Het
is een oerdrift van elke acht een negen te willen zijn, immers een
negen is meer dan een acht en bovendien kent de tafel van negen een
ongekend fenomeen, want worden van alle vermenigvuldigingen de cijfers
stuk voor stuk opgeteld, of het nu om 2x9=18 gaat of om 7x9=63, in beide
gevallen is de som van de cijfers steeds weer negen en zulks wekt een
onvoorstelbare jaloezie bij iedere acht, afgezien van het feit dat
negen drie maal drie is en juist daardoor onstonden problemen toen een
zekere acht iets te zeggen kreeg over de drie van Chaam, maar het kan
ook een ander oord in Brabant geweest zijn. Waarschijnlijk is er toen
ook, wij schrijven 1972, bij deze acht wrok ontstaan ten aanzien van
Joods Nederland dat de inmiddels tot een tweetal geslonken
oorlogsmisdadigers (Frocko Hecht & Fritz Pünktchen) gekerkerd wilde
houden (hen was trouwens de doodstraf al onthouden door de toenmalige
vorstin van dienst uit het Oranienkabinett), want de acht heeft
vervolgens, behalve als fietser rond de kerk in Chaam, maar het kan ook
een ander oord in Brabant geweest zijn, grote roem vergaard als
pro-Palestijn, dat gebeurt in dit land vaker, men ziet een Joodse
Nederlander immers steevast als fervent aanhanger van de neef van Jaap
Huy, burgemeester van Hoog-Keppel.
Ik neem u thans enige regels mee naar een langer geleden periode: in november 1912 vond in Nederland de eerste Duitstalige radiouitzending plaats, pastoor Bernhardus Johann Maria Knödelberg, van Duitse komaf, doch domiciliehoudend te Ouderkerk aan de Amstel, maakte een programma op een zelf gebasteld zendapparaat voor de destijds op Nederlandse bodem verblijvende gastarbeiders (die heetten destijds niet zo, maar u begrijpt wat ik bedoel) onder de vertaalde titel "Programma voor den Hannekemaaier en den Blaaspoep", het verdween om begrijpelijke redenen in october 1914 uit de aether, om na de oorlog, in 1921 onder leiding van - nog immer - pastoor Knödelberg, inmiddels van parochie gewisseld en werkzaam te Hilversum, waar hij een paar jaar later gevierd zou worden als pionier van de K.R.O., terug te keren als "Mädelonia", gericht op de in ons land in groten getale werkende Duitse dienstmeisjes. Het programma werd zo populair dat er dikwijls extra postbestellingen dienden plaats te vinden met enthousiaste ansichtkaarten en brieven gericht aan de pastoor en er werd in Haarlem zelfs door de aldaar werkende dienstmeisjes een mandolineorkest met de naam "Mädelonia" opgericht, dat het bijzondere genoegen had een aantal malen in een speciaal paasspel voor de microfoon van de K.R.O. op te treden, waarbij de overgrootvader van Gerardus Joolman de rol van de Here Jezus vertolkte, zodat we haast zouden kunnen spreken over een "The Passion" avant la lettre, al zouden ze destijds natuurlijk over "Die Passion" hebben gsproken.
Ik neem u thans enige regels mee naar een langer geleden periode: in november 1912 vond in Nederland de eerste Duitstalige radiouitzending plaats, pastoor Bernhardus Johann Maria Knödelberg, van Duitse komaf, doch domiciliehoudend te Ouderkerk aan de Amstel, maakte een programma op een zelf gebasteld zendapparaat voor de destijds op Nederlandse bodem verblijvende gastarbeiders (die heetten destijds niet zo, maar u begrijpt wat ik bedoel) onder de vertaalde titel "Programma voor den Hannekemaaier en den Blaaspoep", het verdween om begrijpelijke redenen in october 1914 uit de aether, om na de oorlog, in 1921 onder leiding van - nog immer - pastoor Knödelberg, inmiddels van parochie gewisseld en werkzaam te Hilversum, waar hij een paar jaar later gevierd zou worden als pionier van de K.R.O., terug te keren als "Mädelonia", gericht op de in ons land in groten getale werkende Duitse dienstmeisjes. Het programma werd zo populair dat er dikwijls extra postbestellingen dienden plaats te vinden met enthousiaste ansichtkaarten en brieven gericht aan de pastoor en er werd in Haarlem zelfs door de aldaar werkende dienstmeisjes een mandolineorkest met de naam "Mädelonia" opgericht, dat het bijzondere genoegen had een aantal malen in een speciaal paasspel voor de microfoon van de K.R.O. op te treden, waarbij de overgrootvader van Gerardus Joolman de rol van de Here Jezus vertolkte, zodat we haast zouden kunnen spreken over een "The Passion" avant la lettre, al zouden ze destijds natuurlijk over "Die Passion" hebben gsproken.
