31.10.13

Judéo-Arabe 9

Emil Zrihan, bekend onder de naam "de Marokkaanse nachtegaal", werd geboren in Rabat, maar emigreerde op negenjarige leeftijd met vader en moeder naar Israël. Vanaf zijn dertiende is hij professioneel zanger en hij is tegenwoordig voorzanger in een synagoge in Ashkelon. Toch is hij de muziek van zijn geboorteland niet vergeten, hetgeen blijkt uit deze opname van "Ana dine dine allah" en "Ya moulati ya lalla". Hoe Spaans de judéo-arabische muziek kan klinken hoort u in deze opname van "Mahani Zin".

Elman

Ik ken twee musici met de achternaam Elman: Ziggy en Mischa. Ziggy - eigenlijk Harry Aaron Finkelman (1914 - 1968) was trompettist in de Benny Goodman Band, begon als klezmermuzikant, al was het woord klezmer destijds nog niet in gebruik, men noemde het frailachmuziek. Ook trompettist Red Rodney (1927 - 1994) - echte naam Robert Roland Sutnick - gebruikte die term toen ik hem jaren geleden interviewde. Ziggy's meest beroemde solo is in "And the Angels Sing" (oorspronkelijke titel "Der Shtiler Bulgar"). Die solo verwijst heel duidelijk naar fraylach, de muziek gespeeld op bar mitzwa's en chassenes. Voor de opnamen van Mischa Elman (1891 - 1967) vond ik een advertentie in "National Geographic" van augustus 1915. Hij werd geboren in Talnoye (tegenwoordig in Oekraine) als kleinzoon van een fraylachmuzikant, kreeg als kind een kleine viool waarop hij spoedig de weg wist. Na studies aan de conservatoria in Odessa en St. Peterburg bereikte hij als dertienjarige het concertpodium in Berlijn en zorgde hij voor een sensatie. Daarna werden Londen in 1905, New Yorks Carnegie Hall in 1908 en Australië in 1914 "genomen". De advertentie van RCA Victor wijst op de natuurgetrouwe plaatopname van Elman, terwijl daar in feite wel iets op aan te merken viel, want die was  accoustisch. De in de advertentie afgebeelde grammofoonplaat heeft als titel "Humoresque", dat stuk van Dvořák nam Elman in 1910 op.

30.10.13

Judéo-Arabe 8

Altijd slecht om musici met elkaar te vergelijken, maar het is tocht te uitdagend om Maurice El Médioni (geboren in 1928) niet te vergelijken met de Cubaanse pianist Ruben Gonzalez. El Médioni begon zijn carrière in 1937 op negenjarige leeftijd op een door een oudere broer op de vlooienmarkt in Oran aangeschafte piano. Raakte enthousiast toen in 1942  de Amerikanen in Oran arriveerden en hij werd blootgesteld aan allerlei soorten muziek, waarvan vooral de boogie-woogie hem fascineerde. Hier een liedje van hem met nogal wat herkenbare woorden, verwijzend naar de Amerikanen. Hij werd een veel gevraagd pianist en begeleidde o.a. Lili Labassi, Line Monty, Lili Boniche en Reinette l'Oranaise en waarchijnlijk was hij in veel van de in de op dit blog geplaatste serie Judéo-Arabe te horen. In 2006 maakte hij opnamen in New York met een aantal uit Cuba afkomstige muzikanten onder leiding van  Roberto Rodriguez. Hier treedt hij op met zijn eigen trio, maar in Israël werd hij begeleid door het Israëlisch Andalusisch Orkest, gespecialiseerd in de muziek van de Maghreb.

Hudson

Eergister vond ik een National Graphic Magazine terug van augustus 1925. Afgezien van het feit dat er in het blad een groot aantal fraaie tekeningen van watervogels staat, zijn de advertenties heel interessant, zoals deze van het Amerikaanse automerk Hudson. Hudson bestond destijds zes jaar en kreeg niet de naam van de ontwerper van de auto - Roy D. Chapin - maar van de finacier J.L. Hudson,  eigenaar van een groot winkelbedrijf in Detroit. De advertentie rept met geen woord over motorinhoud, verbruik en andere meer technische zaken, nee, ieder lid van het gezin kan de auto rijden!

