31.10.21
KLEIN
Ernst Heinkel (1888-1958) was in 1922 in Rostock begonnen met de bouw van vliegtuigen. De fabriek werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd en de bruikbare restanten werden na de oorlog door de Russen naar de Sowjet-Unie getransporteerd. Heinkel startte begin jaren vijftig in West-Duitsland met het leveren van een scooter: de Heinkel "Tourist", uitgerust met een 175cc viertactmotor. In 1956 verscheen het autootje, de Heinkel "Kabine" op drie wielen en met dezelfde motor, in 1957 kreeg hij achter twee dichtbijelkaar geplaatste wielen en een 200ccviertactmotor (eerst een 204cc, later een 198cc-motor). De ongesynchroniseerde versnellingbak had vier versnellingen. Totaal zijn er 6436 "Kabinen" gebouwd, de fabricagerechten werden in 1958 aan de Noordierse firma Dundalk Engineering verkocht, die ze doorverkocht aan het Engelse Trojan in Croydon, dat in 1962 met de bouw van de Trojan 200 begon en dat tot 1965 volhield.
Targa Florio 13
30.10.21
AUGUSTA
Targa Florio 12
29.10.21
Targa Florio 11
Klein en kloterig
Laten we er niet om heen draaien Una en ik zijn oud. Una is zestieneneenhalf en ik ben vijfentachtig. Respectabel, maar onze wereld wordt wel kleiner. Kon Una een maand geleden, na een paar vergeefse pogingen nog op de bank springen, nu lukt dat niet meer en slaapt ze op de vloer op een dekentje. Het centrum van het dorp haal ik niet meer met mijn rollator, dus gebruik ik de scootmobiel. Verhalen voor het blog moeten van anderman komen, maar anderman zie ik weinig meer, Goed, ik kan wel vertellen dat ik eergister met mijn scootmobiel, bij het oprijden van de straat naar het tuinpad met mijn scootmobiel, achterover ben gevallen en vervolgens vijf minuten bezig ben geweest weer op de de been te komen, maar zoiets toont alleen maar hoe klein en kloterig mijn wereld er uitziet.
28.10.21
Targa Florio 10
Geen bolides in 1936, op plaats negen eindigde nota bene een Fiat 519, waarvan het eerste exemplaar uit 1922 dateerde, met een zes-in-lijnmotor met een inhoud van 4766 cc, een verbruik van 22,5 liter per 100 km, een topsnelheid van 110 km/u. De 519 werd in 1927 uit productie genomen.
Op plaats acht eindigde een Bianchi S9 met Sergio Matrascia aan het stuur. Het was min of meer de zwanenzang van Bianchi als zelfstandige fabriek, want in 1938 werd de firma overgenomen door Fiat.
27.10.21
Targa Florio 9
KOMISCH
Niets leuker dan wanneer ik iemand iets met grotere stelligheid hoor beweren waar ik vraagtekens bij kan zetten. Zo zag ik deze week een programma waarin de jaren tachtig de belangrijkste jaren voor de popmuziek werden genoemd en waarvoor allerlei bewijzen werden aangevoerd. Ik zou het zelfde voor de jaren zestig kunnen doen, iemand anders zou ongetwijfeld de jaren vijftig kunnen noemen. Het hangt er vanaf wanneer je groot bent geworden. Circus Renz, zo las ik, was Nederlands meest bekende circus, net alsof Circus Toni Boltini nooit bestaan heeft, om over Circus Strassburger maar te zwijgen.
26.10.21
Heckelfoon
De sousafoon is niet uitgevonden door Sousa, net zo min als de sarrusofoon uitgevonden is door Sarrus maar de heckelfoon is in 1904 wel degelijk uitgevonden door Wilhelm Heckel (1856-1906). De heckelfoon is een dubbelrietinstrument met een respectabele lengte.
Sarrusofoon
Targa Florio 8
In 1932 won Nuvolari opnieuw, de auto was identiek: een Alfa Romeo 8C-2300 Monza, de gemiddelde snelheid was behoorlijk hoger: bijna 80 km/u., maar dat kwam ook doordat het circuit anders was. In 1933 was het opnieuw een 8C-2300, maar met een andere coureur: Antonio Brivio. In 1934 is het Achille Varzi, de winnaar van 1930, die met de eer gaat strijken op een Alfa Romeo Tipo-B P3 en in 1935 is het Antonio Brivio op een Alfa Romeo Tipo-B P3. Natuurlijk waren alle genoemde Alfa's ontworpen door Vittorio Jano. De foto toont de monopostoversie van de P3.
