, T 29, W 30, Y 31, H 34, U 35, Z 37 en S 38) Bovenstaande bus kwam in 1952 in dienst en toont dus nog een letter: B, hij reed van de Turfmarkt naar de Alb. Thijmstraat. De Kromhout/Verheulbus, eentje van een serie van twintig, had een zescylinderdieselmotor en bood plaats aan 31 zittende passagiers en 51 staande passagiers.

Wobbe

"Su dat nou altsheimer weze as soan fent seit: dit was het slechtste kabbenet oait?"

Canada

Gisteravond mijn Canadese CD's (voor mijn geheel eigen winterspelen) te voorschijn gehaald en natuurlijk meteen op de muziek van "La Bottine Souriante" gestuit: feestklanken in optima forma uit Quebec. Eén van hun CD's heet "Rock and Reel" en dat is de juiste omschrijving van hun muziek.

20.2.10

Wobbe

"Ik fyn dat Balkenende syn naam mut ferandere, allenich bin ik dur noch niet uut: Stroffelaar of Knoffelaar."

19.2.10

Niet klassiek genoeg

Deze heren zult u niet horen op Radio 4, want zij zijn niet - zei ik het niet - niet klassiek genoeg, en dus hebben we de dames Van Trigt (voornamelijk bekend van de sporrut) en Van Weegen (voornamelijk bekend van het koonklukuis), die vanwege verworven televisienaamsbekendheid door anderen bijeengesprokkelde muziek mogen presenteren. Ze zitten er niet om de luisteraars kennis te laten maken met klanken, die ze nog nooit gehoord hebben, nee, Trigt en Weegen zitten daar om de luistercijfers omhoog te jagen en dus honderdkeer liever een deeltje van een veel gehoord Mozartconcertje, dan Les Charbonniers d'Enfer die traditionele muziek uit Québec, compleet met podorythmie (ritmisch voetgetrappel), laten horen. Achtereenvolgens: "C'est dans notre paroisse" en "Au diable les avocats".

Portatief

Een klein, draagbaar pijporgeltje of portatief, in zwang vanaf de twaalfde tot de zeventiende eeuw, hier gespeeld door Catalina Vicens. De balg wordt met de linkerhand bediend, de rechterhand bespeelt de toetsen. David Kuckhermann is de percussionist.

Mevrouw Reed

Het schilderij, zo staat er in de catalogus van veilinghuis Skinner in Boston, is niet gesigneerd. Olie op doek, rond 1835 en is vermoedelijk een portret van een mevrouw Reed. Ik kijk en ogenblikkelijk komt Amadeo Modigliani in gedachte, want aan deze Italiaanse schilder, die leefde van 1884 tot 1920, doet dit werk mij denken.

1202

PCC-car 1202 later ingezet op de HTM-lijn naar Delft en daar zelfs een keer ontspoord, hier op het fabrieksterrein van constructeur La Brugeoise et Nivelles (BN) in Brugge, uitgerust met een trolleystang als stroomafnemer in plaats van een pantograaf.

Afghanistan



(uit Handboek van de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club 1936)

18.2.10

Sarrusofoon


Alhoewel het instrument, door Paul Dukas in "L'Apprenti Sorcier" is voorgeschreven, wordt de partij tegenwoordig uitgevoerd op fagot. Net als Sousa niet de bouwer is van de sousafoon, is Sarrus niet de bouwer van de sarrusosfoon, wel was Pierre Auguste Sarrus de orkestleider die Pierre Auguste Gautrot in 1856 verzocht een instrument te ontwerpen, dat anders dan de fagot kon worden meegedragen in een marcherend harmonieorkest.

Gautrot bouwde, net als Sax, een hele familie sarrusofoons van sopraan tot bas, alleen is zijn instrument anders dan dat van Sax in de vergetelheid geraakt. Een heel enkele keer wordt het curiositeitshalve uit de kast gehaald, zoals in deze opname van de "Devil Mountain Jazz Band", waarin klarinettist Pete Main in King Olivers "Snake Rag" twee keer een solo op sarrusofoon blaast, alhoewel ik me niet kan voorstellen dat het instrument alleen maar in staat was dit wonderlijke geknor voort te brengen.