29.10.13

Judéo-Arabe 7

Raoul Journa (foto boven) werd geboren in Tunis, leerde zichzelf oud spelen en werd qua zang beinvloed door Cheikh El Afrit, de favoriete vocalist van de bey van Tunis. Journa's stem werd het eerst opgemerkt in de synagoge voordat hij op feesten ging zingen. Hij nam zijn eerste grammofoonplaat op in 1934. Dit is "B'nat Essahra" (de meisjes uit de Sahara met de gratie van een gazelle).
Zijn naam, El Kahlaoui Tounsi (foto onder), verraadt dat hij eveneens uit Tunesië komt. Hij werd als Eli Touiti in 1932 geboren en volgde een opleiding als slagwerker, een functie die hij o.a uitoefende in het Tunesisch symfonieorkest, maar populaire muziek had eerder zijn aandacht want in 1948 was hij drummer van de Peters Sisters in Parijs. In 1953 vinden we El Kahlaoui Tounsi op tournee in de Verenigde Staten en in Canada. Dit is een eigen compositie "Zinek Mahla".

28.10.13

Judéo-Arabe 6

Luc Cherki kreeg zangles van twee moslims, een Joodse jongen die in de leer gaat bij Hadj El Anka en Hadj M'rizek. Merkwaardig? Nou nee, want de achtergrond is dezelfde: de chaabicultuur, ook bekend onder de naam "andalouse" is, zoals dit laatste woord zegt, Spaans. In 1492 werden niet alleen de Joden, maar ook de moslims uit Spanje naar Noord-Afrika verdreven. Wonderlijk genoeg hebben wij het in onze geschiedenisboeken  steevast, als het over de laatstgenoemde groep gaat, over Moren. De Joden vormden in de Maghreb een minderheidsgroep en werden van een aantal beroepen buitengesloten, weinig afwijkend van wat in Europa schering en inslag was. Joden waren in Noord-Afrika, net als de Christenen "dhimmi's": niet-Moslims in  een moslimstaat. Dat wil niet zeggen dat er over en weer op cultureel gebied geen kruisbestuiving plaats vond en soms nog vindt en dat we bijvoorbeeld in Marokko twee zangers met een verschillende achtergrond op één podium kunnen horen: rabbijn Chaim Look en Abderahim Souiri met "Ana Mani Fiyach".

Thee 10

Westwut? Westwut?, dacht Renate, was de naam van zo'n fabriek ontstaan tijdens de koude oorlog? Was het een soort arbeiderscollectief, een volkseigenesbetrieb, maar dan in Engeland? Maar hoe zou ze dat met haar geringe kennis van het Engels, de kopjes en schoteltjes kunnen vragen. Een plank lager stelde Helga Durchfall vast dat de kopjes en schoteltjes van zeer goede komaf waren. Wedgewood, dat was zoals de Britten het zelf zouden zeggen "top of the range" en dat niet zij, maar dat verdomde D.D.R.-theeketeltje er naast mocht staan. Een schande! Ze besloot in te grijpen en riep: "Hi guys. Jullie weten het waarschijnlijk niet maar jullie zijn naast een communistisch theepotje geplaatst. Levensgevaarlijk! Als je niet oppassen duwt het jullie van de plank en eindigen jullie in scherven op de stenen vloer."

