31.10.21

BOEM

  


Charles Trenet:  BOUM

NIJLPAARD

 


Flanders & Swann: The Hippopotamus Song

KLEIN

 

De Kleinschnittger was anders dan de hierboven afgebeelde Heinkel geen "bubble car" maar een piepkleine cabriolet met een aluminium carrosserie en een Ilo- ééncylindertweetactmotor met een inhoud van 125cc. Er werden in Arnsberg tussen 1950 en 1957, toen de fabriek failliet ging, zo'n tweeduizend stuks gebouwd. 
De afgebeelde Heinkel, die maar een  tweetal jaren in productie was (1956-'57) is wel een "bubble car",  Duitsers noemen dergelijke autootjes trouwens "Rollermobile".  
Ernst Heinkel (1888-1958) was in 1922 in Rostock begonnen met de bouw van vliegtuigen. De fabriek werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd en de bruikbare restanten werden na de oorlog door de Russen  naar de Sowjet-Unie getransporteerd. Heinkel startte begin jaren vijftig in West-Duitsland met het leveren van een scooter: de Heinkel "Tourist", uitgerust met een 175cc viertactmotor. In 1956 verscheen het  autootje, de Heinkel "Kabine" op drie wielen en met dezelfde motor, in 1957 kreeg hij achter twee dichtbijelkaar geplaatste wielen en een 200ccviertactmotor (eerst een 204cc, later een 198cc-motor). De ongesynchroniseerde versnellingbak had vier versnellingen. Totaal zijn er 6436 "Kabinen" gebouwd, de fabricagerechten werden in 1958 aan de Noordierse firma Dundalk Engineering verkocht, die ze doorverkocht aan het Engelse Trojan in Croydon, dat in 1962 met de bouw van de Trojan 200 begon en dat tot 1965 volhield.

Targa Florio 13

 


Geen Targa Florio tot  1948 toen er één ronde werd gereden van 1080 kilometer. Winnaars werden Clemente  Biondetti en Igor Troubetzkoy op een Ferrari 166. Twee winnaars op  één auto, dat was nieuw. Er  werd dus, net als bij de  24 Uur van Le Mans van coureur gewisseld. De gemiddelde snelheid over de 1080 kilometer was 88.866 km/u.  Ferrari was met eigen productie begonnen in 1947. De 166 had een  V12-motor met een cylinderinhoud van 1995cc en een topsnelheid van 220km/u.


30.10.21

URK

Waarom wordt Tamara Benima geen rabbijn op Urk?

AUGUSTA

 

Toen ik deze week memoreerde dat een Lancia Augusta in 1936 de Targa  Florio won, bedacht ik dat ik ooit  in Hilversum deze Augusta fotografeerde die thuishoorde op de Hilversumse Vaartweg, maar waarschijnlijk meeëmigreerde met de eigenaar naar Nieuw-Zeeland. De Augusta had een net geen 1200cc V4-motor. Als ik me goed herinner dateerde de wagen in kwestie uit 1934. Let op het stuur rechts en de twee reservewielen achterop. 


 

Targa Florio 12


In 1938 en '39 behaalde een Maserati 6CM opnieuw als eerste de eindstreep. De afstanden waren verschillend: in  1938 waren het dertig ronden, zodat het totaal op 114 kilometer kwam, in 1938 waren het veertig ronden met een totaal van 136 kilometer. Men reed op het Favorita Park dat een lengte had van 5,26 kilometer had. In 1938  won Giovanni Rocco en in 1939 de bekende coureur Luigi Viloresi. Laatstgenoemde zou ook in 1940 winnen, maar dan op een Maserati 4CL (foto),  een viercylinder met een motorinhoud  van net  geen 1500 cc,in dat jaar was de gemiddelde snelheid van de winnaar 142 km/u. De uit de 4CL ontwikkelde 4CLT zou tot in de late jaren vijftig succesvol blijven.

29.10.21

Targa Florio 11

 


In 1937 is alles weer bij het oude, tenminste zo lijkt het. Gewonnen wordt  er door een Maserati CM6 met Giulio Severi  aan het stuur, die echter zestig rondjes draait op een wel heel klein circuit om 315 kilometer af te leggen met  een gemiddelde snelheid  van 107 km/u. Oorspronkelijk vijf broers - Carlo (overleden 1912), Bindo, Alfieri, Ettore en Ernesto - hielden  ze  zich bezig  met het racen van motorfietsen en auto's en werkte Carlo voor o.a. Fiat en Bianchi en Bindo en Alfieri voor Isotta-Fraschini, waarna Alfieri een kleine garage opende in Bologna, daarna gingen de broers over tot het  maken van bougies. In 1925 vinden we ze bij Diatto waarvoor ze een geblazen achtcylinder-in-lijn grand prixwagen vervaardigen, wanneer Diatto een jaar  later zijn zijn raceafdeling sluit, nemen de broers de auto's over en stichten ze de Officini Alfieri Maserati met de befaamde drietand als merk. Na de dood van Alfieri in 1932 komt Ernesto aan het  roer en onder zijn leiding worden vier- en zescylinders gemaakt, waaronder de 6CM  met een motor met een cylinderinhoud van 1493cc.

