Ik kocht de begrafenisauto omdat ik niet de winter door wilde met mijn Chevrolet cabriolet (met dickeyseat) uit 1938, ik had eerst nog veertien dagen lang een verlengde Mercury uit 1957 uitgeprobeerd, maar die gebruikte wel erg veel benzine, dus het werd een tot begafenisauto omgebouwde Ford Ranch Wagon uit 1953. De achtcylinder was fluisterstil, zoals het hoort en gorgelde niet. De gedachte dat een ietwat oudere Amerikaan blub-blub-blubberende geluiden moet maken heeft helaas postgevat bij de hedendaagse bezitters, want opvallen schijnt de boodschap. De zaterdag dat ik de begrafenisauto kocht, ging ik 's avonds naar het Concertgebouw want daar trad Country Joe & The Fish op en hoorde ik Kid Ory's "Muskrat Ramble" voorzien van een een tekst: het anti-Vietnamoorlogslied "I-feel-like-I'm-fixin'-to-die-rag". Dat ik voorgaande regels schrijf heeft alles te maken met een boek dat ik uit Frankrijk liet komen, geschreven door Clive Lamming, die ook het nodige weet van Franse grote en kleine treinen. Het boek heet"Les Transports Urbains Funéraires"* en vertelt de geschiedenis van de lijkbezorging, met name die in Frankrijk. Voor wie wil weten in wat voor "corbillard" (goed Frans voor lijkwagen) Victor Hugo, Edith Piaf, Jean-Paul Sartre, Josephine Baker en Sacha Guitry naar hun laatste rustplaats gingen is dit boek een must. Voor de begrafenis van De Gaulle werd geen corbillard van stal gehaald maar een Panhard EBR van zijn kanon ontdaan en de kist bedekt met de Franse vlag op het onderstel geplaatst.
*Editions Atlas 2013 ISBN 978-2-7312-5223-1
Panhard EBR
een Citroën HY als corbillard
een Peugeot camionette, vermoedelijk een R 2060
een Renault met de befaamde "kolenkitneus" uit de jaren twintig
een Renault "Estafette" met een speciale carrosserie