27.10.13

Lezen


Ik lees momenteel twee boeken tegelijkertijd. Ik realiseer me terwijl ik deze zin noteer, dat dat een fysieke onmogelijkheid is. Maar goed, u begrijpt wat ik bedoel.
Beneden lees ik “Ov Vey: More!, the ultimate book of jewish jokes part 2”, van David Minkoff. Ik ben het meteen met degene eens die zegt: Joodse moppen moet je niet lezen, maar horen. Toch is dat niet  mijn enige bezwaar tegen dit boek, de grappen missen vaak het onverwachte eind, dat zo kenmerkend voor joodse grappen is. Eéntje daarvan als voorbeeld, jaren geleden gehoord en nooit vergeten. Moshe en Kohn bezoeken ‘ne Gemäldegalerie in Düsseldorf., stoppen voor een schilderij, kijken en er ontstaat een discussie. “Is ‘e landschaft”, meent Kohn. “Nee, is ‘e porträt”, zegt Moshe. Na vijf minuten getwist te hebben, zegt Kohn: “Schau mal nach im katalog.” “Sehst, ich hob recht,”, zegt Moshe, “Is ‘e porträt: “Mandelbaum an der Riviera”. 
Boven lees ik Isaak Babels “Brieven naar Brussel 1925 - 1939 “.  Het is natuurlijk nooit de bedoelig geweest dat anderen als de geadresseerden – Babels moeder en zuster – deze correspondentie zouden lezen. Het boek leest niet gemakkelijk, want om het te begrijpen is achterin een notensysteem opgenomen zodat de lezer van het boek weet over wie Babel (foto) schrijft. Maar aangezien ik een groot liefhebber ben van Babels boeken, zoals b.v. “Rode Ruiterij”, wil ik het voor geen geld neerleggen.
Voor beide genoemde boeken las ik Ian Buruma’s “1945 Biografie van een jaar” en wie maar een pinknagel geïnteresseerd is in geschiedenis dient zich spoorslags naar een boekwinkel te spoeden om dat geweldige boek aan te schaffen.

PIZZA


Judéo-Arabe 5

Luc Cherki werd in 1936 geboren in Jijel in Algerije en kreeg les van Hadj El Anka, Hadj M'rizek voordat hij in 1955 naar Marseille en vervolgens naar Parijs vertrok. In laatstgenoemde stad benaderde hij een directeur van de platenmaatschappij Pathé, die hem zijn eerste platencontract bezorgde. Hier zingt en speelt hij "Mazal" (geluk).



Indy slot

 
In 1930 verschenen in Indianapolis 38 wagens aan de start, slechts 14 daarvan haalden de eindstreep, dat waren behalve de Millers en een Duesenberg een door Russ Snowberger verbouwde Studebaker, een Stutz, een Fronty-Ford, een Oakland en een Buick. Op plaats 12 eindigde een Maserati (foto boven) gereden door Letterio Cucinotta.Winnaar werd Billy Hartz in een Miller. De pacecar was een voorwielaangedreven Cord L-29 met een door Lycoming gebouwde achtcylinderlijnmotor met een inhoud van bijna vijf liter. In dit filmpje, waarin bovendien stevig gemarcheerd wordt, zijn een aantal deelnemende wagens te zien, de wagen met racenummer 23 is een Miller, nummer 1 is eveneens een Miller net als nummer 34 en nummer 7, nummer 6 en nummer 44 zijn Duesenbergs en nummer 41 een Fronty-Ford.

Thee 9

Alhoewel het Engelse viertal hun conversatie bijna fluisterend gevoerd had, had een plank lager de waterketel Helga Durchfall haar oor gespitst. Zij verstond Engels want medio 1946 had ze korte tijd diesnt gedaan in een door de Britten geconfisceerde villa in Berlijn. Ze had een ogenblik overwogen, toen ze de kop en schoteltjes beluisterde, "Wir fahren gegen Engeland" aan te heffen, maar dat idee ogenblikkelijk verworpen, het was immers vele malen beter te zwijgen, want zo kon ze de Engelse communicatie blijven afluisteren. Perfide Britten, mompelde ze. Renate Rumpel, het theeketelje, stond intussen te trillen op haar drie korte pootjes. Ze had voorname buren. Niet uit Meissen, maar van veel verder weg. Jammer dat ze ze niet verstond. Ze vroeg zachtjes: "Woher?" Het niet helemaal passende schoteltje antwoordde: "From England, made by Wedgewood."