Klein en kloterig

Laten we er niet om heen draaien Una en ik zijn oud. Una is zestieneneenhalf en ik ben vijfentachtig. Respectabel, maar onze wereld wordt wel kleiner. Kon  Una een maand geleden, na een paar  vergeefse pogingen nog op de  bank  springen, nu lukt dat niet meer  en slaapt ze op de vloer  op een dekentje. Het centrum van het dorp haal ik niet  meer met mijn rollator, dus  gebruik ik de scootmobiel. Verhalen voor het blog moeten van anderman komen, maar anderman zie ik weinig meer, Goed, ik  kan wel vertellen dat ik eergister met mijn scootmobiel, bij het oprijden van de straat naar het tuinpad  met mijn scootmobiel, achterover  ben gevallen en vervolgens vijf minuten bezig ben geweest weer op de de been te komen, maar zoiets toont alleen maar hoe klein en kloterig mijn wereld er uitziet.

28.10.21

Targa Florio 10

 

Geen bolides in 1936, op plaats negen eindigde nota bene een Fiat 519, waarvan het eerste exemplaar uit 1922  dateerde, met een zes-in-lijnmotor met een inhoud van  4766 cc, een verbruik van 22,5 liter per 100 km, een topsnelheid van 110 km/u. De 519 werd in 1927 uit productie genomen.

Van recenter datum was de Fiat 1500, bij het ontwerp was zelfs een windtunnel te pas gekomen, zij eindigden op plaats vijf, zes, tien en elf. De 1500 had een zes cylinder in lijn, met een inhoud van 1493 cc, ws in 1935 in productie gekomen zou tot 1948  in het leveringsprogramma blijven. De topsnelheid was 115 km/u. 


Op plaats acht eindigde een  Bianchi S9 met Sergio Matrascia aan het stuur. Het was min of meer de zwanenzang van Bianchi als zelfstandige fabriek, want in 1938 werd de firma overgenomen door Fiat. 

27.10.21

Targa Florio 9

 


De Targa Florio van 1936 week af van wat er ooit daarvoor gebeurde: de rit bestond uit twee rondjes en was totaal slechts 144 kilometer lang. Winnaar werd Constantino Magistri, niet in een racewagen maar in een doodgewone personenauto: een Lancia Augusta, met een motor  met een inhoud van net geen 1200cc. De nummers 2, 3, 4 en 7 waren eveneens Augusta's. De gemiddelde snelheid van de winnaar was net geen  68 km/u.

KOMISCH

Niets leuker dan wanneer ik iemand iets met grotere stelligheid hoor beweren waar ik vraagtekens bij kan zetten. Zo zag ik deze week een programma waarin de  jaren tachtig de belangrijkste jaren voor de popmuziek werden genoemd en waarvoor allerlei bewijzen werden aangevoerd. Ik zou het zelfde voor de jaren zestig kunnen doen, iemand anders zou ongetwijfeld de jaren vijftig kunnen noemen. Het hangt er vanaf wanneer je groot  bent geworden. Circus Renz, zo  las ik, was Nederlands meest bekende circus, net alsof Circus Toni Boltini nooit bestaan heeft, om over Circus Strassburger maar te zwijgen.

26.10.21

Heckelfoon

 


De  sousafoon is niet uitgevonden door  Sousa, net zo min als  de sarrusofoon uitgevonden is door Sarrus maar de heckelfoon is in 1904 wel degelijk uitgevonden door Wilhelm Heckel (1856-1906). De heckelfoon is een dubbelrietinstrument met een respectabele lengte.

Sarrusifoon 2

 De sarrusofoon in een  klassiekere setting: Robert  Schumanns "Frölicher Landmann".

