31.7.16
Renault
Zo'n fotograferende telefoon heb ik niet, buitenshuis heb ik helemaal geen telefoon, aan mijn broekriem hangt sinds jaar en dag een kleine Canoncamera voor als ik iets bijzonders wil vastleggen, zoals deze beide Renaults, waarvan de eerste eind jaren vijftig het daglicht zagen.
De bovenste is een "Estafette", een succesnummer van de Franse
fabriek, het bestelbusje dat ik vastlegde dateert uit 1970, de
"Caravelle" hieronder is vier jaar ouder.
BAARN 29 juli 2016 2
Een straat ongeveer in het centrum van Baarn. Aan één kant staan huizen, aan de andere zijde zijn ze verdwenen, er ligt een onkruidvlakte met her en der nog wat tegels. Aan het eind staat verval, dat moet gefotografeerd worden.
30.7.16
Flippen?
Toen Heinrich zu Mecklenburg met Wilhelmina trouwde ging hij Hendrik heten, thans is er volk dat merkwaardigerwijs Máxima met een accent aigu wenst te schrijven, terwijl dat nergens voor nodig is, Engelse koningen heten hier te lande Karel (nummer 1 bracht het zelfs tot sigaar) terwijl ze ter plaatse Charles genoemd worden en met de Spaanse en Franse koningen Philippe is het helemaal een vreemde zaak, waarom heten die hier Philips en niet Philip of waren de heren wellicht schizofreen?
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold
Kunstrubriek door drs. Barend-Otto ter Vloot
Er is eigenlijk veel te weinig bekend over Zwadder van Rijckeborstels jonge jaren, maar na enig speuren vond ik het volgende: Zwadder werd op zeventienjarige leeftijd Fries kampioen koekhappen tijdens de in Boelenslaan gehouden volksspelen, er werd een hele dag gehinkeld, polsstokgesprongen, geknikkerd, gekaatst, gekatknuppeld, geverpist, palinggetrokken en gekoekhapt. Aan het katknuppelen en palingtrekken werd echter door de politieagent der tweede klasse Bote Salverda Gzn. onder luid protest van de deelnemers echter vrijwel onmiddellijk en eind gemaakt omdat het de dieren leed zou berokkenen, hetgeen door slager Auke Beintema, zeker wat het katknuppelen betrof, hevig werd bestreden. Even dreigde, net als in 1886 in Amsterdam geschiedde, een oproer zodat politieagent der tweede klasse Bote Salverda Gzn. zijn klewang, die hij van zijn vader had geërfd die nog onder van Heutsz in Indië had gevochten, van huis ging halen, maar kalmerende woorden van burgemeester Sickema à Nijeholt thoe Berkenbosch brachten rust onder de gelederen, zeker nadat op zijn voorstel het katknuppelen was vervangen door zwijntjerijden. Het zwijntjerijden werd gewonnen door Zwadders oudere broer Hemmerich-Karel van Rijckeborstel, die zich oorpronkelijk had ingeschreven voor het verpissen en katknuppelen, maar na het zwijntjerijden wegens pijn in het onderlijf afzag van deelname aan het verpissen.
Zwadder werd op 6 januari 1971 in Driehuis-Westerveld gecremeerd, waarna een maand later, volgens eigen wens, zijn as werd uitgestrooid op het strand van Egmond aan Zee, terwijl tijdens deze ceremonie zijn gedicht "Ziet gij 1942?" door de bekende Drenthse acteur Hommert "Hompie" Bolkeman werd voorgedragen op doedelzakken begeleid door zijn broers Lammert en Remmert Bolkeman.
29.7.16
Kunstrubriek door drs. Barend-Otto ter Vloot 7
Gisteravond heb ik telefonisch contact gezocht met Philippina van Rijckeborstel, want alhoewel ik me redelijk op de hoogte heb kunnen stellen van het wel en wee van Carel Loohdfaeger, kon ik noch in boeken noch op het internet iets vinden over Philippina's vader Zwadder van Rijckeborstel. Ik vernam dat Zwadder eind jaren zestig in Tiel nog een dichterscollectief had trachten te formeren onder de ludieke naam "De Flipjes", maar dat was door de jamfabriek ter plaatse verhinderd, de confituremakers hadden zelfs met een kort geding gedreigd. Nu was dat niet geheel onbegrijpelijk want het trio dichters achter "De Flipjes" - behalve Zwadder van Rijckeborstel waren Camile Rammelaere en Bombardo van den Klepèll bij het collectief betrokken - stortte zich in plaats van op de verwerking van fruit met hart en ziel op het scheppen van erotische poëzie. De Tieler pastoor Gijsbertus J.J.M. Vlokjes sprak er schande van en zei dat "De Flipjes" die, hun naam na het dreigement van de jamfabriek hadden gewijzigd in "De Copulantjes", van geluk mochten spreken dat de "index librorum prohibitorum" in 1966 was afgeschaft. Zwadder, Camile en Bombardo wisten in 1969 voor eigen rekening nog een klein boekje met hun gedichten geïllustreerd door Eric Rektor voor te bereiden, maar dat verscheen wat Zwadder aangaat posthuum, want hij overleed op 2 januari 1971.
