Waar is toch die goede gewoonte gebleven om kinderen naar hun grootvader en grootmoeder te noemen? Ik weet zeker dat Neeltje Bosch naar haar grootmoeder genoemd is (mijn betovergrootmoeder) Neeltje Rinses Dijkstra, die op 3 mei 1838 trouwde met Willem Sikkes Kooistra. Neeltje Bosch’ moeder moet een Kooistra geweest zijn, een zus van mijn overgrootvader Rinse Willems, die op zijn beurt een dochter had met de naam Neeltje, mijn moeders tante Neel. Zulke naamgeverij maakt de ‘wie is wie in de familie’ zoveel eenvoudiger. Neeltjes, ook in Mantgum wonende, broer heet naar zijn grootvader, Willem, maar uit de brieven aan mijn moeder, begrijp ik dat ze niet met hem op kon schieten. (‘Mijn broer Willem en ik hadden de laatste jaren niets meer aan elkaar. Hij was altijd bij die S. (Neeltje noemt de naam voluit) in het ‘Skoalhus’. Daar was hij gewoon begeesterd van - geen ander praat en dan dat vervelende M. en Mevrouw om het andere woord. Ik wist van intieme kennissen dat het best een toontje lager kon’). In een andere brief schrijft ze: ‘Mijn eigen familie heb ik nooit iets aan gehad, maar ik heb heel veel lieve, goede, trouwe vrienden, Heb helemaal geen eenzame oude dag. Ik moet echt nog leren om oud te zijn (ze is net tachtig jaar geworden) en dan doet gezond zijn natuurlijk wonderen, dat merk ik nu echt: eerder moe, geen aardigheid aan TV en radio.’ Gisterochtend sprak ik met een van haar lieve, goede, trouwe vrienden, die me vertelde dat S. in de oorlog zeer ernstig fout was geweest en dat Neeltje - rechtdoorzee als ze was - grote problemen had met die contacten van haar broer. Ik weet nu ook waarom ze nooit trouwde: ‘ze had geen tijd voor vrijerij’, ze zorgde niet alleen voor haar vader en moeder, maar ook voor een tante met een houten been.