26.10.13

Una

"Het zou verdomd goed zijn als er in Nederland een zelfde discussie over oudjaarsvuurwerk werd gevoerd als nu over Zwarte Piet."
"Bheadh ​​sé damnaigh maith má bhí plé den chineál céanna ar Bhliain Nua tinte ealaíne Eve Rinneadh san Ísiltír agus anois Black Peter."


Indy 20

 
 
In 1928 wint een Miller met Louis Meyer aan het stuur de Indianapolis 500. Van de 29 - allen in een Miler of een Duesenberg -  rijdende deelnemers finishen er 14. Pas in 1929 zien we weer twee Franse coureurs: Louis Chiron in een Delage eindigt op de zevende plaats, Jules Moriceau in een Amilcar rijdt de race vanwege een ongeval niet uit. Er zijn 33 deelnemers, 12 halen de eindstreep. De foto's boven tonen de door Packard Cable ingeschreven voorwielaangedreven Miller, die de race niet uitrijdt vanwege een weigerende hoogste versnelling.
 Delage
 
Pacecar 1928: Marmon "8"
Pacecar 1929: Studebaker "President"

Judéo-Arabe 4

 
De vader van Enrico Macias, Sylvain Ghrenassia, was eveneens muzikant. Hij maakte o.a. deze opname met Simone Tamar (1932-1982), die de bijnaam "gouden stem van Constantine" had. Constantine is een stad in het noordoosten van Algerije en is op twee na (Algiers en Oran) de grootste stad van dat land. Er zijn veel opnamen van Simone Tamar (foto boven) en met een klein beetje moeite zijn haar CD's te vinden, o.a. deze "Le Malouf Constantinois, Vol. II Simone Tamar, Club Disque Arabe AAA052. Hier zingt ze "Wahed Al Ghozail". Een andere belangrijke zangeres was Reinette l'Oranaise (echte naam Sultana Daoud), vanaf haar tweede jaar blind en ze werd daarom als kind in een inrichting geplaatst waar ze behalve braille ook leerde stoelen te matten. Dat was tegen de zin van haar moeder, die haar vanaf haar dertiende jaar een opleiding als zangers en oudspeelster bezorgde bij Saoud l'Oranais (Messaoud Médioni), een in 1905 geboren orkestleider en oorspronkelijke eigenaar van Café Oran. Hij had het ongeluk in 1943 in Marseille te worden gearresteerd en werd vermoord in Sobibor. Hij is de oom van van Maurice Médioni, die ongetwijfeld nog aan de beurt komt in deze serie Judéo-Arabe.


25.10.13

Judéo-Arabe 3

Lili Labassi
Heeft de muziek die we in Judéo-Arabe 1 & 2 hoorden een naam? Ja. Men noemt het chaabi. En één van de heel beroemde uitvoerders was Lili Labassi, eigenlijk bij toeval in 1897 geboren in Marseille, want zijn ouders kwam uit Fez, maar hadden een reis gemaakt naar Palestina. Zijn vader Maalem Joucef bracht hem de eerste beginselen van muziek bij en al heel jong kreeg Lili de nodige faam. Zijn achternaam Labassi kreeg hij door de plaats waar hij woonde Bel Abbès, zijn echte naam was Ely Moyal. Naast zanger was hij altviolist. Hij heeft heel veel liederen geschreven, waarvan een aantal nog steeds repertoire houden. René Perez, die we gister al hoorden met een lied ban Lili Boniche horen we hier met een lied van Lili Labassi "Bnats El Youm" (De meisjes van vandaag). Ook Blond-Blond - afkomstig uit Oran - was een albino, vandaar zijn bijnaam (zijn echte naam was Albert Rouimi), had liedjes van Lili Labassi op zijn repertoire, zoals dit "Wahran El Bahyia". Lili Labassi zelf heeft heel veel opgenomen voor vrijwel alle belangrijke grammofoonplatenmaatschappijen, van Polydor via Philps en His Master's Voice tot RCA. Dit is "Ghir Ajini Ajini".

