Op de achtergrond zong het "SamenSterk"-kerkkoor
uit Dronrijp "Öperdepöp zat op de stöp en laten we vrolijk wezen en Öperdepöp
zat op de stöp en laten we vrolijk zijn", terwijl in het naburige Menaldum
Katrien Lohte-Zooistra, die in november 1944 aan een Duitser was blijven
hangen, langzaam uit haar graf opsteeg en de weg naar Slappeterp insloeg. Zij
was ongeveer 38 jaar dood, maar zag er desondanks, zeker voor een Friezin, nog
redelijk goed uit.
Inmiddels
schijnt Katrien door een uiterst betrouwbare getuige, immers een
ex-politieman,
gistermiddag per rijwiel gesignaleerd te zijn, op de weg van
Oudebildtzijl naar
Nieuwebildtzijl. Zij was geheel naakt. Vermoedelijk was haar doodskleed
vergaan en ze zong met een wonderlijk accent: "Ich bin ein Menamer auf dem Weg naar
Dokkum und dan geradeaus nach beppe." Ik heb gisteravond de lokale
Menaldumer historicus drs. Sybren Loegema gebeld en geïnformeerd naar de
juistheid van Katriens wederopstanding. Hij vertelde me dat de graven op
de
Menaldumer begraafplaats na veertig jaar worden geruimd. Soms lukt het
een
enkele dode aan de ruiming te ontsnappen door op te staan, maar dat
gebeurt
alleen maar als de het Dronrijpster kerkkoor "SamenSterk"
tegelijkertijd "Öperdepöp" zingt.
Drs. Loegema
vervolgde: "Het is natuurlijk bijzonder irritant dat wij ter
wederopstanding van onze doden een kerkkoor uit een naburig dorp nodig hebben,
dat een wat verbasterd onnozel lied als "Oeperdepoep" dient te
zingen. Wij hier, in Menaldum, hebben inmiddels van alles geprobeerd: het
punkrockkwartet "Rúnemiich", de fanfare "Pro Patria", het
shantykoor "De Menamer Bûzehapperts" hebben op diverse uren van de dag en de nacht
met hun eigen repertoire op de begraafplaats opgetreden, maar helaas geen
dode is uit zijn of haar graf gekomen. Wij dachten even succes te hebben met
het gereformeerde kerkkoor "Hij Leeft, Ja, Hij Leeft", dat een
weeklang iedere nacht om vijf voor twaalf "Mana Mana" van The
Muppets aanhief als "Menaam, Menaam", maar behalve dat Sybbeltje
Patier op de zesde nacht om precies twaalf uur een fatale
hartaanval kreeg, is er niets gebeurd."
Bijna riep ik:
"Dan is mevrouw Patier rond 2056 een nieuwe opstandingscandidaat",
maar ik hield me nog net in, doctorandus Loegema zou dat geen goede grap kunnen
vinden en ik vroeg hoeveel doden in Menaldum uit hun graf waren herrezen en wat
de verhouding was tussen uit hun graf gekomen mannen en vrouwen. "Helemaal
exact weten we dat niet, mijn voorganger Hobbe Ossebosse, destijds hoofd van de
christelijk-nationale school alhier, heeft er rond 1969 eens een slag naar
geslagen en vermoedde dat het aantal verrezenen toen op 128 stond, sindsdien
zijn er hooguit 43 bij gekomen. Het heeft uiteindelijk natuurlijk
allemaal te maken met de populariteit van "Oeperdepoep" en de
Dronrijpse uitspraak van dat lied. Daar is nooit een gedegen onderzoek naar
gedaan. Wel weten we dat "Öperdepöp" oorspronkelijk niet gezongen
werd door het kerkkoor "SamenSterk", dat is pas het geval sinds de
samensmelting van de hervormde en gereformeerde kerken in Dronrijp, oorspronkelijk
schijnt het gezongen te zijn door het koor van de gereformeerde kerk
onderhoudende artikel 31 uit Dronrijp, begeleid door de harmonie
"Soli Deo Gloria" uit Minnertsga. Maar ik moet daar nodig eens
induiken, ik bedoel in de geschiedenis van de wederopstanding. De eerste
wederopstandelingen schijnen allemaal mannen te zijn geweest, pas sinds de
jaren zeventig van de vorige eeuw zien we ook vrouwelijke herrezenen, de eerste
was, maar dan citeer ik opnieuw de heer Ossebosse, Geesje Evel-Stienstra, zij
was een getrouw volgelinge van Hedy Smit en Joke d'Ancona, heb ik mij laten
vertellen."
Meteen nadat ik
het gesprek met doctorandus Loegema beëindigd had ging de telefoon. Het was de
oud-politieman, die eerder contact met mij over Katrien had gezocht en zoals
hij zelf zei zijn stinkende best deed om gang en wandel van Katrien na te
speuren, hij zei ook dat het hem deed denken aan tijden van weleer, toen hij,
nog in uniform, jacht maakte op Obbbeltje* Verkommeling, die begin jaren
zeventig bekend stond als de neurende potentate van Ee. Op woensdagavond j.l.
schijnt Katrien rond half zeven 's avonds - het was dus al donker -
gesignaleerd te zijn op het kerkhof van Anjum, een plaats met een luguber
verleden, vanwege de moord op een paar pensiongasten in de jaren negentig. Een
dik uur later werd Katrien gezien door Jabikje Kruis-Wortel in Oosternijkerk,
daarna moet ze in Wierum door een ernstig beschonken groep uit Moddergat, een
groep, waarvan, volgens Seth Ierappel, melkveehouder te Metslawier, recent
enige leden via Dokkum, Bontebok en Assen schijnen te zijn afgereisd naar Syrië,
zijn gemolesteerd en voor dood op de Koaterhústerwei te zijn achtergelaten.
