Alhoewel de doorgang in de steden geneutraliseerd is, wordt de door de
Automobile Club de France georganiseerde race Paris-Madrid op 24 mei
1903 een fiasco. Vanaf october 1902 kan worden ingeschreven, er komen
314 aanmeldingen, 39 melden zich weer af en 54 verschijnen om een of
ander reden niet aan de start. Louis Renault loot nummer 3, broer Marcel
nummer 63. De start vindt om kwart voor vier 's ochtends plaats in
Versailles, de eerste die vertrekt is Charles Jarrott in een De
Dietrich, gevolgd door De Knyff in een Panhard en Louis Renault. Er is
veel volk op de been om de alle wagens te zien vetrtrekken, volgens
sommige berichten zijn er zo'n 100.000 toeschouwers. Ook langs de
stoffige wegen, het heeft dagenlang niet geregend, staan veel mensen. De
Knyff haalt al spoedig Jarrrott in, maar breekt een nokkenas, waarna
Louis Renault het gevecht om de leiding met Jarrott aangaat. Inmiddels
zijn een aantal deelnemers uit de race door slippartijen, mechanische en
andere problemen, wonderlijk genoeg raakt niemand gewond. Dat
verandert: vlakbij Chartres vindt een vrouw na een aanrijding de dood,
mécanicien Nixon van Leslie Porter in een Wolseley verbrandt levend als
laatstgenoemde een gesloten spoorwegovergang tracht te vermijden door in
een pas geploegd veld te rijden, waardoor de auto omslaat en in brand
vliegt. Zestig kilometer voor Tours is de situatie in de race als volgt:
1. Louis Renault, 2. Charles Jarrott, 3. Paul Baras in een Darracq, 4.
Léon Théry in een Decauville, 5. Marcel Renault, 6. mevrouw (!) Du Gaste
in een De Dietrich. Vlakbij het plaatsje Couhé-Vérac slaat het noodlot
toe: Léon Théry en Marcel Renault rijden naast elkaar, wanneer er ter
waarschuwing voor gevaar met een gele vlag wordt gezwaaid, Marcel ziet
de vlag niet, mist de bocht en eindigt met de neus van de auto in
tegengestelde richting tegen een boom, hij sterft later. Een andere
deelnemer Tourand, in een Brouhot, rijdt in Angoulême het publiek in:
resultaat een soldaat, een toeschouwer, een kind en zijn mécanicien
Normand dood. Daar blijft het niet bij meer coureurs, mécaniciens en
toeschouwers raken ernstig gewond en verliezen het leven. Pas in
Bordeaux hoort Louis van Marcels ongeval, hij beluit ogenblikkelijk naar
Couhé-Vérac terug te keren en trekt alle deelnemende Renaults uit de
race terug. In Parijs dringen langzamerhand de berichten over het
debacle door en de Franse regering besluit voortgang van de race te
verbieden, de Spaanse regering volgt. De auto's mogen in Bordeaux zelfs
niet meer op eigen kracht rijden, maar worden door paarden naar het
station getrokken, waarna ze op een trein worden geladen om naar Parijs
te worden vervoerd.