8.7.24

Autorails

De P.L.M. schreef begin jaren dertig een  wedstrijd uit voor de constructie van een  licht type autorails, een railvoertuig voor maximaal veertig passagiers. SOMUA (Société d'Outillage Mécanique et d'Usinage d'Artillerie),  in Saint-Ouen-sur-Seine, onderdeel van het machtige Schneider et Cie, bouwde een tweetal railvoertuigen, die het best omschreven kunnen worden als autobussen op rails. Er was plaats voor 53 passagiers, 40 daarvan hadden een  zitplaats, de rest moest staan. De driecylindermotor kwam uit Lille, gebouwd onder licentie van Junkers, door de Compagnie Lilloise des Moteurs en was gekoppeld aan een vierversnellingsbak, die de autorail een topsnelheid gaf van 90 km/u. Beide SOMUA's hebben op verschillende baanvakken dienst gedaan, het laatst in 1939 tussen Pontarlier en Vallorbe en Pontarlier en Gilley.

SOMUA had in de jaren twintig met de bouw van autorails al enige ervaring opgedaan, daartoe was een in 1888 geconstrueerd tweedeklasrijtuig min of meer gehalveerd en voorzien van een viercylindermotor, die zowel op benzine, benzol of alcohol kon functioneren. Voorzien van een vierversnellingsbak lag de maximale snelheid bij 60 km/u. Er bestond de mogelijkheid om een passagiersrijtuig aan te koppelen, waardoor de snelheid natuurlijk lager werd. Het succes van het prototype was zodanig dat er  door de État (de Franse staatsspoorwegen) opdracht werd gegeven voor een tiental exemplaren, daartoe werden tien tweedeklasrijtuigen uit 1883 benut en voorzien van een motor. Er was plaats voor twintig passagiers, maar door het meenemen van één of twee rijtuigen steeg dat per rijtuig met veertig.