wordt vervolgd
Anjou
Vorige week meldde ik dat de directeur van de Tour de France Jacques Goddet zich in 1954 in de Tour zich verplaatste in een open Hotchkiss. Het Franse merk Hotchkiss was net als het Belgische merk FN waarschijnlijk meer bekend als leverancier van wapens dan van automobielen. Vooral in de jaren dertig waren er echter sportieve successen: Hotchkiss won in 1932, 1933, 1934 en 1939 de Rallye van Monte-Carlo, maar in de jaren vijftig ging het snel bergafwaarts en in 1954 werden nog maar vijf auto's gebouwd. De "Anjou" werd zowel als vier- en als zescylinder in 1950 op de Parijse Salon geïntroduceerd. De vier had een motorinhoud van 2312cc en een maximumsnelheid van 125 km/u, de zes haalde met een cylinderinhoud van 3485cc 150 km/u.
28.7.16
Kunstrubriek door drs. Barend-Otto ter Vloot 6
Terwijl Zwadder van Rijckeborstel tot zijn dood in 1971 geijverd had voor toelating tot het jaarlijkse boekenbal was het hem nooit gelukt een kaartje te bemachtigen, hij had zich tijdens iedere boekenweek opgewonden en vond dat hem groot onrecht werd aangedaan. Hij had zelfs een boze brief gezonden aan de secretaresse van het organiserend comité Nasdelia Baarendfonds-van Tusschen, waarin de volgende regel: "iedere imbeciel die een floddergeschrift over voetballers in de de Drenthse vierde klasse van de K.N.V.B. samenstelt wordt uitgenodigd, maar een serieus poët wordt de deur geweigerd, typisch Nederland waar serieuze kunstenaars zoals ik met de nek worden aangekeken". Hij had nooit antwoord gekregen en het was maar goed dat Zwadder de late jaren tachtig niet meebeleefde toen Carel Loohdfaeger dankzij het Spiegelsyndroom van Wroçlawky triomfen vierde en in 1988 met een lauwerkrans (snarkrewual) getooid de Amsterdamse Stadsschouwburg betrad. Loohdfager had zelfs een dansje gemaakt, al was het noodgedwongen bij een paar solohuppeltjes gebleven omdat hij per abuis, hij was rond twaalf uur al redelijk in de olie (kjileder ni ed eilo) Harry Mulisch ten dans had genood, die op stel en sprong had geïnformeerd wie die lach- en meelijwekkende met een lauwerkrans getooide dorpeling wel mocht zijn en zich vervolgens bij Nasdelia Baarendfonds-van Tusschen had beklaagd over het feit dat klaarblijkelijk iedereen maar voor het boekenbal werd uitgenodigd.