Sarrusofoon


Een in onbruik geraakt instrument, de sarrusofoon, bespeeld door Sidney Bechet in "Mandy make  up  your mind".  De sarrusofoon, in 1856 uitgevonden en genoemd naar de Franse kapelmeester Sarrus, kent net als de saxofoon een uitgebreide familie - van sopranino tot contrabas -, maar had anders  dan de saxofoon oorspronkelijk  een dubbelriet. Adolphe Sax vond dat er een inbreuk was gemaakt op zijn patent en  hij  spande een rechtzaak aan, die hij  verloor.


Targa Florio 8

 


In 1932 won Nuvolari opnieuw, de auto was identiek: een Alfa Romeo 8C-2300 Monza, de gemiddelde snelheid was behoorlijk hoger: bijna 80 km/u., maar dat kwam ook doordat het circuit anders was. In 1933 was het opnieuw een 8C-2300, maar met een andere coureur: Antonio Brivio. In 1934  is het Achille Varzi, de winnaar van 1930, die met de eer gaat strijken op een Alfa Romeo Tipo-B P3 en in 1935 is het Antonio Brivio op een Alfa Romeo Tipo-B P3.
Natuurlijk waren alle genoemde Alfa's ontworpen door Vittorio Jano. De foto toont de monopostoversie van de P3.

25.10.21

Targa Florio 7

 



In 1932 won één van de grootste coureurs aller tijden, Tazio Nuvolari, "de vliegende Mantuaan" (1892-1953) de Targa Florio. Het circuit was aangepast: vier rondjes van 146  kilometer, totaal 584 kilometer. Totale tijd negen uur, gemiddelde snelheid 64 km/u. De auto was een Alfa Romeo 8C-2300, die voor de rit was  aangepast met voorspatborden om de coureurs te beschermen tegen het stof op de onverharde wegen. De 8C werd ook  geleverd  met een tourwagencarrosserie, als zodanig nam hij in 1932 deel aan de 24 Uur van Le Mans,  die wagen had een achtcylindermotor bestaande uit twee achter elkaar geplaatste vier cylinderblokken met een totale inhoud van 2600cc.



 

24.10.21

Tarantella

 La Tarantella van Christoforo Caresana uitgevoerd door het ensemble "L'Arpeggiata" o.l.v. Christine Pluhar

BOEK


Ooit op de Bussumse markt vier boeken gekocht. Het meest merkwaardige is een piepklein boekje: "De neue Reichstag" uit 1893. Alle leden van de toenmalige rijksdag staan er in. Allemaal mannen, veel met baarden, anderen met snorren. Een behoorlijk aantal is van adel, Freiherr o.i.d. en Elzas-Lotharingen lijkt voornamelijk vertegenwoordigd door rooms-katholieke geestelijken. Ik zou graag weten hoe het volk in dat twintig jaar eerder op Frankrijk veroverde gebied over hen dacht. De samensteller heeft zijn uiterste best gedaan van alle afgevaardigden een portret en cv te krijgen, dat is niet altijd gelukt en soms is hij daar narrig over en plaatst i.p.v. een foto de volgende mededeling "Alle Versuche, direkt oder indirekt Bild und Biographie des Abgeordn. (volgt naam) zu erhalten sind gescheitert." Een sociaal-democratische afgevaardigde is in de jaren tachtig van de 19e eeuw vanwege zijn overtuiging uit Berlijn verbannen en heeft daarna vanwege diezelfde overtuiging in de gevangenis gezeten. Achterin het boekje staat een lijst van de fracties in de rijksdag, die opent met "Antisemiten s. dtsch. Reformpartei" en onder Deutsche Reformpartei u. Antisemiten staan 13 afgevaardigden: Ahlwardt, Dr. Boeckel, Graefe, Hänichen, Hirschel, Klemm, Köhler, Leuss, Lieber, Liebermann v. Sonnenberg, Losse, Werner, Zimmermann.

 

Targa Florio 6

 


Van 1930 tot 1935 was de beurt aan Alfa Romeo om de  Targa Florio te winnen, of dat  met staatssteun gebeurde weet ik niet.  Het zou kunnen dat Mussolini het niet kon verkroppen dat een race op Italiaanse bodem door Franse firma werd gewonnen. In 1930 won Achille Varzi op de in 1924 door Vittorio Jano (1891-1865) ontworpen P2, een achtcylinder in lijn, met  een cylinderinhoud van 1987 cc, later gewijzigd in 2006 cc. Varzi verloor tijdens de race het uit de staart stekende reservewiel en bij het tanken vloog op zeker ogenblik de achterzijde in brand. De gemiddelde snelheid was 78 km/u.

23.10.21

HEEL GOED

Het was natuurlijk uiterst op zijn plaats dat het Acht Uur Journaal gisteravond opende  met de  lotgevallen van een Turkse  rapper en het verscheiden van Bernard  Haitink op de derde plaats zette.

