Julien MM
Ons land kende vijfenzestig jaar geleden 33 personenautoimporteurs, er was een veelvoud van merken omdat sommige importeurs meer dan één merk vertegenwoordigden, zoals Englebert in Den Haag, die wel een heel divers pakket in de aanbieding had, naast de Tsjechische fabrieken Minor en Tatra, waren het de Amerikanen Nash en Packard, het Franse Panhard en het Britse Rover. Den Haag kende trouwens de meeste importeurs: elf. Maar laat ik om te beginnen uit de ongeveer 65 geïmporteerde merken eens twee onbekende merken, die in eigen land nauwelijks succes hadden, maar hier toch een importeur vonden, uitpikken. Het Technisch Handelsbureau Minerva aan de Overtoom in Amsterdam importeerde de Julien, een piepklein autootje, ontworpen door ingenieur Maurice A. Julien, die ook het nodige had bijgedragen aan de ontwikkeling van Citroëns Traction Avant. De luchtgekoelde motor met een inhoud van 325cc zat achterin. Het prototype, een coupé, dateerde uit 1944, alle volgende auto's waren cabriolets. De maximale snelheid was 70km/u.
Gordano
Maurice Gatsonides uit Heemstede, die vijf eigen producten (Sports Roadster, Touring, Coupé, Cabriolet en Areo Coupé, alle onder het merk Gatso en met een achtcylinder Fordmotor) verkocht, importeerde het Britse merk Gordano, waarvan geen Nederlandse prijs was vastgesteld. Oorspronkelijk zou de sportwagen met een motor met roterende schuiven worden geleverd, maar uiteindelijk werd in het prototype een MG-motor geïnstalleerd, de volgende auto kreeg een Lea-Francismotor en de totale productie bleeft beperkt tot dit tweetal.