Stel dat we de branle uit Bresse laten bewerken tot een vierdelig werk voor strijkkwartet en voorzien van de handtekening van de (niet-bestaande) Italiaanse barokcomponist Bernardo Chammerini, ik wed dat sommigen hun gezicht al in de Concertgebouwkleinezaalplooi trekken en zich in de richting van de Van Baerlestraat reppen, terwijl ze hun neus optrekken voor een draailier. Want zo gaat dat, voor die mensen is muziek net oranjemarmelade, als die niet van Chivers is, dan deugt de marmelade niet. Ik heb dat nooit zo goed begrepen, ik bedoel de scheiding tussen "klassiek" en andere muziek, zoals bijvoorbeeld volksmuziek, want veel zogenaamde klassieke muziek is ontleend aan volksmuziek, een niet gering aantal befaamde componisten lustte er terecht wel pap van en gebruikte hem ook in hun werk. Bovendien is de term klassiek in muziekverband vaak een onzinterm, want je kunt twintigste-eeuwse-muziek toch moeilijk van dat predikaat voorzien. Maar het gebeurt veelvuldig, net zoals in het oude-auto-wereldje, waar een (wan)product als de American Motors "Pacer" rustig een klassieker genoemd wordt.