H.C.L Sieberg N.V. aan de de Amsterdamse Stadhouderskade importeerde een oud Frans merk met twee gekruiste kanonnen in het embleem, Hotchkiss. Die kanonnen dateerden uit de tijd dat de fabriek in St. Denis met de fabricage daarvan zijn geld verdiende, later kwamen er auto-onderdelen bij, maar sinds 1903 werden ook auto's onder eigen naam gebouwd. Sieberg importeerde ook het Amerikaanse Willys-Overland en dat is minder vreemd dan het lijkt, want Hotchkiss reviseerde niet alleen Jeeps voor het Franse leger, maar bouwde ze ook in licentie. In feite zette Hotchkiss dezelfde eigen auto's in de markt als in 1939, als waren de koplampen nu in de spatborden opgenomen en de bumpers iets gewijzigd. De totale productie in 1949 van Hotchkiss bedroeg 1787 wagens. In Nederland werd de 686 "Caubourg", een drieëneenhalveliterzescylinder ingevoerd, topsnelheid 140 km/u, prijs: f.11445,--, Sieberg leverde ook een Hotchkissviercylindervrachtwagen (P.L.20), een chassis met cabine kostte f.6660,--.
Vanaf 1 januari 1946 was de Franse automobielindustrie in groepen verdeeld Hotchkiss maakte met met de vrachwagenfabrikanten Latil en Saurer deel uit van de groep Peugeot. Peugeot werd geïmporteerd door Nefkens in Utrecht en v.d. Boogaard in Nijmegen. Zij leverden de nieuwe 203, maar ook de vooroorlogse 202, al waren de mooi gestyleerde leeuwen van de spatbordschorten na 1946 verdwenen. De 202 had een motor met inhoud van 1,13 liter, de prijs voor een gesloten uitvoering als die voor een cabriolet was identiek f.4512,--. De 203 kostte f.5935,--, de importeurs wezen er wel op dat prijzen als richtprijzen moesten worden beschouwd. Een 'Sedan de Luxe' had een schuifdak en een kachel met voorruitontdooier. De viercylindermotor had een inhoud van 1,29 liter en daarmee kon een topsnelheid van 125 km/u worden gehaald, 20 km/u meer dan met de 202.