Werkgever: “Hamersma,
jij bent duidelijk een voorbeeld van zo’n onwillige werknemer, die maar niet
aan het werk te krijgen is en daarom vind ik het een heel goede zaak dat de ziekteuitkering
versoberd gaat worden.”
Hamersma, de directiekamer
binnengedragen door zijn beide zoons: “U zegt het meneer.”
Werkgever: “Jij
moet weer aan het werk, Hamersma!”
Hamersma: “U zegt
het meneer.”
Werkgever: “Het
is grote onzin dat jij, nu je beide armen ten gevolge van een bedrijfsongeval verloren hebt, niet meer bij mij als autogeen lasser aan de slag zou kunnen.”
Hamersma: “U zegt
het meneer.”