Wie,
en ik geef nu raad aan de hedendaagse inwoner, in dit land van meet af
aan een succesrijke carrière in de beeldende kunst ambieert, doet er
goed aan eerst schreden te zetten op een totaal ander pad, bij voorbeeld
dat van acteur, heb je daar, vooral op de beeldbuis succes,
gegarandeerd dat je kostje gekocht is, want wie wil nou niet een echte
Harmen Kroebel aan de wand, niet waar? Vooral als je faam hebt vergaard
in Hollywood in rolprenten waar je een nazi-officier mocht spelen,
wellicht mag je daarna voor de vaderlandse publieke omroep op reis om
bodemdiep in het leven van buitenlandse schilders te duiken.
Net
zoals thans noch immer het geval is werden vroeger de bewoners van de
Nederlandse randgebieden en met name die in Limburg beheerst door een
grenzeloze afgunst jegens de bewoners van de randstad, die overigens
toen nog niet zo heette, maar u begrijpt wat ik bedoel. Bij tijd en
wijle wist een Limburger nationale bekendheid te verkrijgen, zo herinner
ik mij een hoge rooms-katholieke geestelijke die volgaarne zijn
moederkerk in al haar middeleeuwse glorie wilde herstellen, hij is later
dan ook naar IJsland verbannen, waar hoogstwaarschijnlijk nog veel
zendingswerk te verrichten viel. Ook de zoon van de voormalige
vaderlandse volkszangers Gert & Hermien Hameraar, die daarna zeer
fors in de Heer traden, Frans mag zich in de nodige bekendheid
verheugen, hij is evenwel niet naar IJsland doch naar Brussel
vertrokken, nadat hij in onze contreien Jaap Leefsma, die nota bene in
Maastricht had gedoceerd, het leven bijzonder zuur had gemaakt, Leefsma,
ooit door Wubbe Woudstra, volgens eigen zeggen, samen met een tweetal
andere leidende politici, spreker van de tale Kanäans, op het schild
geheven, stond een grote linkse partij voor, maar daar gruwde Frans
Hameraar van en deze Limburgse Brutus, immer bedacht op eigen glorie,
wist Leefsma eens en voor altijd uit te schakelen.
Vroeger,
en dan praat ik over kort voor de Tweede Wereldoorlog, was er geen
sprake van een eigen bijdrage in de ziektekosten, nee, er was sprake
van het tegendeel, slaapmiddelen, zoals Zemazekwam, werden aan het
ganse volk van staatswege verstrekt, Hendrik-Jan, niet te verwarren met
de tuinman, Konijn, de toenmalige minister-president, liet de
slaapmiddelen, na een oekaze zijnerzijds, door de, toenmalig nog
florerende, P.T.T. huis aan huis bezorgen, zodat iedere Nederlander een
welverdiende nachtrust kon genieten en die dat natuurlijk, op enige
oproerkraaiers na, vanzelfsprekend ook deed, al zouden de slapers na
vijf jaar luidkeels oreren dat zij in de tweede helft van de jaren
dertig buitengewoon waakzaam waren geweest.
Wellicht
zeggen de letters P.T.T., vanwege uw te late geboorte, u niets, de
P.T.T. was een staatsbedrijf dat zorgde voor post, telefonie en
telegrafie, voor de post - het verzenden van brieven en pakjes had je
destijds postkantoren en postbestellers - telefoneren deed je thuis, -
luidkeels kakelen in treinen en op terrassen was uit den boze en je
zag evenmin moeders die achter de kinderwagen in plaats van met hun
spruit te converseren, de laatste roddels met hun vriendinnen
uitwisselden - telegrafie was een snelle wijze van communiceren,
waardoor je middels een telegram bijvoorbeeld aan oom en tante kon laten
weten dat je Hendik-Jan Konijn een reusachtige (het woord cool was toen
nog niet in gebruik) kerel vond en dat je met de trein om 12.55 in
Coevorden zou arriveren, zodat oom Knillis je met zijn D.K.W. van het
station kon komen afhalen.
Weet
u nog dat rachitis vroeger Engelse ziekte werd genoemd? Kinderen met
een tekort aan vitamine D kregen kromme beentjes. Tegenwoordig helpt
vitamine D niet bij de bestrijding van kromme Engelse namen en
slagzinnen die de vaderlandse middenstand bedenkt om hun schamele
producten aan de man te brengen. Heette vroeger de halfjaarlijkse
opruiming uitverkoop of de uitverkoop opruiming - thans ruimt men het
ganse jaar op en heet deze activiteit sinds een aantal jaren SALE,
hetgeen Franstaligen een lachstuip moet bezorgen, kappers bezitten een
barbershop en een sprankelend alcoholisch drankje wordt gesleten onder
de naam bubbles. De panne(n)koeken uit mijn jeugd worden thans pancakes
genoemd, stront shit, opdonderen fuck off, om over teksten op
Nederlandse vrachtwagens getooid met "transport and logistics" en "Afval
is waste" nog maar te zwijgen. Zo gaat dat door net zolang tot de
Nederlandse taal ook tot waste verworden is.