wordt vervolgd
27.7.16
Jaja
Medio jaren zestig stond ik op een zaterdagmiddag samen met Piet Vink voor een groentewinkel in een drukke zijstraat van de Laan van Meerdervoort. Wij demonstreerden tegen Outspan of duidelijker gezegd wij waren voor een boycot van Zuid-Afrika. Dat werd ons niet door iedereen in dank afgenomen en de mededeling "Je kunt er pas over oordelen als je er geweest bent" keerde regelmatig terug. Ik hoefde er niet geweest te zijn, het apartheidsregime deugde niet. Net zo min trouwens als Diab Abou Jahjah. Ik hoef deze man niet drie uur als zomergast te aanschouwen. Mijn gastvrijheid past niet voor een man die niet vrij is van antisemitische gedachten. Klaarblijkelijk hebben ze over hem bij de VPRO een andere mening en hebben ze hem daarom ook nog ponteficaal voorop hun gids gezet. (zie)
Kunstrubriek door drs. Barend-Otto ter Vloot 5
Met name zijn laatste jaren kon Carel Loohdfaeger in relatieve welstand doorbrengen, de oorzaak was m.i. niet de kwaliteit van zijn poëzie doch het Spiegelsyndroom van Wroçlawsky dat zorgde voor een hype onder de dichters in de Tielerwaard, velen van hen, niet behept met het syndroom begonnen zonder enige noodzaak eveneens woord voor woord in hun dichtwerken om te keren en Loohdfaeger als hun grote goeroe te beschouwen. Ieder jaar werd in Herwijnen op 23 juni een Carel Loohdfaegerdag georganiseerd, waarbij Loohdfaeger met een Mercedes 230SL van huis werd gehaald en via de Zworrelstraat en het Sluimerskamp naar De Strobbel werd gereden, waar tot in de zeer vroeger uurtjes onder het genot van het eten van een aan het spit geroosterd speenvarken en het drinken van vele flessen zogenaamde bubbels keer op keer uit "De Eikenhouten Canapé" werd gereciteerd. Voor Loohdfaeger zelf werd een apart vuur aangestoken met daarop een grote bakplaat waarop tientallen kwartels die levend waren aangevoerd, vervolgens geplukt en gebraden door Hans Bestebreurtje, uitbater van een snackbar te Beesd, terwijl de dames van het gezelschap - en dat was een vereiste - verkleed als stoofpeer en met namen als Angelique Gieser-Wildeman, Brigitte Gieser-Wildeman en Ingrid Gieser-Wildeman ieder half uur vaderlandse liederen als "Ferme jongens, stoere knapen" en "Alleman van Neerlands stam" ten gehore brachten, begeleid door het combo van Carel Loohdfaegers zoon Kaftan, dat voor een 'vriendenprijsje' van 2500 gulden optrad.
wordt vervolgd
wordt vervolgd
26.7.16
Uitbreiding
Arabella Pattefoon-Oorwurmpje: "Het doet mij een buitengewoon groot genoegen dat onze gemeente Goyse Meren mij opdracht heeft gegeven de schoonheidscommissie uit te breiden met een tweetal leden en dus heet ik vandaag twee visueel gehandicapte medeburgers welkom, dat zijn hulpagent van politie Kodde Grombauts en gewestelijke-afvaldienstemployé tweede klasse Karel Menobbel. Ik hoop op een plezierige samenwerking, laten we zulks onderstrepen met een glaasje champagne."
PROOST!
Nederlands lange mannen en de nationale luchtvervoerder
een citaat van 14 november 2013
Beenruimte
Luchtvaartmaatschappijen
zijn al een poosje bezig meer stoelen in de zogenaamde economyclass -
door diezelfde maatschapijen steevast 'cattleclass' genoemd - te
proppen. Immers hoe meer stoelen, hoe meer passagiers, hoe meer geld in
het laadje. Dat dat op lange vluchten tot gezondheidsrisico's leidt -
deep vein trombosis - zou derlui zorg moeten zijn, maar is het niet. Ik
ben 1.96 en weet er over mee te praten. Ik bel in de regel om van mijn
'gebrek' kond te doen, niet dat het helpt, zeker niet bij onze nationale
luchtvaartmaatschappij in tegenstelling tot Air Canada, waar één
belletje naar het hoofdkantoor serieus genomen wordt, lapt de KLM mijn
lengte en daarom de vraag om wat extra beenruimte aan zijn laars. In het
rijtje
van normale beenruimte bij luchtvaartmaatschappijen blijkt de KLM
bijster laag te scoren ondanks het feit, dat statistisch gezien de
Nederlanders de langste mensen ter wereld zijn. In 2000 stapte ik in
Minneapolis-St.Paul 's avonds op een vlucht richting huis, tenminste dat
poogde ik, maar het toestel was overboekt en ik kreeg het verzoek tegen
een vergoeding een nachtje over te blijven, daar had ik - mijn werk zat
erop - absoluut geen zin in. Ik werd ergens midden in een rijtje zetels
geperst, want de vraag om extra beenruimte werd als buitengewoon
ridicuul terzijde geschoven. Eenmaal in de lucht kwakte degene die voor
mij zat haar stoel achteruit op mijn knieschijven. Ik protesteerde.
Mevrouw drukte op haar belletje en prompt verscheen een trolleydolly,
die mevrouws klacht dermate serieus nam dat zij zich naar de
businessclass kon begeven. Ik bleef met pijnlijke knieën verbijsterd
achter en stuurde eenmaal thuis een briefje naar de KLM. Als antwoord
kreeg ik, behalve excuses, een flesje wijn toegestuurd, dat ik in de
gootsteen heb leeggegoten. Want zo los je problemen van lange mensen
niet op. Sindsdien mijd ik de KLM.
