Ook de gerenommeerde autohuizen stonden op de Parijse Salon, er was weliswaar niet veel nieuws onder de motorkap maar de grote carrossiers trachten in deze schrale tijd elkaar naar de kroon te steken, zo kleedde Saoutchik bovenstaande Talbot T.26 GS aan. De motor was een zescylinder in lijn met een inhoud van 4,5 liter, gevoed door twee Zénith-Strombergcarburateurs. Jacques Saoutchik - eigenlijk Iakov Savtchuk - werd geboren Minsk, maar vluchtte in 1899 wegens de voortdurende pogroms in Rusland in 1899 naar Parijs, waar hij werk vond als meubelmaker. Omdat er dan nog veel hout verwerkt wordt in automobielen ging hij in die sector aan de slag, bouwde op het chassis van een Isotta-Fraschini een wagen die de aandacht van een rijke clientele trok en Saoutchik werd carrossier en maakte niet alleen in Frankrijk maar ook in de Verenigde Staten naam. Hispano-Suiza-, Rolls-Royce- en Mercedes-Benzchassis werden door hem in een uiterst chique jasje gestoken. Tijdens de voor de Tweede Wereldoorlog populaire concourses d'élégance won Saoutchik veel prijzen. Satouchik stierf in 1954, een jaar later sloot het bedrijf zijn poorten.