Targa Florio 5

 


In 1924 verscheen Bugatti  met het Type 35 bij  de Grote Prijs van Lyon. Een tweeliter achtcylinder die het merk voorgoed op de kaart zou zetten. Een jaar later waren de eerste drie plaatsen bij de Targa  Florio voor het merk: Constantini won, gevolgd door Minoia en Goux. De drie coureurs  reden het Type 35T, een auto met een langere slag, zodat de cylinderinhoud groter was, namelijk 2300cc. In 1926 won Bartelomeo Contantini opnieuw  op een Type 35T.  Een jaar later won Emilio Materassi met een Type 35C, een tweeliter geblazen versie van het Type 35, in 1928 won Albert Divo op een Type 35B, een geblazen 2, 3 liter, hij zou het succes in 1929 herhalen op een Type 35C. De afstand was al die jaren 540km en de gemiddelde snelheid rond de 72 km/u. Vijf overwinningen in een  rij: niet gering!

22.10.21

RACEN

 

race met vintage auto's op Goodwood

MUZIEK

De meeste, nieuw uitgevonden instrumenten werden een eeuw geleden door postorderbedrijven in de Verenigde Staten verkocht, maar soms werden ook particulieren ingeschakeld, die langs de deuren gingen en per verkocht instrument een percentage van de prijs ontvingen, dat was onder andere het geval met deze ukelin (foto). De kans dat er vandaag iemand met een nieuw instrument voor de deur staat is zelfs in de Verenigde Staten gering: nieuwe instrumenten komen er nauwelijk bij. Uit de jaren tachtig dateert de omnichord, een soort electrische autoharp, op de markt gebracht door de Suzuki Musical Instrument Corporation. Het is een opvolger van de tronichord. De omnichord is trouwens nog steeds in de handel, maar dan als Qchord. Een en ander werkt hevig op mijn lachspieren.

 

Targa Florio 4

 


De af te leggen afstand verschilde nog al eens. De eerste drie jaren moest er 446 kilometer worden afgelegd, in 1909 146 kilometer, in 1910 297 kilometer, in 1911 opnieuw 446 kilometer, de volgende drie jaren 979 kilometer en daarna van 1919 tot en met 1924 432 kilometer. De reeks van Italiaanse successen was twee keer onderbroken de eerste keer door Peugeot in 1919, de  tweede keer door Gulio Masetti in 1919 op een Mercedes die in 1914 aan de Grand Prix had meegedaan. In 1924 kwam Mercedes  met bovenstaande wagen terug met Chrristan Werner aan  het  stuur. De gemiddelde snelheid was 66, 010 km/u.

21.10.21

TARGA FLORIO 3

 


Cyril Stripe  in de S.C.A.T.

De eerste jaren - tot en met 1911 - werd de race gewonnen door een Italiaan, in 1912  wist de Brit Cyril Stripe de  reeks te onderbreken, maar wel met een Italiaanse auto, een S.C.A.T. ,  pas in 1919  won  voor de eerste keer een buitenlandse wagen, een Peugeot met aan het stuur  André Boillot (foto) de Targa Florio.




 

Baarn

Aan het begin van de Laanstraat koop ik wat rookwaar. Sigarenwinkels worden zeldzaam. De oudere  dame, ik ben waarschijnlijk jaren ouder, telt de bedragen handmatig op op een blocknootje. Dat vind ik  leuk. Een eind verderop is een winkel waar je alles kan krijgen op schoonmaak- en ander huishoudelijkgebied. De eigenaar stofzuigt, maar komt snel naar buiten. Het blijkt de man die in Bussum de franchise had van de Handyman en bij wie ik  mijn batterijen kocht en gesprekken voerde. Hij is in Baarn  voor zichzelf begonnen. De huur van het pand is een derde van wat hij in Bussum betaalde en bovendien zijn de klanten aardiger. Dat zal  best kloppen, niet voor niets  noem ik het Bussum het  goyse dorp met geiwe.

20.10.21

Driewieler

 


De reeks over de  Targa Florio wordt ongetwijfeld voortgezet, maar vereist nogal wat uitzoekerij, vandaar dit grappige voertuigje. Een driewieler met  de naam "Castrarède" waarvan er maar één exemplaar bestaat en waarvan ik niet weet of het  een eigenbouw is van de olijke heer, die zich er in verplaatst, of de  poging  van een fabriek die iets ongewoons op de markt trachtte te brengen. Uitgerust met een motorfietsmotor van het merk Gnome & Rhone en dus met een kickstarter. De grille van het wagentje komt me trouwens bekend voor.

