Vanmorgen iets meer dan een uur buiten de bebouwde kom gefietst. Op mijn vouwfietsje, dat wel. Want lopen gaat nauwelijks meer en met een lekke band zou ik rijdend, op een van mijn andere veertig plus rijwielen, niet kunnen rekenen op een zich over mij erbarmende automobilist. De bermen worden niet langer gemaaid en daar ben ik blij mee, het land dichtbij oogt geel. Een kwikstaart huppelt voor mij uit. Wel moet ik constateren dat het gouvernement in gebreke blijft ten opzichte van de fietser, diverse keren moet ik, om het licht op groen te krijgen, op een knopje drukken, in deze pandemonische tijden zou een bakje met een ontsmettingsmiddel naast het verkeerslicht moeten hangen. Maar ja, de regeringsaandacht gaat uit naar kappers en tatoeparlors. Ik hoor en zie kieviten, dat maakt blij, minder vrolijk is het feit dat ik word ingehaald door wielrijdende dames, mijn humeur klaart op wanneer ik ontdek dat het steevast om dames op electrische fietsen gaat. Ik zie ook mannen op electrische rijwielen, regelmatig met korte broek en helm, de mij inhalende vrouwen dragen daarentegen geen helm. Ik rijd meer dan een uur, heb de afgelopen weken wel op een hometrainer gezeten, maar nooit langer dan een half uur, want daarna sloeg de verveling toe. Tegenwoordig zit ik lezend op mijn hometrainer, zonder helm, net als op mijn vouwfiets.