20.7.24

Sinterklaas

Nu Sint Nicolaas nog enige maanden van ons verwijderd is lijkt het me nuttig een  aantal zaken, zeker wat de liederen betreft, van  enige voetnoten  te voorzien. "Zijn  knecht staat te lachen en roept ons  reeds  toe: Wie zoet krijgt lekkers, wie stout is de roe" wordt gewijzigd in "Zijn  kompaan staat te lachen en roept ons reeds toe: Wie zoet is  krijgt een fat bike, wie stout is een fiets". Natuurlijk zegt u ogenblikkelijk dat  rijmt niet, fiets rijmt  niet op toe. Dat hebt u goed gezien,  maar zelfs in de meest onbenullige sinterklaasliedjes rijmen de zaken niet. Zie "Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje, gooi wat  mijn laarsje, dank u Sinterklaasje". Sinterklaasje rijmt niet op laarsje. Bovendien wat moeten we met  dat uit onze taal verdwenen 'u', dat dient ogenblikkelijk vervangen te worden door 'je'. Inmiddels is  Piet van zijn knechtschap ontdaan, maar wat doen we met de goedheiligman zelf? In de wetenschap dat een kapoen een gecastreerde haan is, net zoals een  ruin een gecastreerde hengst, een os een gecastreerde stier, een  hamel een gecastreerde bok en een barg een gecastreerde beer. Dit lied dient meteen verboden te worden. Een Rooms Katholiek geestelijke is allesbehalve een kapoen. Trouwens over beren nog een vermakelijk bericht. Vlak na de oorlog las ik in de Drachtster Krant een advertentie waarin beren te koop werden aangeboden. Ik reageerde enthousiast en wilde er meteen op af. Tot mijn moeder me duidelijk maakte dat het niet om ursidae ging maar om mannetjesvarkens. Daarin had ik geen interesse.