25.10.21
Targa Florio 7
In 1932 won één van de grootste coureurs aller tijden, Tazio Nuvolari, "de vliegende Mantuaan" (1892-1953) de Targa Florio. Het circuit was aangepast: vier rondjes van 146 kilometer, totaal 584 kilometer. Totale tijd negen uur, gemiddelde snelheid 64 km/u. De auto was een Alfa Romeo 8C-2300, die voor de rit was aangepast met voorspatborden om de coureurs te beschermen tegen het stof op de onverharde wegen. De 8C werd ook geleverd met een tourwagencarrosserie, als zodanig nam hij in 1932 deel aan de 24 Uur van Le Mans, die wagen had een achtcylindermotor bestaande uit twee achter elkaar geplaatste vier cylinderblokken met een totale inhoud van 2600cc.
24.10.21
Tarantella
BOEK
Targa Florio 6
23.10.21
Targa Florio 5
In 1924 verscheen Bugatti met het Type 35 bij de Grote Prijs van Lyon. Een tweeliter achtcylinder die het merk voorgoed op de kaart zou zetten. Een jaar later waren de eerste drie plaatsen bij de Targa Florio voor het merk: Constantini won, gevolgd door Minoia en Goux. De drie coureurs reden het Type 35T, een auto met een langere slag, zodat de cylinderinhoud groter was, namelijk 2300cc. In 1926 won Bartelomeo Contantini opnieuw op een Type 35T. Een jaar later won Emilio Materassi met een Type 35C, een tweeliter geblazen versie van het Type 35, in 1928 won Albert Divo op een Type 35B, een geblazen 2, 3 liter, hij zou het succes in 1929 herhalen op een Type 35C. De afstand was al die jaren 540km en de gemiddelde snelheid rond de 72 km/u. Vijf overwinningen in een rij: niet gering!
22.10.21
MUZIEK
Targa Florio 4
De af te leggen afstand verschilde nog al eens. De eerste drie jaren moest er 446 kilometer worden afgelegd, in 1909 146 kilometer, in 1910 297 kilometer, in 1911 opnieuw 446 kilometer, de volgende drie jaren 979 kilometer en daarna van 1919 tot en met 1924 432 kilometer. De reeks van Italiaanse successen was twee keer onderbroken de eerste keer door Peugeot in 1919, de tweede keer door Gulio Masetti in 1919 op een Mercedes die in 1914 aan de Grand Prix had meegedaan. In 1924 kwam Mercedes met bovenstaande wagen terug met Chrristan Werner aan het stuur. De gemiddelde snelheid was 66, 010 km/u.
21.10.21
TARGA FLORIO 3
De eerste jaren - tot en met 1911 - werd de race gewonnen door een Italiaan, in 1912 wist de Brit Cyril Stripe de reeks te onderbreken, maar wel met een Italiaanse auto, een S.C.A.T. , pas in 1919 won voor de eerste keer een buitenlandse wagen, een Peugeot met aan het stuur André Boillot (foto) de Targa Florio.
Baarn
Aan het begin van de Laanstraat koop ik wat rookwaar. Sigarenwinkels worden zeldzaam. De oudere dame, ik ben waarschijnlijk jaren ouder, telt de bedragen handmatig op op een blocknootje. Dat vind ik leuk. Een eind verderop is een winkel waar je alles kan krijgen op schoonmaak- en ander huishoudelijkgebied. De eigenaar stofzuigt, maar komt snel naar buiten. Het blijkt de man die in Bussum de franchise had van de Handyman en bij wie ik mijn batterijen kocht en gesprekken voerde. Hij is in Baarn voor zichzelf begonnen. De huur van het pand is een derde van wat hij in Bussum betaalde en bovendien zijn de klanten aardiger. Dat zal best kloppen, niet voor niets noem ik het Bussum het goyse dorp met geiwe.
20.10.21
Driewieler
De reeks over de Targa Florio wordt ongetwijfeld voortgezet, maar vereist nogal wat uitzoekerij, vandaar dit grappige voertuigje. Een driewieler met de naam "Castrarède" waarvan er maar één exemplaar bestaat en waarvan ik niet weet of het een eigenbouw is van de olijke heer, die zich er in verplaatst, of de poging van een fabriek die iets ongewoons op de markt trachtte te brengen. Uitgerust met een motorfietsmotor van het merk Gnome & Rhone en dus met een kickstarter. De grille van het wagentje komt me trouwens bekend voor.
