skip to main |
skip to sidebar
Stilte
Vandaag
dienen wij een ogenblik stil te staan bij het verscheiden van Wammes
Dromzefluit in leven countertenor/doodgraver bij het 3e Regiment Huzaren
van Boreel. De heer Dromzefluit leek al heel jong in de wieg gelegd
voor doodgraver, voor het beroep van countertenor diende hij nog enige
jaren geduld te hebben. Op zijn derde jaar begon hij al zeer ijverig
dode torretjes en dode rupsjes onder de aarde te schoffelen met een
schuifje dat hij ook voor zijn maaltijden gebruikte. Soms nam hij per
abuis ook wel eens een torretje of rupsje mee tussen zijn kaken,
hetgeen hem dan een verwijtend woord op leverde van zijn moeder. Zijn
vader was toen reeds met de noorderzon vertrokken naar Cuba, waar hij
castagnetten leerde spelen in een hawaii-orkest, dat uitermate populair
was bij de toenmalige dictator Batista. Na de torretjes en de rupsjes
stapte de jeugdige Dromzefluit over op dode vogels, waarbij reigers zijn
voorkeur hadden. Na het doorlopen van de middelbare school nam hij
ogenblikkelijk dienst in de landmacht, want hij droomde veel van de
wereld te zien en olifanten te kunnen begraven. Van dat laatste is
weinig terecht gekomen zodat hij op zoek ging naar ander vertier en hij
vond dit in buitengewoon hoog gezang, waarin hij werd bijgestaan door
twee andere huzaren, zij het van Sytzama en van Salade, Vlaklander
Eikenhoutz en Standaard Buiten. Gezamenlijk zongen zij het hoogste lied,
dat zij dikwijls kozen uit het repertoire
van Cornelis Willem Heuckeroth, in Nederland beter bekend als Gordon.
Helaas is Dromzefluit gister om het leven gekomen bij de Oefening
Pantservuist, opgezet ter herinnering aan de koninklijke grootvader, de
heer Von Lippe Biesterfeld.