KLEIN

Gister naar Baarn, voor de eerste keer zonder Una. Want voor een oude hond, zestieneneenhalf,  is de afstand van het station in Baarn naar de Laanstraat te groot. Zij vertraagt inmiddels haar wandeltempo zeer slim door elk graspolletje onderweg heel enthousiast te besnuffelen. Maar het schiet niet op. Met mij  trouwens ook niet, voor mij met rollator is station Baarn - Laanstraat ook een enorme afstand. Vreemde naam Laanstraat, het lijkt net of de ingezetenen het niet eens konden worden over wat het was:  een laan of een straat, tot je erachter komt dat de straat is genoemd  naar burgemeester Laan.  In een  traag tempo bereiken we het eerste  punt van aanleg, de koffiewinkel van Boot, waar je keuze hebt uit verschillende koffies en dan bedoel ik niet  cappuccino, espresso o.i.d., maar echt verschillende soorten koffies. Er naast zit bakker Kuiper, de enige bakker  die ik ken die echt werk maakt van zijn etalage. Vervolgens naar boekhandel Den Boer, altijd een feest omdat er zoveel te vinden is. Ik aarzel tussen  de aanschaf van de Memoires van Freek de Jonge, het  nieuwe boek van Henk Spaan of De tachtigjarige vrede van Kees van Kooten. Het wordt het laatste boek, ook omdat Kees, net als ik ooit in de Haagse Vreeswijkstraat woonde en er ongetwijfeld een stukje in staat over die langs het Zuiderpark gelegen straat. We lopen de Laanstraat helemaal uit en langzaam dringt  het besef tot mij door dat het voorgenomen bezoek aan Leeuwarden beter niet door  kan gaan: lopen kost ongelooflijk veel moeite. Ik eet iets  wat voor uiensoep  moet  doorgaan, maar waarvoor iedere Parijzenaar zich rot zou schamen en twee kroketten waarin het vlees vergeten is.  Het is een lange tocht terug naar het station. De lift in het station is ook nog buiten dienst en dus moet ik mijzelf en de rollator moeizaam een lange trap ophijsen. Mijn wereld wordt erg klein.

Den Haag

 


 tekening vanuit mijn slaapkamerraam gezicht op de hoek Leyweg/Melis Stokelaan in 1954

19.10.21

Muziek

 

KAART



Tussen mijn "muziekprentbriefkaarten" vond ik deze kaart van het origineel Hongaarse Tamburitza-orkest 'Czordas'. Redelijk verwarrend moet ik zeggen, want tamburitzamuziek komt oorspronkelijk uit Kroatië, maar is meegeëmigreerd, toen een paar eeuwen geleden Kroaten uit angst voor Turkse overheersing naar Hongarije vluchtten, terwijl de naam czardas ontleend is aan een Hongaarse volksdans, die zijn wortels vindt in de verbunkos, een recruteringsdans. In iedere wat grotere Amerikaanse stad, waar een flink aantal Kroaten woont, vind je wel een tamburitza-orkest. Maar een van de beste ensembles komt wel degelijk uit Hongarije: 'Vujicsiscs', afstammelingen van vluchtelingen uit Kroatië. Begin jaren negentig had ik ze 's nachts in de studio.

Targa Florio 2

 


Een jaar later waren er 46 deelnemers aan de Targa Florio. Winnaar werd Felice Nazarro - die van 1912 tot 1922 een eigen autofabriek had en in 1913 op een auto van eigen merk de Targo  Florio opnieuw zou winnen - op Fiat, en nummer twee was Vincenzo Lancia - eveneens eigenaar van een eigen merk - ook op Fiat. De Fiat was van het Type 28-40, een vierclinder, waarvan de motor in twee blokken gegoten was, met een inhoud van 7363cc. Remmen ging met de voetrem op  de transmissie en met de handrem op de achterwielen. de topsnelheid was 95km/u. De totale afstand die moest worden afgelegd was zo'n 446 km , Nazarro haalde een gemiddelde snelheid van nabij 59 km per uur.

18.10.21

Targa Florio



Het Museo Targa Florio, gewijd aan de fameuze autorace op Sicilië, bevindt zich in Collesano. De eerste race, 146 kilometer over geaccidenteerd terrein uitgezet door de rijke Siciliaanse ondernemer en race-enthousiast Vincenzo Florio, werd gehouden op 6 mei 1906 en gewonnen door Allesandro Cagno op Itala met een gemiddelde snelheid van 46,8 km/u. Er waren maar tien deelnemers. 