Thee 8

"Moeten we ons voorstellen?", vroeg het schoteltje dat eigenlijk niet bij één van de kopjes hoorde. "Zouden we kunnen doen, maar hoe en wat voor nut heeft het. Ik heb niet het idee dat hier iemand Engels spreekt. Het theeketeltje in ieder geval niet." "Nou ja, het staat beleefd en ik zou het in het klein beetje Duits dat ik ken kunnen doen." "Niks daarvan", riepen de andere kop en schotel in koor, "geen verbroedering met de vijand." "Maar we zijn helemaal niet meer in oorlog", zei het afwijkende schoteltje. "Dat kan wel zijn, maar zodra je even de andere kant opkijkt, rijden ze weer in een tank of zetten ze een helm op hun kop. Wij zijn met zijn vieren en kunnen het heel goed gezellig maken met elkaar, daar hebben we dat Duitse keukengerei niet bij nodig." Renate probeerde iets van de woordenwisseling te begrijpen, maar dat lukte niet erg."

24.10.13

1955


Het zal eind november 1955 geweest zijn. Ik zat al twee jaar op de Rijkskweekschool in Den Haag en net als in voorgaande jaren vroegen Haagse schoolhoofden of de kweekschool Sinterklazen en Pieten kon leveren. Ik besloot me samen met Alex Gordijns aan te melden. Ik had al enige ervaring, het voorgaande jaar was ik  o.a. achterin een Volkswagen “Kever” met mijn 1 meter 96, mijter op schoot, op een schoolplein gearriveerd. Ik had drie uur lang een snor gedragen die met een uiterst pijnlijk haakje aan mijn neustussenschot bevestigd zat. De witte onderrok was soms duidelijk niet mijn maat en hing dan onder mijn heupen, hetgeen het lopen ernstig hinderde. En toch meldde ik me opnieuw. Op een school in het Statenkwartier verkleedden Alex en ik me in de woning van één van de ouders en we werden vervolgens per open koets naar de school gereden. Het was winderig en koud en ik woei bijna uit mijn tabberd. Op een school in de buurt van de Vaillantlaan kregen we het verzoek om na een bezoek aan de eerste drie klassen ook de de kinderen uit de hogere klassen, samengekomen in de gymnastiekzaal, met een bezoek te vereren. Alex en ik besloten onze rollen om te draaien: hij kreeg mijn staf en ik zijn roe. Ik kwam huppelend en springend de gymzaal binnen en klom in een wandrek, Alex schreed waardig met het grote boek onder zijn arm, perfect in zijn rol als een ietwat vergeetachtige grijsaard, naar zijn zetel. Misschien, moeten de rollen om het lawijt rond Zwarte Piet te keren, wat vaker worden omgedraaid.

Judéo-Arabe 2

 Lili Boniche
Misschien is de term Judéo-Arabe niet helemaal correct en zou je beter van Judéo-Berbère kunnen spreken, een combinatie van Joodse en Berbercultuur, één ding is duidelijk in zowel Marokko, Tunesië als Algerije kwam deze muziekvorm voor en dan ook nog, sinds de jaren dertig van de vorige eeuw, overgoten met een ritme van een totaal ander deel van de wereld: Zuid-Amerika. Lili Boniche (1921-2008), geboren in Algiers, was als kind al een ster en wist tango, rumba, mambo en samba feilloos in zijn repertoire in te passen, zoals hier in de samba  "Inchallah Terbah" ("Met Gods Wil"). René Perez (1940-2011) werd geboren in Tiemcen (Algerije) en verhuisde  in 1962 naar Parijs. "Elli Mektoub, Mektoub" is een compositie van Boniche en is te vinden op een aan Perez gewijde CD in de CD-serie "Trésors De La Chanson Judéo-Arabe" op het Franse label Mélodie.