Kunstrubriek door drs. Barend-Otto ter Vloot 4
De lezer van deze kunstrubriek veroorlove mij een zijsprong door een moment stil te staan bij het oeuvre van Carel Loohdfaeger in plaats van bij dat van Zwadder van Rijckeborstel, hetgeen om de drommel nog niet meeviel omdat ik inmiddels wel achterhaald had dat Loohdfeager eind jaren tachtig van de vorige eeuw een prijs uit handen van Eelco Brinkman had mogen ontvangen en het bekroonde werk over de geneugten van kwartelpaté handelde, maar de titel van Loohdfaegers werk was mij onbekend. Met de nodige moeite wist ik die te achterhalen en bij een op het internet actieve tweedehandsboekenzaak heb ik "De Eikenhouten Canapé" - want zo heet het werk - kunnen bestellen, dat inmiddels naast mij ligt, nota bene met een uitreksel van het rapport van de jury voorgezeten door voornoemde Eelco Brinkman en geïlustreerd door diens echtgenote Janneke. De staatsprijs consumentenpoëzie bedroeg f.175,- en de jury bestond destijds uit de kamerleden Greetje Gabardin-Valkenstoff, Willemijn Donkergat, Rein Kruimel en drs. Bonno Schroefstra, een kwartet dat destijds furore maakte vanwege de enorme belezenheid, zo had drs. Schroefstra alle verschenen deeltjes in de reeks beeldromans over Dick Bos tweevoudig in zijn boekenkast staan. In het juryrapport werd Loohdfaegers taalvirtuositeit geprezen met name door het opwekken van eetlust, als voorbeeld werd het gedicht "Kwartel met stoofpeertjes" aangehaald, dat ik vervolgens snel opzocht in "De Eikenhouten Canapé" en hier laat volgen.
Plonkedieplonkedieplonk
De kwartel spartelt en de stoofpeer
Gnuift. Hoe heerlijk.
De stoofpeer gnuift.
De kwartel spartelt.
Ik eet de stoofpeer,
Ik eet de kwartel.
Ik gnuif, dag kwartel.
Welterusten stoofpeer.
Het smaakt naar meer.
Kort na de prijsuitreiking op het Binnenhof werd Loohdfaeger getroffen door het Spiegelsyndroom van Wroçlawsky dat lijders er aan dwingt woorden omgekeerd te noteren, zodat bijvoorbeeld de eindstroffen van "Kwartel met stoofpeertjes" als volgt door Loohdfaeger werden opgeschreven om door poëzieliefhebbers correct te worden gelezen: "kI tee ed letrawk, kI fiung, gad letrawk. netsuretleW reepfoots, teH tkaams raan reem."
wordt vervolgd
25.7.16
Brief
Een paar jaar geleden zag ik de stolperstein met jouw naam in Koblenz en ik schrijf je, alhoewel ik weet dat je vermoord werd, omdat er in Rotterdam stolpersteine verdwenen zijn, de messingplaatjes met joodse namen zijn, je gelooft het niet, gestolen. Nou denk ik niet dat om het geld gaat, zo'n plaatje is hooguit twee euro waard, dus er moet een andere reden zijn. Er zijn Nederlanders die zo'n plaatje eigenlijk maar onzin vinden en die veel liever een stolperstein zouden zien met de naam van hun opa omdat diens fiets gestolen werd tijdens de oorlog en er zijn Marokkanen die denken dat ze door het verwijderen van een plaatje met een joodse naam een belangrijke verzetsdaad plegen in het Israëlisch-Palestijnse conflict, terwijl ze totaal vergeten dat hun land al jarenlang de voormalige Spaanse Sahara bezet houdt en er zijn natuurlijk Nederlandse neo-nazi's die antisemitisme hoog in hun vaan hebben. Wie de diefstal op zijn geweten heeft weet ik niet, ik noemde een paar mogelijkheden. Het is natuurlijk wel opmerkelijk voor Nederland land dat zich jarenlang achter Anne Frank verschuilde, maar waaruit het hoogste aantal joden werd gedeporteerd, terwijl het eveneens een enorm aantal SS-ers leverde. Ik maak me ongerust Manfred, want waar men van herinneringen, zoals stolpersteine, niet afblijft, dreigt ook het maltraiteren van levenden.