Wobbe

"Ik begryp dur gin soademyter fan. Waarom suden de affiesjes foor de gemeenteraadsferkiezingen niet in freemde talen magge? Ower fier jaar binne ze soawiesoa allegare in ut Engels."

Mercury

Twee weken geleden kreeg ik deze foto uit de Verenigde Staten, samen met een aantal foto's van Amerikaanse auto's uit het eind van de jaren vijftig. Maar dit plaatje van een Mercury (Fordproduct) sloeg alles: ultieme viezigheid op wielen. Alsof de kofferbak nog niet groot genoeg, heeft men in een zogenaamde "Continentalkit" het reservewiel rechtop in een soort absurde verlenging van de auto geplaatst. Rijdend grootvuil.

Vrouwenkiesrecht


Wanneer je me eergister had gevraagd waar vrouwen in de Verenigde Staten eerder kiesrecht hadden, in New York of in Wyoming, dan zou ik zonder aarzeling New York hebben geantwoord. Maar bladerend in de catalogus "American Furniture & Decorative Arts" (March 7, 2010) van het Bostonse veilinghuis Skinner stuitte ik op bovenstaand affiche, waaruit het tegengestelde blijkt, want het is een oproep voor vrouwenkiesrecht in New York uit het eind van de 19e eeuw. Wyoming, Colorado, Utah en Idaho gingen voor. Wyoming al in 1869. New York zou pas in 1917 volgen. Nederlandse vrouwen kregen in 1919 kiesrecht, de totale Verenigde Staten een jaar later.

17.2.10

Bourrée

Robert Barto speelt op barokluit bourree in d klein van Weiss
Bourrées kennen we van Bach, Weiss, Händel, Mozart, Chabrier, Telemann, om maar een paar componisten te noemen. Oorspronkelijk is de bourrée een Franse dans en hij wordt in Auvergne nog steeds gedanst.


Miniatuurauto's 2

Ik vind een Morris "Minor" best een leuk autootje en heb de "Traveler"-versie zelfs enige tijd gereden, maar een klassieker en een oldtimer is het natuurlijk niet, klaarblijkelijk heeft de goegemeente anders beslist en zijn de modellenfabrikanten in gestrekte draf achter dat oordeel aangerend. De tijd dat er miniaturen van echt oude auto's in de vitrines van speelgoedzaken stonden is voorbij. We moeten terug naar de jaren zestig, in Frankrijk maakten Minialuxe, Rami, op de voet gevolgd door Safir interessante miniatuurauto's, in Italië waren het Politoys, Dugu, Rio, later ook Brumm en in Duitsland produceerde Ziss modellen in de stijl van Rami.

Safir: Gregoire Triple Berline de Voyage 1910

Politoys: Alfa
Dugu: Itala 1912
Rio:Bianchi landaulet
Brumm: Bedelia 1913
Ziss: Adler Limousine 1905


Klassiek 2

Nu ik het toch over het jargon van de bezitters van oudere auto's begonnen ben: oldtimer. Proef het woord en stel je er iets bij voor. Toch geen BMW uit 1984, zoals vandaag te koop staat op Marktplaats. Want dat is het wonderlijke: wordt het woord klassiek gepropageerd door de Koninklijke Nederlandse Automobiel Club (die vorig jaar de replica van een niet-bestaande auto op zijn ledenkaart wist te zetten), het woord oldtimer duikt elders op. Maar ik ben er met de automobilistische taalvervuiling nog niet: geen Engelstalige zal het woord youngtimer in zijn mond nemen, maar de Germaantjes aan deze kant van de Noordzee ik bedoel de Nederlanders en de Duitsers, altijd vooraan om de Engelse taal te misbruiken of te vernielen, hebben het bedacht om een auto van pak weg vijf jaar oud te omschrijven.