23.10.13

De Witte


Herfst 3


Jamaican Psalm 23

Verene Shepherd is my shepherd; I shall not want.
She maketh me to lie down in green pastures: she leadeth me beside the still waters.
She restoreth my soul: she leadeth me in the paths of righteousness for her name's sake.
Yea, though I walk through the valley of the shadow of death, I will fear no evil: for thou art with me; thy rod and thy staff they comfort me.
Thou preparest a table before me in the presence of mine enemies: thou anointest my head with oil; my cup runneth over.
Surely goodness and mercy shall follow me all the days of my life: and I will dwell in the house of Verene Shepherd for ever.

Judéo-Arabe

 
Klezmermuziek is langzamerhand genoegzaam bekend, al spreken hele volkstammen over kletsermuziek, terwijl de z of zayin in dat woord echt uitgesproken wordt als de z in zebra en niet als de z of zadi in Zell am Main. Ook de muziek van de Sefardi mag zich in een stijgende belangstelling verheugen, maar interesse in joodse muziek of beter gezegd de zang van joodse zangers en zangeressen uit Noord-Afrika - de Maghreb - blijft ver achter en dat is jammer. Sommige namen braken hier jaren geleden door, Enrico Macias is er één van. Zijn echte naam is Gaston Ghrenassia, geboren in 1938 in toenmalig Algerije, hij ontvluchtte het land toen zijn schoonvader, de zanger  Cheikh Raymond Leyris in 1961 door FLN werd vermoord. Frankrijk werd zijn nieuwe vaderland, maar uit dit "Adieu mon pays" spreekt zijn heimwee. Nog veel duidelijker spreekt het verlangen naar de geboortegrond met dit "Ya rayeh", dat ook in de begeleiding de sfeer van de maghreb ademt. Een ander lied vol verlangen is "Alger, Alger" gezongen door Line Monty (echte naam Éliane Serfati), geboren in Algiers en in 2003 gestorven in Parijs.

Indy 19

Het verhaal wordt erg eentonig. In 1927 waren er 33 deelnemers aan de Indianapolis 500, allemaal in een Miller of een Duesenberg. George Souders, een Amerikaan, net als alle ander coureurs, won in een Duesenberg. De pacecar was een LaSalle, een dat jaar geïntroduceerd ondermerk van Cadillac.

22.10.13

Spike

Jones

Milligan
Spike of het nu Jones is of Milligan, ze moeten minimaal één keer per jaar op dit blog te zien zijn.

Discussie


Indy 18

 
Frank Lockhart in de winnende Miller
Ook in 1926 was het weer Miller wat de klok sloeg,  natuurlijk niet allemaal ingeschreven door de firma zelf, maar volk met meer dan een handvol geld kocht een Miller schreef zich in, racete in hoogst eigen persoon of nam een coureur in dienst en hoopte als eerste de finish te bereiken want er viel veel geld te verdienen, de eerste prijs was $35.000. Winnaar werd Frank Lockhart ingehuurd door Peter Kreis.  Van de 28 ingeschreven auto's bereikten 13 de eindstreep, 12 daarvan waren Millers. Onder de uitvallers was een tweetal Locomobile "Junior 8's", maar die waren ook gebouwd door Miller. Verder haalden twee Eldridges de finish niet, één gereden door de Britse contructeur E.A. Eldridge, de andere door W. Douglas Hawkes. Twee Schmidt-Argyles vielen eveneens uit, ook hier zat de constructeur aan het stuur van een van de wagens, de andere werd gereden door de Fransman Albert Guyot. De pacecar was een Chrysler "80".
W. Douglas Hawkes in een Eldridge
Albert Guyot in een één van de Schmidt- Argyles
De pacecar: een Chrysler "80".









21.10.13

Paard

Nee, niet 't peerd van Ome Loeks, maar it hynder fan Piterom

19.10.13

Indy 17

Het was een veld vol Duesenbergs en Millers dat in 1925 deelnam aan de Indianapolis 500. Goed, er was een verdwaalde Fronty-Ford , maar die haalde zelfs een eerste volledige ronde niet, omdat de transmissie het begaf en dan was er nog een Fiat SC met oudgediende Pietro Bordino aan het stuur, die op plaats tien eindigde. Winnaar werd, een neefje van Ralph De Paolo, Pete DePaolo (1898-1980 in een Duesenberg (foto boven). De pacecar kwam dit keer niet uit Indianapolis maar uit Detroit. Het was een Rickenbacker, met een achtcylinder in lijn, gebouwd door de man, die een paar jaar eerder furore had gemaakt in de Indy 500.