STOOMFIETS

 


Heel wat jaren geleden noemde men een motorfiets wel een stoomfiets. Dat er iemand is die echt een op kolen gestookte  stoomfiets bouwt is uiterst bijzonder.

17.10.21

BROEK

Je ziet ze weinig meer: plusfours. Plusfour staat zelfs niet meer in het Nederlands - Friese deel van het Frysk Wurdboek, ik wilde de spelling nakijken en greep het meest voor de hand staande woordenboek, omdat ik aarzelde of ik plusfours of plus-fours moest schrijven. De plusfour was als het jeugdkleed van de mantelmeeuw, geen kuiken, maar ook niet volwassen. Het was een wat genante dracht en behalve een enkeling, zoals Albert van Sondel uit mijn klas, probeerden we de plusfour, door hem laag op de schoenen te laten hangen, zoveel mogelijk op de gewenste lange broek te laten lijken. Albert droeg hem echter hoog en had er ook nog witte kniekousen onder, hij is later dan ook bij de marine gegaan. Als ik erover nadenk is het vreemd, als kind wilde je zo snel mogelijk uit de korte broek in de plusfour om daarna die, na een paar jaar, in te wisselen voor de lange broek, nu zie ik bejaarde mannen, zonder enige schaamte in het goyse dorp met geiwe dorp winkelen in korte broek.

 

BOEREN

Nu we op de hoogte gebracht zijn van het feit we dat we de naam Caroline als Kerrolain dienen uit te spreken, heb ik het sterke vermoeden dat Jan als Djen,  Siebe als Siebie en Frans als Frens moeten worden aangesproken. 

Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold (Drs. Berend-Otto tur Vloet, Stienwaikerwold)

16.10.21

UNA

 

UNA: "BETTER NA REAL DUG!"

DE CASO

 

Marc de Caso (1893-1985) kwam na zijn opleiding aan de École Polytechnique in Parijs in dienst van de Franse Nord Compagnie om zich bezig te houden met de verbeteringen aan locomotieven, tenders en rijtuigen. Van zijn hand zijn de in 1928 geïntroduceerde geheel metalen rijtuigen, die de bijnaam "torpilles" kregen en tot 1936 gebouwd werden. De Caso ontwierp voor de het netwerk van de Nord rond Parijs een tenderlocomotief,  de 141T, waarvan 72 exemplaren werden gebouwd en waarvan de laatste exemplaren tot het stoomtijdperk rond Parijs eindigde, in dienst bleven. De Caso's magnum opus is echter de serie 232R, S en U (de T ontbreekt want die letter was voorbehouden aan tenderlocomotieven). De serie R verscheen niet meer in het kenmerkende bruin van de Nord, maar in 1940, na de samensmelting van de Franse spoorwegmaatschappijen in 1938, in het SNCF-groen. Bovenstaande foto toont een model van de 232R in zijn nadagen, in 1958 was er nog één van de drie gebouwde locs aanwezig in het depot La Chapelle. Het model veroorzaakte nogal wat zorgen, de basis is een door Jouef op de markt gebrachte 232U met een transkit van de firma Railway, oorspronkelijk had ik het geheel, na zorgvuldig afplakken van de wielen etc., in de primer gespoten om het door een vriend in de juiste kleur te laten spuiten, maar helaas die verf reageerde heel slecht op de primer, zodat de zaak weer moest worden schoongekrabt en uiteindelijk met de hand moest worden geschilderd en daarna geweathered.


Na de 232R, waarvan drie exemplaren werden gebouwd, werden in 1940 en '41 vier 232S'n afgeleverd, die in plaats van een drie- een viercylinder hadden en wat was het mooi geweest als er na de oorlog met de bouw ervan was verder gegaan, maar  dat mocht niet zo zijn, uit de Verenigde Staten en uit Canada werden tussen 1945 en '47 1340 locomotieven van het type 141R geïmporteerd.  De 141R was een universeel inzetbare locomotief, zowel voor personen- als voor goederentreinen, terwijl de 232S  een luxe paardje was, bovendien zou de opkrabbelende Franse industrie niet in staat zijn geweest om zo'n enorme serie te bouwen. In Frankrijk werd maar een handjevol locomotieven gefabriceerd, zoals de 232S en de 241P, van laatstgenoemde serie verschenen tussen 1948 en '52 35 exemplaren op de rails. De zwanenzang van de Franse stoomlocomotief is voorbehouden aan de 232U-1 (geluid uitzetten!), in 1949 werd deze door de spoorwegmensen "La Divine" gedoopte viercylinderlocomotief afgeleverd, het was net als de S een viercylinder gekoppeld aan een 36B-tender. Van de door  Marc de Caso's ontwikkelde 232-serie werden uiteindelijk dus maar acht locomotieven gebouwd. Wie de U in het echt wil zien, reppe zich naar het schitterende spoorwegmuseum in Mulhouse, dat anders dan in Utrecht de bezoeker als volwassen beschouwt.