16.2.10

Mardi Gras



Foto's van Mardi Gras in New Orleans begeleidt door Professor Longhair

Klassiek

Vandaag met de trein naar Arnhem, de idiote trappensituatie in het station is nog steeds niet opgelost, en de gelegenheid te baat genomen om over het woord "klassiek" na te denken. Want wat is het toch wonderlijk, dat mensen hun oude auto van dat predikaat voorzien. Je hebt het als je het over een oude vrouw hebt ook ook niet over een klassieke vrouw. Het lijkt er verdraaid veel op dat het woord misbruikt wordt om een auto op te waarderen. Ter hoogte van Ede-Wageningen besloot ik dat de enige plaats waarvoor het woord echt past plumpudding is: een klassieke plumpudding. Daar kan ik vrede mee hebben.

Branle 2

Stel dat we de branle uit Bresse laten bewerken tot een vierdelig werk voor strijkkwartet en voorzien van de handtekening van de (niet-bestaande) Italiaanse barokcomponist Bernardo Chammerini, ik wed dat sommigen hun gezicht al in de Concertgebouwkleinezaalplooi trekken en zich in de richting van de Van Baerlestraat reppen, terwijl ze hun neus optrekken voor een draailier. Want zo gaat dat, voor die mensen is muziek net oranjemarmelade, als die niet van Chivers is, dan deugt de marmelade niet. Ik heb dat nooit zo goed begrepen, ik bedoel de scheiding tussen "klassiek" en andere muziek, zoals bijvoorbeeld volksmuziek, want veel zogenaamde klassieke muziek is ontleend aan volksmuziek, een niet gering aantal befaamde componisten lustte er terecht wel pap van en gebruikte hem ook in hun werk. Bovendien is de term klassiek in muziekverband vaak een onzinterm, want je kunt twintigste-eeuwse-muziek toch moeilijk van dat predikaat voorzien. Maar het gebeurt veelvuldig, net zoals in het oude-auto-wereldje, waar een (wan)product als de American Motors "Pacer" rustig een klassieker genoemd wordt.

15.2.10

Branle

De branle is een oude Franse dans, hier is er eentje uit Bresse gespeeld op draailier (hurdy-gurdy, vielle à roue). De draailier is een uit de Middeleeuwen daterende mechanische viool, de snaren gaan klinken door het draaien van een wiel en worden gestopt door een toetsenbord, vaak zitten er ook nog een of meer sympatische snaren op het instrument. Je zou je kunnen afvragen waarom ik branles gespeeld door Yepes en een draailierspeler op dit blog heb gezet. Ik heb daar een simpel antwoord op. Omdat het uiteindelijk om de muziek gaat en ik niet van anachronistische verkleedpartijen houd, wanneer ik iemand in een fluwelen wambuis accordeon zie spelen, dan word ik onpasselijk, begrijp me goed, zo'n accordeonist mag best een branle spelen, maar trek er dan geen middeleeuws costuum bij aan, want dat botst: accordeons bestonden destijds niet.

Wobbe

"Ik sien dat ons prumjee de ruzzie fanne staatssaken weer strak inne klau het en dat de oranjetjes ernstich troffen binne deur de krisis."

14.2.10

Yepes

Narciso Yepes, ontevreden over de zessnarige gitaar, liet door José Ramirez een tiensnarig instrument bouwen, dat hij vanaf 1964 voor al zijn concerten gebruikte. In de jaren tachtig vormde hij een trio met zijn zoon Igancio (fluit en blokfluit) en dochter Ana (dans). Gedwongen door een slechte gezondheid gaf hij zijn laatste concert in 1996. Hij overleed in 1997. Yepes speelt hier "Passemezzo en Branle" van Adrien Le Roy.