Thee 7

"Meissen?" vroeg Renate zacht, maar er kwam geen antwoord. Dat zou toch wat zijn, Meissen lag per slot van rekening maar vijfentwintig kilometer van Dresden, de stad waar zij jarenlang gewoond had, dus ze vroeg het nog een keer, maar wat harder: "Meissen?" Maar er kwam weer geen antwoord, misschien hadden de kop en schoteljes omdat ze uit Meissen kwamen, het wat hoog in hun bol. Toen hoorde ze een diepe zucht van een schoteltje gevolgd door: "Blimey, where did we end up now?  My Chen, maybe in China? "Can't be", zei een kopje, "It was a very short trip." "Joe aach in Dzjermanni", zei Renate, die wist dat op de onderkant van haar bodem het land stond waar zij gefabriceerd was. "In Deutschland!", verduidelijkte ze. "Have we been there before?, vroeg een kopje. " "Can't remember", zei een schoteltje, "and none of us speaks a single word of German." "Oh yes, I do", zei het andere schotelje, dat niet helemaal bij 'haar' kopje paste, " I've been here before in the British Zone, quite  a while ago, though."

Nederland

Rutte: "En denk er om Willem Alexander, dat je straks met twee woorden tegen meneer de president Putin spreekt!"

18.10.13

Una

An chéad uair eile Tá mé i an Hague'll dul am atá caite na Cúirte Uachtaraí a defecate ar leac an dorais.
w.g. Una Barquhar
 
*Wanneer ik de volgende keer in Den Haag ben poep ik op de stoep voor de Hoge Raad.

Thee 6

Na de zang van de Italiaanse pannen bleef het de verdere dag en nacht rustig, al probeerde het in Polen gefabriceerde suikerpotje midden in de nacht wat antisemitische prietpraat te verkondigen, maar daar luisterde niemand naar, behalve een theelepeltje uit Poznan, want dat was de enige die Pools verstond. De volgende dag, een zondag, tegen vieren kwamen de gebruikers thuis. Ze hadden in Lüttich overduidelijk inkopen gedaan. Ze begonnen de aangeschafte spulletjes, en dat waren er zo te zien nogal wat, uit te pakken: een Pools wandbord - "Święta Maryjo" riep het suikerpotje verheugd -  een nootmuskaatmolentje en twee theekopjes. Renate was het meest geinteresseerd in de theekopjes, per slot van rekening zou de in haar gezette thee in in die kopjes terecht komen. Helga werd tot Renates grote vreugde een plank lager gezet en de theekopjes kwamen naast haar te staan. Voorname theekopjes, dat zag ze meteen, met bloemejes en een gouden randje en niet van vandaag of gisterem, nee, je zou ze best antiek kunnen noemen.

Herfst 2


Indy 16

 
In 1924 lijkt het voorgoed afgelopen met de deelname van Europese wagens aan de Indianapolis 500. In het veld van 14 Millers, 4 Duesenbergs en 3 Fronty-Fords is maar 1 Mercedes. Winnaar wordt het duo L.L. Corum en Joe Boyer in een Duesenberg. De pacecar is onderstaande Cole V8, natuurlijk uit Indianapolis, de fabriek, waarvan de slagzin "The World's Savest Car" luidde, werd in 1925 gesloten.
 