*Obbbeltje moet volgens mijn zegsman inderdaad met drie b's worden geschreven, vanwege een fout van een ambtenaar van de burgerlijke stand in Dongeradeel.
*Obbbeltje moet volgens mijn zegsman inderdaad met drie b's worden geschreven, vanwege een fout van een ambtenaar van de burgerlijke stand in Dongeradeel.
"Dit is
geen leven", mompelde Katrien "na de dood", terwijl ze langzaam
weer bij haar positieven kwam. Ze probeerde te gaan staan, toen de
bromscooter van kapelaan Vincentius Unzigmann, oorspronkelijk afkomstig uit het
Brabantse Ulicoten, die juist het laatste oliesel aan een parochiaan in Nes had
toegediend, naast haar stopte en vroeg: " Vrouwe waarom zijt ge bebloed en
onbedekt? Naakt, mag ik wel zeggen, ge zijt toch niet Zelikah, Potifars vrouw,
zo laat nog onderweg? Ik kan u kond doen dat ge in deze Friese uithoek Jozef
niet zult treffen". "Jezus", zei Katrien. "Nee, nee,"
zo moogt ge mij niet aanspreken", was Unzigmanns antwoord. "Ik ben
opgestaan", zei Katrien. "Welnee, ge zijt nog niet geheel herrezen,
kom ik zal u helpen" en hij greep Katrien onder de rechterarm. "Dat
bedoel ik niet", zei Katrien, "ik ben uit het graf herrezen".
"Jezus Christus", zei Unzigmann en zijn mond viel open.
"Dat kan niet waar zijn",
voegde hij er meteen aan toe, "tot dusver is er slechts één onzer
opgestaan en dat is de net door mij genoemde Jezus Christus en aangezien
gij van de vrouwelijke kunne zijt, lijkt het mij...". Hij werd onderbroken
door een jammerende Katrien: "Ik wil weer dood". "Dan zij ge bij
mij aan het verkeerde adres, wij doen niet aan euthanasie." "Ik wil
weer dood en het kan mij helendal niks verdommen waar u niet aandoet." "Ge
zijt wat ruw in de mond", zei Unzigmann, maar nu pas viel het hem op dat
de vrouw die nu, zij het wankel, naast hem stond, wel heel erg weinig
vlees op haar botten had. Zou het dan toch waar zijn, werd hij hier in
Frieslands hoge noorden geconfronteerd met een uit het graf opgestane vrouw?
Dan verzocht ze niet om euthanasie maar om reuthanasie en hij vroeg zich af of
Rome daar een encycliek over had doen laten verschijnen. En onder supervisie
van welke paus zulks was geschied? Simplicius, Hilarius?
Hij zou het
opzoeken, maar eerst, gedachtig de Barmharige Samaritaan, zou hij de vrouw, die
klaarblijkelijk toch waarlijk was opgestaan naar een onderkomen voor de nacht
transporteren. Hij trok zijn jas uit en hing deze om haar knoken. "Ik wil
weer dood", zei Katrien opnieuw. "Jawel, jawel, ook daar gaan we iets
aan doen, nadat ik de encyclieken heb geraadpleegd, maar eerst moet ge eens
goed uitrusten." "Dat heb ik goddomme bijna veertig jaar
gedaan." "Nog immer ruw in de mond", zei Unzigmann,
"ge gaat achterop de scooter en ik breng u, als het niet te ver is, naar
een nachtverblijf. Waar wilt ge naar toe?" "Naar Menaldum!" En
zo geschiedde het dat Unzigmann met Katrien op de buddyseat onderweg ging naar
Menaldum. Het was bitterkoud en het duurde even voordat Unzigmann de N357
richting Stiens gevonden had. Ze stuiterden over het niet al te best
onderhouden fietspad. Even voorbij Stiens moest hij afslaan, hij keek op de
borden en lette een moment niet op de weg en zag Sybrichje Krous-Kenstra, die met haar
recent uit Duitsland geïmporteerde Mercedes S-klasse, die, ver boven de
toegestane maximale snelheid, onderweg was naar Sint Annaparochie, over het
hoofd. En zo gebeurde het dat Katrien Lohte-Zooisma's wens werd ingewilligd,
zonder dat kapelaan Vincentius Unzigmann, die overigens ook het leven liet, de
encycliek over reuthanasie hoefde te raadplegen.
Vragenlijst n.a.v. Paaspuzzel.
De tekst van "Paaspuzzel" werd dit jaar gebruikt voor het eindexamen Nederlands
en Wetskennis van het Sint Formosus College te Sibrandabuorren. Dit waren de te
beantwoorden vragen:
1. Waarom zong het koor uit Dronrijp "Öperdepöp" en niet
"Aperdepaap"?2.Hoe kwam het dat Katrien "Ich bin ein Menamer auf dem Weg naar Dokkum" zong en ging zij werkelijk naar Dokkum? Zij had bijvoorbeeld ook naar Zwartewegsend kunnen gaan.
3. Noem drie andere punkrockgroepen uit Menaldum, behalve "Rúnemiich".
4. Hoe heette de grootvader van hoofd der school Hobbe Ossebosse en met wie was hij in de echt verbonden?
5. Wat is een neurende potentate en kan daar soep of pap van gekookt worden?
6.Waarom woont Jabikje Kruis-Wortel niet in Sint Jacobiparochie?
7. Welke rol speelt Bontebok in de strijd in Syrië?
8. Wat is het verschil tussen een encycliek en Geert Wilders?