Met hartelijke groet,
Wim Bloemendaal
24.7.16
Kunstrubriek door drs. Barend-Otto ter Vloot 3
Uit eigen recent onderzoek blijkt dat Zwadder van Rijckeborstel samen met Vogeltje Stuntelman (soms Stuntelmans geschreven) - Keimpema in Beetsterzwaag en omstreken ook na 1946 als de voornaamste dichters werden beschouwd van de Comateuze Wombatisten, doch in maart 1949 onstond onenigheid en heeft Van Rijckeborstel de groep verlaten om zich aan te sluiten bij de Negenenveertigers rond Carel Loohdfaeger. Vogeltje Stuntelman(s)-Keimpema heeft vervolgens met Uilkje Hamersma-Op de Tocht en Zwalkje Zomerhoveling de Comateuze Wombatisten omgevormd tot Las Wombatistas, voornamelijk bekend door hun lesbische poëzie met Chameretta Omberdink als veel bezongen middelpunt.
De Negenenveertigers gingen onder aanvoering van Loohdfaeger wonen in een gemeenschap op ornithologische grondslag - hun waarmerk was een dwarsgekuifde kromteengaai - op Schiermonnikoog, om zich daarna blijvend te vestigen te Herwijnen in de Betuwe. Van Rijckeborstel werkte onder het pseudoniem Flonkerduin in de periode 1951 tot 1963 voornamelijk aan zijn salmiakoeuvre, waarin hij op experimentele wijze de kwaliteiten van diverse dropsoorten bezong. Hier een voorbeeld uit 1955:
LAURIER
Droppiedropdropdrop. DROP. DRRRROPPPPP.
Zacht, o,o,o, LAURIER. Zuig. ZUIG. zuig. ZUIGG.G.
Droppiedropdropdrop. LAURIER SCHUDT FLES. WATER.
DDDDDDDDDDDDDRRRRRRRRRRRRRRRRRROP.
In of rond 1966 verliet Zwadder van Rijckeborstel de ornithologische woongemeenschap van Carel Loohdfaeger. Hij was inmiddels in 1951 gehuwd en zijn echtgenote Zambina van Vlokje had schoon genoeg van de strakke leiding en het gedrag van Loohdfaeger. "De man deugde niet en van enig fatsoenlijk dichtwerk was bij hem ook geen enkele sprake, hij was alleen geïnteresseerd in het baltsgedrag van de dwarsgekuifde kromteengaai en daaraan ontleende hij zijn eigen gedrag. Hoe dikwijls hij me heeft lastiggevallen met het open- en dichtritsen van zijn gulp, dat te vergelijken is met het koerfluiten van de dwarsgekuifde kromteengaai, zou ik niet meer kunnen zeggen. Op zeker moment was ik het zat en heb ik tegen Zwadder gezegd als ik nog één keer die rits hoor dan ben ik weg en zo is het precies gegaan, ik ben met ons dochterje Philippina, voor wie Loohdgaeger ook al geritst had, weggevlucht naar mijn ouders in Tiel. Veertien dagen later heeft Zwadder de woongemeenschap eveneens verlaten, overigens wel met achterlating van al zijn dichtwerk, want dat was volgens Loohdfaeger gemeenschapelijk bezit en mocht niet uit de boerderij in Herwijnen worden meegnomen. Zwadder heeft daarna zijn hele Salmiakcyclus uit het hoofd moeten herschrijven. Loohdfaeger is, ondanks het ontvangen van de Grote Staatsprijs voor Consumentenpoëzie, hij schreef een bijkans onleesbaar bundeltje gedichten over de geneugten van kwartelpaté, uit handen van Eelco Brinkman, een enorme schoft."
Bovenstaande regels las ik in een interview met Zambina van Rijckeborstel - van Vlokje uit 1991 in de Herwijnse Koerier (waarin opgenomen De Bel van Herwijnen van 1837), dat gepubliceerd werd naar aanleiding van het overlijden van Carel Loohdfaeger.
wordt vervolgd
wordt vervolgd
23.7.16
TOUR 6
Froome rijdt in de Tour op een fiets met een ovaal tandwiel. Medio jaren tachtig kocht ik een Koga Miyata randonneur, na een paar maanden verwisselde ik het crankstel voor Biopace van Shimano met een ietwat ovaal in plaats van een rond tandwiel, er werd destijds veel over geschreven en ik wilde ervaren of het inderdaad zoden aan de dijk zette. Ik ben er nooit achtergekomen ook omdat de technische verhandelingen met de tekeningen mij boven de pet gingen. Jaren later vond ik op een beurs een extreem ovaal OVUM-tandwiel, de hulpstukjes om het op een fiets te installeren waren gauw gevonden, maar ik ben nog altijd op zoek naar passende cranks.
Boven verwachting
Arabella Pattefoon-Oorwurmpje: "Het gaat boven iedere verwachting, alweer een een arbeiders-w.c. zomaar op straat, schitterend!"