Lecuona

Natuurlijk stond de Benny Goodman Band onder leiding van Benny Goodman, maar de Lecuona Cuban Boys stonden niet onder leiding van Ernesto Lecuona (foto) en zoiets schept verwarring. Ernesto Lecuona y Casado wordt op 6 austus 1895 geboren in Guanabacao, Havana, Cuba en krijgt als kind pianoles van zijn zus Ernestina, voordat hij naar het conservatorium gaat en op zestienjarige leeftijd afstudeert. Hij concerteert in New York, reist  naar Spanje en later naar Parijs waar hij optreedt. Hij componeert en valt - al gaat zoals zo vaak vergelijkingen mank gaan - op één lijn te stellen met George Gershwin, want net als Gershwin kan hij niet in absolute hokjes worden geplaatst en dat doen luisteraars maar al te graag. Is Lecuona's muziek onder te brengen in het serieuze of populaire repertoire? Hij schrijft voor en dirigeert het Ernesto Lecuona Symphonisch Orkest, maar geeft tegelijkertijd het dansorkest de Lecuona Cuban Boys toestemming zijn naam te gebruiken, niet dat hij gezamenlijk met de Boys optreedt, al opent hij een enkele keer een optreden met een paar pianosoli. Hij componeert een Spaanse suite, de Suite Andalucía - hier de delen Andalucía en Malagueña door hem zelf uitgevoerd - een Cubaanse suite en tientallen walsen, rumba's en conga's, waarvan de meeste nog altijd repertoire houden. Eerst de versie van één van zijn meest beroemde stukken "Siboney" uitgevoerd door de Lecuona Cuban Boys, vervolgens de versie van de in 1972 geboren Spaanse zangers Concha Buika (spreek uit Bjoeka). Lecuona stierf in 1963, in het land waar vandaan zijn vader naar Cuba kwam, de Canarische eilanden, tijdens een aanval van asthma, een kwaal waar hij zijn hele leven last van had gehad. Hij werd begraven in New York.

17.10.13

Indy 15

Winnaar Tommy Milton in een Miller
Laat ik om te beginnen eens kijken naar de deelnemers aan de Indianapolis 500 in 1923, in feite ware het allemaal fabrieksrijders, al valt er over een aantal wel een aantekening te maken: 8 van de 10 Millers waren ingeschreven door Cliff Durant, financier van Harry Miller en zoon van de oprichter van General Motors William C. Durant, de andere 2 Millers waren eigendom van H.C.S. (Harry C. Stutz). Tommy Milton in een H.C.S. Miller won de race. Verder waren Bugatti, Mercedes, Barber Warnock (met een Fronty-Ford, een T-Ford met een door Louis Chevrolet verder ontwikkeld motorblok), Packard en een door Harry Miller zelf ingeschreven Miller aanwezig. Van de 24 deelnemers vielen door verschillende oorzaken 13 deelnemers uit. Geen van de Packards haalde de eindstreep (2 door een lekke koppakking, 1 door een kapot differentieel) en van de 5 ingeschreven Bugatti's haalde maar 1 de eindstreep, de wagen van de Prins de Cystria. De race was een succes voor de Millers: zes haalden de finish, de resterende 3: waren de Fronty-Ford, een Mercedes en de al gememoreerde Bugatti. De pacecar was een Duesenberg.
Drie van het vijf leden tellende Bugatti-team
  Mercedes
 Packard
Fronty-Ford
De pacecar, een Duesenberg

Thee 5

Ja hoor, een paar minuten later hoorde Renate Helga een lied galmen dat nooit op het repertoire van Janis Joplin had gestaan: 
"Auf endlosen staubigen Wegen,
durch Trümmer und lodernden Brand
so rollen, dem Einsatz entgegen,
die Wagen ins feindliche Land."
De kat miauwde zachtjes. Verder bleef het stil, totdat drie planken lager het pannenkoor losbarstte met:
"Una mattina mi son svegliato
O bella ciao, bella ciao, bella ciao ciao ciao
Una mattina mi son svegliato
Eo ho trovato l'invasor."
Renate juichte van binnen, want de pannen overstemden Helga, terwijl Helga toch vlak naast haar stond. Helga stopte. Renate hoorde haar vloeken: "Verdammte Terroristen!!"

16.10.13

Herfst