Ik ken twee musici met de achternaam Elman: Ziggy en Mischa. Ziggy -
eigenlijk Harry Aaron Finkelman (1914 - 1968) was trompettist in de
Benny Goodman Band, begon als klezmermuzikant, al was het woord klezmer
destijds nog niet in gebruik, men noemde het frailachmuziek. Ook
trompettist Red Rodney (1927 - 1994) - echte naam Robert Roland Sutnick -
gebruikte die term toen ik hem jaren geleden interviewde. Ziggy's meest
beroemde solo is in "And the Angels Sing"
(oorspronkelijke titel "Der Shtiler Bulgar"). Die solo verwijst heel
duidelijk naar fraylach, de muziek gespeeld op bar mitzwa's en
chassenes. Voor de opnamen van Mischa Elman (1891 - 1967) vond ik een
advertentie in "National Geographic" van augustus 1915. Hij werd geboren
in Talnoye (tegenwoordig in Oekraine) als kleinzoon van een
fraylachmuzikant, kreeg als kind een kleine viool waarop hij spoedig de
weg wist. Na studies aan de conservatoria in Odessa en St. Peterburg
bereikte hij als dertienjarige het concertpodium in Berlijn en zorgde
hij voor een sensatie. Daarna werden Londen in 1905, New Yorks Carnegie
Hall in 1908 en Australië in 1914 "genomen". De advertentie van RCA
Victor wijst op de natuurgetrouwe plaatopname van Elman, terwijl daar in
feite wel iets op aan te merken viel, want die was accoustisch. De in
de advertentie afgebeelde grammofoonplaat heeft als titel "Humoresque", dat stuk van Dvořák nam Elman in 1910 op.