Clovis Bakkeleier: "Ja en dit keer op een parkeerplek, heel Nederland zou wat landschappelijke verfraaiing betreft een voorbeeld aan Goyse Meren moeten nemen."
Kunstrubriek door drs. Barend-Otto ter Vloot 2
In "Negenendertig Jaar Vaderlandsche Poëzie: 1917-1946" van B. Zacharias Wezerik (Uitgeverij Maxima Culpa te Slappeterp, Veenhuizen & Soekaboemi, 1947) vond ik de volgende regels over Zwadder van Rijckeborstel:
"Zwadder van Rijckeborstel vormde samen met Vogeltje Stuntelman-Keimpema (haar vader herintroduceerde het voetloze Friesche drankkelkje) en Simon Smallewegje in 1938 de dichtersgemeenschap "De Comateuze Wombatisten" in Jubbega 3e Sluis, nadat Van Rijckeborstel zijn eerste gedicht reeds in 1923 had gepubliceerd in "Het Nieuwsblad voor Rottevalle e.o." De Comateuze Wombatisten stonden voor heldere doch doordachte klanken en kregen met name in Oostelijk Frieschland tegen de Groninger en Drenthsche grens zowel aanhang als navolging. Helaas koos Simon Smallewegje in 1941 voor collaboratie met de vijand en begon hij met de publicatie van propagandistisch en antisemitisch dichtwerk in "De Stormmeeuw", een uitgave van de Drenthsche N.S.B. Van Rijckeborstel en Stuntelman bleven echter het comateuze wombatisme trouw en namen duidelijk en niet zonder levenschgevaar afstand van Smallewegje die na de oorlog een publicatieverbod kreeg van drie dagen. Van Rijckeborstel en Stuntelman ontvingen daarentegen begin 1946 het bronzen verzetskruis tweede klasse. Momenteel is er van Rijckeborstel een bundel in voorbereiding met zijn oorlogspoëzie, waaruit ik, terwijl ik me gelukkig prijs, een voorbeeld kan publiceren:
Om drie uur in de appelboomgaard augustus 1944
Onderhoudsbeurten in Surhuisterveenster en Appelschaaster Plassen
Ach, hoe de zwang're tomeloze veterdans ons kan verrassen en verassen
Kijk toch, kijk toch : sukkellaarsjes met wilgenhout gezoold
Hoe gelijkstroom van de batterij gemeenschappelijk werd omgepoold.
wordt vervolgd
22.7.16
Kunstrubriek door drs. Barend-Otto ter Vloot
Natuurlijk doet het mij deugd bij tijd en wijle een oude bekende te ontmoeten, zo trof ik onlangs in een Steenwijks tuincentrum Philippina van Rijckeborstel, ik had haar sinds de late jaren zestig niet meer gezien, maar inmiddels blijkt zij gehuwd met een andere oude bekende: Karel-Johan Knoedelkamp van Fleshingen; wij noemden Philippina destijds, zij was afkomstig uit de Betuwe, steevast het fruitbazinnetje van Tiel, naar analogie van de hoofdfiguur van een strip die rond een pot jam gewikkeld was; het was een bijzonder aardig weerzien en zij beloofde mij aan het eind van ons gesprek de oorlogsgedichten van haar in 1971 overleden vader te sturen, die door de in Kockengen e.o. bekende componist Herman Krentjes in de jaren vijftig op magistrale wijze zijn getoonzet en gister ontving ik per post het beloofde, alleraardigste boekje met de oorlogspoëzie van Zwadder van Rijckeborstel waaruit ik de volgende gedichten wens te citeren:
Ziet gij februari 1942?
Ziet gij hoe de schorre kromvoet waait aan Neerlands kust?
Godes hamerteen -vanzelfsprekend onbewust - fors de ferme branding kust
Heet, heel Drenthe juicht van puur jolijt
Als het brandend braambos zich daarbij nedervlijt.
Knobbelzwaan Lente 1944
De grofgebloemde negenoog keek vanuit alle hoeken naar mistig Scherpenzeel
Zijn tranen stroomden in karig broodbeleg, genageld aan suiker maar ook kaneel
Got, o gut, o gut, riep de overjarige gynaecoloog, want hij kon de k niet zeggen
Grutto, pimpelmees en knobbelzwaan gingen ieder eieren leggen.