 

15.10.21

Blauwe wagen

Kreeg een fraaie reactie op een stukje over de blauwe wagen: 

Op de brug van de Prinsengracht in de Leidse straat als je vanaf het plein komt:
Pieter Klop sousafoon, Dick Klein banjo, mijn vader klarinet en tenorsax und meine Wenichkeit op washboard, werden gemaand te stoppen met spelen, want de mensen aan boord dansten zo synchroon dat de  blauwe wagen uit de rails sprong. Het het viel gelukkig mee want ze hebben hem eenvoudig met een paar koevoeten weer op z’n plek gekregen. Het was de laatste rit van die tram, dus er waren allerlei gemeentelijk bobo’s aan boord met leuke dames, drank enzovoort.

WOEF

 


 

Zo'n dertig jaar geleden bezocht ik uit familiegronden in de buurt van Chicago op een zondagmorgen een enorme blanke kerkdienst, van het soort dat hier op een commerciële zender te zien schijnt te zijn. Mij was van te voren diverse malen op het lijf gedrukt dat ik me had te gedragen, maar dat had niet gehoeven: van huis uit ben ik doordrenkt met respect voor andermans overtuiging. Ik ben die ochtend dus uitermate braaf voor me uitkijkend op mijn plaats blijven zitten, terwijl de rest van de ongeveer drieduizend aanwezigen zich overgaf aan, wat ik maar zal omschrijven als ochtendgymnastiek: veel opstaan en met de armen zwaaien, kortom een Amerikaans equivalent van Nederland in beweging. Inmiddels is veel van dat respect van destijds bij mij verdwenen, omdat gelovigen in de Verenigde Staten het er naar gemaakt hebben. Recent hield ik een speurtocht door het internet en stuitte op een neringdoende, die kleding voor de 'christenhond' verkoopt.

Waar...

Dr. Cliff Hanger had de top van Ben Nevis na een moeizame klautertocht bereikt en keek uit  over het  schitterende Schotse landschap toen hij een merkwaardig geluid hoorde. Hij wist niet waar het vandaan kwam.

Blauwe wagen

 


Waarom het mooie tramblauw in Amsterdam verdween is een raadsel, want hier toont de 454 zijn volle glorie. Hij behoort dan ook tot de serie  blauwe wagens (446 - 475), gebouwd in 1935/'36.  Eigenlijk moet ik schrijven  verbouwd, want oorspronkelijk waren  het bijwagens van de serie 901 - 930 uit 1929/'30 gebouwd door Beynes, de verbouw vond plaats in eigen beheer in de Centrale Werkplaats van het GVB. De balkons werden verlengd, terwijl de langsbanken in bijwagentoestand  al vervangen waren door dwarsbanken. De serie 446 - 475 was onderverdeeld in een deel uitgerust met een AEG-motor (62,5 pk), een Smit-motor (65,5 pk) en een SSW-motor (75 pk).

14.10.21

ONTEVREDEN

Ontevreden over uw neus? Men wist er tijdens de Eerste Wereldoorlog wel raad mee. In het tijdschrift " Illustrierte Geschichte des Weltkrieges 1914/15" vond ik deze advertentie.


TRAM 2

 

Opnieuw een tram uit het Utrechtse, met voor ons land afwijkende kleuren: creme en groen. NMB (Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij ) 20. De NMB was met trams actief tussen 1 januari 1927 en 2 mei 1949 en was opvolger van de Ooster Stoomtrammaatschappij, die op zijn beurt actief  was tussen 1 januari 1882 en 31 december 1926. NMB 20 kwam van het drieeneenhalve kilometer  lange lijntje tussen Station Zeist en Station Driebergen en had drie collega's, alle gebouwd door Allan in Rotterdam en in dienst  sedert 1911. Ze werden in 1923/'24 verbouwd en reden  daarna tussen Utrecht en Zeist. NMB 20 werd in 1949 verkocht aan  de Kleinbahn Wesel - Rees -Emmerich, maar kwam na opheffing van dat bedrijf in 1967 terug naar ons land en maakt sinds 1967 deel uit van  de collectie van de Tramweg Stichting.


O!