KLEIN
Gister naar Baarn, voor de eerste keer zonder Una. Want voor een oude hond, zestieneneenhalf, is de afstand van het station in Baarn naar de Laanstraat te groot. Zij vertraagt inmiddels haar wandeltempo zeer slim door elk graspolletje onderweg heel enthousiast te besnuffelen. Maar het schiet niet op. Met mij trouwens ook niet, voor mij met rollator is station Baarn - Laanstraat ook een enorme afstand. Vreemde naam Laanstraat, het lijkt net of de ingezetenen het niet eens konden worden over wat het was: een laan of een straat, tot je erachter komt dat de straat is genoemd naar burgemeester Laan. In een traag tempo bereiken we het eerste punt van aanleg, de koffiewinkel van Boot, waar je keuze hebt uit verschillende koffies en dan bedoel ik niet cappuccino, espresso o.i.d., maar echt verschillende soorten koffies. Er naast zit bakker Kuiper, de enige bakker die ik ken die echt werk maakt van zijn etalage. Vervolgens naar boekhandel Den Boer, altijd een feest omdat er zoveel te vinden is. Ik aarzel tussen de aanschaf van de Memoires van Freek de Jonge, het nieuwe boek van Henk Spaan of De tachtigjarige vrede van Kees van Kooten. Het wordt het laatste boek, ook omdat Kees, net als ik ooit in de Haagse Vreeswijkstraat woonde en er ongetwijfeld een stukje in staat over die langs het Zuiderpark gelegen straat. We lopen de Laanstraat helemaal uit en langzaam dringt het besef tot mij door dat het voorgenomen bezoek aan Leeuwarden beter niet door kan gaan: lopen kost ongelooflijk veel moeite. Ik eet iets wat voor uiensoep moet doorgaan, maar waarvoor iedere Parijzenaar zich rot zou schamen en twee kroketten waarin het vlees vergeten is. Het is een lange tocht terug naar het station. De lift in het station is ook nog buiten dienst en dus moet ik mijzelf en de rollator moeizaam een lange trap ophijsen. Mijn wereld wordt erg klein.
19.10.21
Muziek
KAART
Targa Florio 2
18.10.21
Targa Florio
STOOMFIETS
17.10.21
BROEK
BOEREN
Nu we op de hoogte gebracht zijn van het feit we dat we de naam Caroline als Kerrolain dienen uit te spreken, heb ik het sterke vermoeden dat Jan als Djen, Siebe als Siebie en Frans als Frens moeten worden aangesproken.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold (Drs. Berend-Otto tur Vloet, Stienwaikerwold)
16.10.21
DE CASO
Marc de Caso (1893-1985) kwam na zijn opleiding aan de École
Polytechnique in Parijs in dienst van de Franse Nord Compagnie om zich
bezig te houden met de verbeteringen aan locomotieven, tenders en
rijtuigen. Van zijn hand zijn de in 1928 geïntroduceerde geheel metalen
rijtuigen, die de bijnaam "torpilles" kregen en tot 1936 gebouwd werden.
De Caso ontwierp voor de het netwerk van de Nord rond Parijs een
tenderlocomotief, de 141T, waarvan 72 exemplaren werden gebouwd en
waarvan de laatste exemplaren tot het stoomtijdperk rond
Parijs eindigde, in dienst bleven. De Caso's magnum opus is echter de
serie 232R, S en U (de T ontbreekt want die letter was voorbehouden aan
tenderlocomotieven). De serie R verscheen niet meer in het kenmerkende
bruin van de Nord, maar in 1940, na de samensmelting van de Franse
spoorwegmaatschappijen in 1938, in het SNCF-groen. Bovenstaande foto
toont een model van de 232R in zijn nadagen, in 1958 was er nog één van
de drie gebouwde locs aanwezig in het depot La Chapelle. Het model
veroorzaakte nogal wat zorgen, de basis is een door Jouef op de markt
gebrachte 232U met een transkit van de firma Railway, oorspronkelijk had
ik het geheel, na zorgvuldig afplakken van de wielen etc., in de primer
gespoten om het door een vriend in de juiste kleur te laten spuiten,
maar helaas die verf reageerde heel slecht op de primer, zodat de zaak
weer moest worden schoongekrabt en uiteindelijk met de hand moest worden
geschilderd en daarna geweathered.
15.10.21
Blauwe wagen
Kreeg een fraaie reactie op een stukje over de blauwe wagen:
Op de brug van de Prinsengracht in de Leidse straat als je vanaf het plein komt:
Pieter Klop sousafoon, Dick Klein banjo, mijn vader klarinet en tenorsax und meine Wenichkeit op washboard, werden gemaand te stoppen met spelen, want de mensen aan boord dansten zo synchroon dat de blauwe wagen uit de rails sprong. Het het viel gelukkig mee want ze hebben hem eenvoudig met een paar koevoeten weer op z’n plek gekregen. Het was de laatste rit van die tram, dus er waren allerlei gemeentelijk bobo’s aan boord met leuke dames, drank enzovoort.