Ik
herinner me dat, omdat het bijster weinig gebeurde, buiten de deur een
maaltijd genieten, een feest was, waar je wekenlang naar uitkeek. Je had
bij vrienden en bekenden geïnformeerd naar menu en prijzen van zeker
restaurant en je genoot van het eten en de sfeer toen de heugelijke dag
éénmaal daar was. Tegenwoordig echter meent iedere buitendedeureter, als
ware hij een echte Jozef van het Plein, meteen na thuiskomst achter de
computer te moeten kruipen en een recensie te schrijven over restaurant
en maaltijd. En het liefst, in tegenstelling tot Van het Plein, om in
uiterst negatieve bewoordingen de eetgelegenheid neer te sabelen, zodat
de lezer iedere eetlust vergaat. Ik geef een voorbeeld uit de praktijk: "De
drie kleine gerechtjes die we vooraf kregen waren heel simpele hapjes,
weinig verfijnd en de combinatie van de ingrediënten was experimenteel,
maar naar mijn mening niet geslaagd. Ook het hoofdgerecht was
ondermaats. In feite was alles wat op ons bord verscheen ver beneden de
maat. De gebraden eend is terug naar de keuken gegaan, het speenvarken
was erg droog en zonder smaak, de gratin was niet gaar en zonder
gebruinde bovenkant. De appelcrumble bestond uit stukjes appel nog in de
schil en daarbovenop wat koekkruim zonder smaak. Zeer teleurgesteld in
dit restaurant: wij gaan er nooit meer terug!" Ik
zie het brok venijn zitten: trots op wat hij het volk kond gedaan
heeft, terwijl hij een uit de automaat getrokken bamibal naar
binnenschuift.
Het
was in de ijd dat Isidoor Flötenkrammer net, als zijn vader Frederik
en zijn grootvader Heinrich, de kruidenierswinkel op de hoek van onze
straat dreef,, op de andere hoek had Cornelis Zwinzenburg, net als zijn
vader Philip en zijn grootvader Bastiaan een groentewinkel, want zo
ging dat destijds bij de neringdoende middenstand: winkels gingen over
van grootvader op zoon en vervolgens op kleinzoon. Niet dat het
bijvoorbeeld in de vaderlandse politiek veel verschilde, zo had je
Herman de Roek Voortgang wiens vader eveneens parlementariër was
geweest, er waren Jeukmus en Plonker idem dito, en het zou werkelijk te
ver voeren om alle burgemeesters op te noemen wier vader en grootvader
dat ambt, vaak zelfs in dezelfde gemeente, hadden uitgeoefend. Maar ook
in ze zogenaamde lichte sector van de Nederlandse muziek is het fenomeen
niet onbekend, nadat Arie Fyfes was overleden, beklom Arie Fyfes jr.
ogenblikkelijk het podium om dezelfde volkse tonen uit te stoten.
Een
norme ontr eng m akt zich moment l van ij meest r, hete tran dru
pen op he toets nbor van mijn comp ter als ik b denk hoe dapp de vad
landse poli eman zich gedrag n heeft tijd s de Twee Wereld
rlog en met volled ge inzet van lijf en led zich tegen de bezet er
heeft te weer gesteld. Ik heb het toetsenbord even moeten droogblazen
want ik voel mij reusachtig aangedaan door de niet te beschrijven moed
van de Nederlandse diender in de jaren veertig-vijfenveertig: hoe hij
met gevaar voor eigen leven zijn dienstvoertuig parkeerde op de
overgangen van spoorwegen die naar Vught, Westerbork en Amersfoort
leidden om zo ieder transport onmogelijk te maken, hoe hij weigerde
landgenoten uit hun huizen te verdrijven en wanneer de bezetter
voorschreef dat hij met zijn dienstvoertuig maximaal vijftig kilometer
per uur diende te rijden, dan reed hij zesenzestig, want de politieman
wist van hem verwacht werd, bovendien: verzet zat bij hem bijkans
ingebakken en om te tonen dat het hem met zijn verzet menens was had de
schalk zijn haar anderhalve millimeter langer laten groeien dan door de
Duitse bezetter geoorloofd was.
Een
volgend maal vertel ik u over de fantastische avonturen van de
Duitsebondsrepublikein en meest rechtse hand van kanselier Albenauwer,
Hampelmann Maria Globkens, die buitengewoon goed bevriend was met Adolf
Birkenblättchen, die na de Tweede Wereldoorlog Mercedessen sleet in
Argentinië, maar zijn aards bestaan zag eindigen in Israël.
Adriaan Zwakvatter jr., Zelhem.
Adriaan Zwakvatter jr., Zelhem.