Botulisme aan De Kaag
Tombola der trombonisten in het bedauwde grijze lover
Gefreiter Hampelmann fier gestrekt op weg naar Dover,
Botermes, Tegenzang, Avegoor, Flinterdun en Gregoriaan
Ziet ze daar in handgebreid badpak krom gebogen staan.
wordt vervolgd
TOUR 5
De eerste etappe van de Tour van 1954 - Amsterdam o.a. via Scheveningen naar Brasschaat - werd gewonnen door Wout Wagtmans, beelden ervan zijn hier te zien en alhoewel de zescylinder Citroën Traction Avant op het dak waarvan Yvette Horner accordeon speelde niet in beeld komt, zien we haar Wout feliciteren met zijn succes. Ook Wim van Est, de andere bekende Nederlndse wielrenner uit die tijd en die in die Tour eveneens een etappe won, rijdt voorbij en de open Peugeot 203, die ik op 18 juli j.l. op dit blog zette passeert ook, net als een open Hotchkiss, waarschijnlijk een "Anjou", waarin tourdirecteur Jacques Godet zich verplaatste.
21.7.16
Gepimpt
Clovis Bakkeleier: "Arabella, Arabella, er zijn inmiddels straten die zich volledig hebben geschaard achter wat de schoonheidcommissie van de Goyse Meren voorstaat: weg met die onzinnige trottoirs die immers nergens voor nodig zijn."
Arabella Pattefoon-Oorwurmpje: "Fantastisch Clovis, dat de Bussumse burgerij zo goed begrepen heeft dat zo'n buurt als het Prins Hendrikpark zo voortreffelijk - om een modern woord te gebruiken - gepimpt kan worden, jouw foto's tonen dat in optima forma: aan beide zijden van de straat is het trottoir schitterend versierd en onbegaanbaar gemaakt."
Karnemelk
Vanmorgen ontmoette ik Ponteficalia Nuremberger, ze ziet er voor haar leeftijd - inmiddels drieënnegentig - nog steeds goed uit, al valt op haar kleding sinds haar scheiding in 1979 van Herman Worstebroodje, de bekende schilder van Terschellinger winterlandschappen, nog al het een en ander aan te merken, vooral nu de temperaturen hoogzomerse waarden bereiken ziet men overduidelijk dat het met de smaak van Ponteficalia bedroevend gesteld is: een vleeskleurige kuitbroek met kwastjes en een lila, mouwloos hesje, waarachter schamele borsten verborgen gaan en waaruit dikvlezige armen steken, die weinig appetijtelijk ogen; ze vertelde dat ze recent op vacantie was geweest in Mongolië en overnacht had in een joert en genoten had van met schapenvet aangedikte kamelenkarnemelk, waarvan ik me nauwelijks iets kan voorstellen, maar ieder zijn meug, doch Ponteficalia hield vol dat men, wanneer men op vacantie ging diende te leven zoals de autochtoon leeft, ik - lafaard die ik ben - heb haar maar niet gevraagd wat zij zou doen als ze een Afrikaanse pygmeeënstam in Oppervolta zou bezoeken die zich grotendeels in leven schijnt te houden door het verorberen van geroosterde meelwormen op smaak gemaakt met gefermenteerde bavianenurine; inmiddels heeft Ponteficalia nieuwe plannen om op reis te gaan, in augustus wil ze Drenthe bezoeken.
Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.
TOUR 4
De Chenard-Walcker CVP kreeg op zeker moment een "nez-de-cochon" omdat er in plaats van de eigen tweecylindertweetact- een viercylinderviertactPeugeotmotor werd ingebouwd. Die motor zat ook in de "202", die van voor de oorlog dateerde. Dit is zo'n vooroorlogse "202" met de leeuwtjes op de achterwielschermen die eind 1946 verdwenen, de bagageruimte was nog steeds alleen bereikbaar door de achterbank op te klappen, dat lijkt me bijster onhandig voor een materiaalwagen in de Tourkaravaan.
Lowell & Jesse
Lowell George
Om zijn sololangspeelplaat "Thanks I'll eat it here" te promoten ging Lowell George (bekend uit Little Feat) in 1979 op tournee, op 29 juni van dat jaar overleed hij in een hotelkamer in Arlington aan een hartinfarct, 34 jaar oud. Van die elpee komt dit "Cheek to Cheek" met een fraaie Mexicaans klinkende begeleiding. We hoorden Little Feat al met versterking van Bonnie Raitt, Emmylou Harris en Jesse Winchester, dit drietal zien we hier à capella in de weer. Jesse Winchester (1944-2014) was een singer/songwriter van wat tegenwoordig "americana" heet. Hij vluchtte tijdens de Vietnamoorlog van de Verenigde Staten naar Canada, waar hij zijn eerste elpee in 1970 opnam met ondermeer Robbie Robertson en Levon Helm van "The Band". Op die plaat staat zijn meest bekende nummer "Yankee Lady". Winchester kon als "draft dodger" niet op tournee in de Verenigde Staten en zelfs nadat president Jimmy Carter amnestie aan dienstweigeraars had verleend viel hij daar oorspronkelijk buiten omdat hij inmiddels tot Canadees was genationaliseerd. "Mississippi on my mind" van zijn derde elpee uit 1974 verklankt zijn heimwee.