Miniatuurauto's

Merkwaardig en in feite een merk onwaardig dat tegenwoordig automobielfabrieken de makers van miniatuurauto's een rekening presenteren. De maker van een Chevroletmodelletje, zelfs al is het van een Corvette uit 1961, moet General Motors rechten betalen. Dat was lang geleden anders, autofabrikanten zagen die miniatuuractiviteiten met graagte, want het was per slot van rekening gratis reclame. Een man die gevoel voor reclame voor ziin producten tot in de toppen van zijn vingers had als André Citroën begreep, dat jong gespeeld wellicht later gereden betekende en verscheen in de jaren twintig van de vorige eeuw zelf met een aantal uitstekende schaalmodellen van zijn auto's. Maar het zou tot de jaren dertig duren voordat het verzamelen van automodellen een grote vlucht nam, natuurlijk kwam dat door Dinky Toys, zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Frankrijk actief, en net zoals een pijnstiller een aspirientje heette, heette een automodelletje binnen de kortst mogelijke keren een Dinkytoy. Maar er waren meer fabrieken, die zich op de miniautomarkt storten: in Frankrijk Solido, in Duitsland Märklin en in de Verenigde Staten Tootsie Toys. In het begin waren de autootjes niet gemaakt naar grote voorbeelden, Dinky Toys maakte in 1934 bijvoorbeeld een "Sports Tourer" en een "Saloon", zonder dat er een precies merkplaatje aanhing. Dat veranderde spoedig.

Austin Taxi
Klaarblijkelijk wilden jeugdige kopers een miniatuur van een groot voorbeeld en dus verschenen naast een Austin taxi, een Rolls-Royce en een Daimler ook een zestal Amerikaanse auto's. Het waren wel allemaal eigentijdse auto's.

De in 1939 verschenen reeks Amerikaanse auto's, v.l.n.r. Studebaker, Oldsmobile, Buick, Lincoln, Chrysler en Packard.
Het zou nog jaren duren voordat er door miniatuurmakers in de automobielgeschiedenis zou worden gedoken. Voor zover ik heb kunnen nagaan gebeurde dat het eerst in Frankrijk, eerst door Rami, op de voet gevolgd door Minialuxe, dat zelfs een speciale reeks begon onder de naam Les Tacots. Dinky Toys waren in de eerste plaats bedoeld als speelgoed, maar de modelletjes van Rami en Minialuxe waren heel duidelijk voor verzamelaars, al viel er zeker het nodige op aan te merken: ze waren nogal grof en de kleuren deugden ook niet. Maar het was wel het begin van een hele industrie: modellen voor verzamelaars. Bovendien viel aan de onjuiste kleurstelling best wat te doen en ik heb in de loop der jaren heel wat Rami's omgeschilderd, al wordt dat door automodellenverzamelaars als een ernstige zonde gezien, maar ik verzamel dan ook geen automodellen, maar miniatuurauto's.

Omgeschilderde Rami Delaunay-Belleville

13.2.10

Piffero

Hoe zou je de piffero het best kunnen omschrijven? Het woord zelf betekent fluit in het Italiaans, maar het instrument is een volkshobo. Hier horen zien we er twee, samen met een accordeon en en gitaar. Een andere combinatie: een piffero, een fagot, een doedelzak en een accordeon.

Fusie

Bussum, het goyse dorp met geiwe, verzet zich tegen fusieplannen met Naarden, Muiden en Weesp en dus ontvang ik in mijn brievenbus van gemeentewege een folder met de vraag een petitie, met het doel die fusie te verijdelen, te ondertekenen. Nu zou ik me af kunnen vragen of mijn gemeentelijk belastinggeld niet beter gebruikt kan kunnen worden dan voor het drukken van een driekleurenkaart, maar ik ga dat niet doen. Ik heb niets tegen zo'n fusie: als West- en Oostdongeradeel met Dokkum kunnen samengaan, zie ik niet in waarom ik me tegen een samengaan van Bussum, Naarden, Muiden en Weesp moet verzetten. Inmiddels word ik aldus opgeroepen: "Laat zien en horen dat u deze fusie niet wilt! En houd 3 maart vrij voor een spetterende date!" Date? Net nu het Nederlands in de grondwet verankerd gaat worden? Ik heb waarachtig wel iets beters te doen.