LANTERFANTOOM - LUI SPOOK

13.10.21

BAS

Veel geplukt dan wel gestreken werk op de bullfiddle viel er, toen jazz accoustisch op de 78-toerenplaat werd gezet, niet te genieten. Het is meestal de geblazen bas, de tuba, die op de plaat  terecht komt. Die kan niet alleen beter worden opgenomen, maar heeft in New Orleans ook een rol die een bullfiddle nooit kan spelen: in een "streetparade".  Cyrus St.Clair blaast de tuba in "Red River Blues" en laat duidelijk horen dat de tuba meer kan zijn dan een ritme-insrument. Eén van de allereerste opnames waar de bullfiddle luid en duidelijk hoorbaar is  is "Hot and Bothered" van Duke Ellington met Wellman Braud (foto) aan de bas. Het chase-chorus van Bubber Miley, trompet en Baby Cox, stem is een ander opmerkelijk deel van deze opname uit 1928.

 

Tram

 


Op zeker moment reden alleen nog van origine Amerikaanse trams in Den Haag, ze waren slanker dan de PCC-cars in de Verenigde Staten  en hadden een minder autobusachtig uiterlijk. Het was een  groot succes en dat kunnen we van een  bestelling uit 1923 bij de firma Brill in Philadelphia niet zeggen. Het ging destijds om drie trams voor een lijntje tussen Heveadorp en Arnhem. Al tijdens het proefrijden bleken de motoren te zwak voor de hellingen en werden de trams na twee jaar door de Arnhemse gemeentetram overgenomen, maar ook dat was geen succes en uiteindelijk werden ze alleen maar 's zomers gebruikt op de lijn naar het Oenluuchtmuseum. In 1931 werden de drie verkocht aan de NBM, kort daarop werden ze verbouwd tot achterrijtuig.

12.10.21

Roemenië

 

Er bestaan tamelijk veel poppen in de een of andere Roemeense dracht. Vaak zijn de labeltjes verdwenen en wordt het een enorme uitzoekerij in welke dracht van welke streek de pop gekleed is. Soms brengen boeken uitkomst, maar dan nog, wat begin je met de vermelding "Romania Coop., Arta Crisana Oradea//Papusa Traranca Lapusului//Simbol; c xvi//N.T. 403-76//Pretal 75 lei" in een Amerikaans boekje. 75 Lei is de oorspronkelijke prijs  en het eerste deel van de vermelding slaat ongetwijfeld op het collectief dat de pop vervaardigd heeft.  Pas door de vermeldingen te vergelijken en daardoor verschillen in de omschrijvingen te ontdekken kom ik er achter waar de beschreven pop vandaan komt, uit Lapusului. Zo vond ik dat bovenstaande pop gekleed is in een costuum uit Almaş in de regio Arad.

DKW 7

 


Voordat de vier fabrieken zich in 1932 aaneensloten tot Auto-Union  had iedere fabriek uiteraard zijn eigen geschiedenis. DKW, begonnen met motorfietsen, bouwde zijn eerste auto in 1928, August Horch  had voor de eeuwwisseling bij Benz gewerkt en bouwde zijn eersteling onder eigen naam in 1900, Audi dateert uit 1910, nadat August Horch de de fabriek met eigen naam verlaten had, begon hij in  1910 Audi, de gelatiniseerde vorm van zijn achternaam en Wanderer,  een rijwielfabriek, begon na een paar pogingen in het eerste decennium van de vorige eeuw, in 1911 met reguliere autofabricage. De foto toont een Wanderer W25K van kort voor de oorlog, een zescylinder met compressor.

11.10.21

DKW 6

 

Helaas heeft dit Type UW in 1934 de Audi-Werke in Zwickau nooit in deze gedaante verlaten. Er verscheen wel een UW met een 1963cc Wanderermotor, maar die had voor de jaren dertig een heel klassieke carrosserie. De auto had een vierversnellingsbak, waarvan de hoogste twee waren gesynchroniseerd en de top lag bij 100 km/u.
Op het gemotoriseerde onderstel van de Audi Type UW bouwde Paul  Jaray (1889-1974) in 1934 dit revolutionaire model.  Niet dat het in de handel kwam, want wat dat betreft had Jaray weinig geluk, alleen bij  Tatra werden zijn patenten verzilverd en ook daar week  men af van wat er eigenlijk door hem bedoeld werd. Behalve met auto's hield Jaray  zich bezig met zeppelins, fietsen, vliegtuigen en radiotoestellen.Dat hij zo goed als vergeten is heeft alles te maken met het feit dan hij van Joodse komaf was.