WOEF
Zo'n dertig jaar geleden bezocht ik uit familiegronden in de buurt van Chicago op een zondagmorgen een enorme blanke kerkdienst, van het soort dat hier op een commerciële zender te zien schijnt te zijn. Mij was van te voren diverse malen op het lijf gedrukt dat ik me had te gedragen, maar dat had niet gehoeven: van huis uit ben ik doordrenkt met respect voor andermans overtuiging. Ik ben die ochtend dus uitermate braaf voor me uitkijkend op mijn plaats blijven zitten, terwijl de rest van de ongeveer drieduizend aanwezigen zich overgaf aan, wat ik maar zal omschrijven als ochtendgymnastiek: veel opstaan en met de armen zwaaien, kortom een Amerikaans equivalent van Nederland in beweging. Inmiddels is veel van dat respect van destijds bij mij verdwenen, omdat gelovigen in de Verenigde Staten het er naar gemaakt hebben. Recent hield ik een speurtocht door het internet en stuitte op een neringdoende, die kleding voor de 'christenhond' verkoopt.
Blauwe wagen
Waarom het mooie tramblauw in Amsterdam verdween is een raadsel, want hier toont de 454 zijn volle glorie. Hij behoort dan ook tot de serie blauwe wagens (446 - 475), gebouwd in 1935/'36. Eigenlijk moet ik schrijven verbouwd, want oorspronkelijk waren het bijwagens van de serie 901 - 930 uit 1929/'30 gebouwd door Beynes, de verbouw vond plaats in eigen beheer in de Centrale Werkplaats van het GVB. De balkons werden verlengd, terwijl de langsbanken in bijwagentoestand al vervangen waren door dwarsbanken. De serie 446 - 475 was onderverdeeld in een deel uitgerust met een AEG-motor (62,5 pk), een Smit-motor (65,5 pk) en een SSW-motor (75 pk).
14.10.21
ONTEVREDEN
Ontevreden over uw neus? Men wist er tijdens de Eerste Wereldoorlog wel raad mee. In het tijdschrift " Illustrierte Geschichte des Weltkrieges 1914/15" vond ik deze advertentie.
TRAM 2
Opnieuw een tram uit het Utrechtse, met voor ons land afwijkende kleuren: creme en groen. NMB (Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij ) 20. De NMB was met trams actief tussen 1 januari 1927 en 2 mei 1949 en was opvolger van de Ooster Stoomtrammaatschappij, die op zijn beurt actief was tussen 1 januari 1882 en 31 december 1926. NMB 20 kwam van het drieeneenhalve kilometer lange lijntje tussen Station Zeist en Station Driebergen en had drie collega's, alle gebouwd door Allan in Rotterdam en in dienst sedert 1911. Ze werden in 1923/'24 verbouwd en reden daarna tussen Utrecht en Zeist. NMB 20 werd in 1949 verkocht aan de Kleinbahn Wesel - Rees -Emmerich, maar kwam na opheffing van dat bedrijf in 1967 terug naar ons land en maakt sinds 1967 deel uit van de collectie van de Tramweg Stichting.
13.10.21
BAS
Tram
Op zeker moment reden alleen nog van origine Amerikaanse trams in Den Haag, ze waren slanker dan de PCC-cars in de Verenigde Staten en hadden een minder autobusachtig uiterlijk. Het was een groot succes en dat kunnen we van een bestelling uit 1923 bij de firma Brill in Philadelphia niet zeggen. Het ging destijds om drie trams voor een lijntje tussen Heveadorp en Arnhem. Al tijdens het proefrijden bleken de motoren te zwak voor de hellingen en werden de trams na twee jaar door de Arnhemse gemeentetram overgenomen, maar ook dat was geen succes en uiteindelijk werden ze alleen maar 's zomers gebruikt op de lijn naar het Oenluuchtmuseum. In 1931 werden de drie verkocht aan de NBM, kort daarop werden ze verbouwd tot achterrijtuig.
12.10.21
Roemenië
DKW 7
Voordat de vier fabrieken zich in 1932 aaneensloten tot Auto-Union had iedere fabriek uiteraard zijn eigen geschiedenis. DKW, begonnen met motorfietsen, bouwde zijn eerste auto in 1928, August Horch had voor de eeuwwisseling bij Benz gewerkt en bouwde zijn eersteling onder eigen naam in 1900, Audi dateert uit 1910, nadat August Horch de de fabriek met eigen naam verlaten had, begon hij in 1910 Audi, de gelatiniseerde vorm van zijn achternaam en Wanderer, een rijwielfabriek, begon na een paar pogingen in het eerste decennium van de vorige eeuw, in 1911 met reguliere autofabricage. De foto toont een Wanderer W25K van kort voor de oorlog, een zescylinder met compressor.
11.10.21
DKW 6
Helaas heeft dit Type UW in 1934 de Audi-Werke in Zwickau nooit in deze gedaante verlaten. Er verscheen wel een UW met een 1963cc Wanderermotor, maar die had voor de jaren dertig een heel klassieke carrosserie. De auto had een vierversnellingsbak, waarvan de hoogste twee waren gesynchroniseerd en de top lag bij 100 km/u.