Jesse Winchester
20.7.16
TOUR 3
De medische dienst in de Tour in, nou vooruit, 1955 in een Peugeot D3A. Oorspronkelijk verscheen de bestelwagen als een Chenar&Walcker CPV met een tweecylindertweetactmotor met een inhoud van 1021cc, vervolgens werd een viercylinder Peugeotmotor geïnstalleerd waardoor het front van de auto moest worden uitgebouwd en een piepklein neusje onstond, een zogenaamde "nez-de-cochon". Die Peugeotmotor kwam uit de 202, toen Chenard&Walcker failliet dreigde te gaan en bovendien de 202 uit productie ging en de motor dus niet meer leverbaar was werden fabriek en bestelwagen overgenomen door Peugeot die de motor van de 203 inbouwde.
Little Feat
Het was een kleine wereld rond 1970 en vermoedelijk is het dat nog, het muzikale Los Angeles. Ik pak de eerste elpee van Little Feat, kort daarvoor opgericht door Lowell George en Bill Payne. De plaat is geproduced door Russ Titelman, de foto's op de achterkant van de hoes zijn van zijn zus Susan Titelman en Susans echtgenoot Ry Cooder speelt bottleneck op wat het meest beroemde nummer van Little Feat zou worden: "Willing". Ik heb acht elpee's van de groep en ben pas gestopt met het verzamelen na de dood van Lowell George, ik had kunnen doorgaan want de band bestaat nog steeds. Bassist Roy Estrada en Lowell George kenden elkaar uit Zappa's Mothers of Invention toch is de muziek van Little Feat, net als die van de Mothers, gelukkig niet in een vakje onder te brengen.
Op de elpee "Dixie Chicken" uit 1973 staat "Fat Man in the Bathtub", geschreven Lowell George, één van de achtergrondzangeressen op de plaat is Bonnie Raitt, op de volgdende elpee "Feats don't fail me now" uit 1974 is ook Emmylou Harris mee van de partij, hier zijn de dames te zien tijdens een opname van "Midnight Special" van Little Feat, waaraan ook Jesse Winchester meewerkte, in "Dixie Chicken".
19.7.16
Buffalo Springfield
There's something happening here
But what it is ain't exactly clear
There's a man with a gun over there
Telling me I got to beware
I think it's time we stop
Children, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
There's battle lines being drawn
Nobody's right if everybody's wrong
Young people speaking' their minds
Getting so much resistance from behind
It's time we stop
Hey, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
What a field day for the heat
A thousand people in the street
Singing songs and carrying signs
Mostly saying, "hooray for our side"
It's time we stop
Hey, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
Paranoia strikes deep
Into your life it will creep
It starts when you're always afraid
Step out of line, the men come and take you away
We better stop
Hey, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
We better stop
Hey, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
We better stop
Now, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
We better stop
Children, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
But what it is ain't exactly clear
There's a man with a gun over there
Telling me I got to beware
I think it's time we stop
Children, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
There's battle lines being drawn
Nobody's right if everybody's wrong
Young people speaking' their minds
Getting so much resistance from behind
It's time we stop
Hey, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
What a field day for the heat
A thousand people in the street
Singing songs and carrying signs
Mostly saying, "hooray for our side"
It's time we stop
Hey, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
Paranoia strikes deep
Into your life it will creep
It starts when you're always afraid
Step out of line, the men come and take you away
We better stop
Hey, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
We better stop
Hey, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
We better stop
Now, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
We better stop
Children, what's that sound?
Everybody look - what's going down?
Tour 2
Op het televisietoestel zie jue nooit de
volledige tourkaravaan, het zien daarvan is voorbehouden aan het volks langs de
route en dat volk zag en ziet niet alleen fietsen op het dak. De gele Peugeot 203 meldt op de
motorkap (handig, niemand kan het lezen) “Suivez le Tour en dégustant L’Anisade de Berger”.
De auto heeft nog geen clignoteurs
– knipperende richtingaanwijzers – en dateert dus van voor 1957, het juiste jaartal
is 1954.
In de lente van 1955 verscheen de Peugeot 403,
Pininfarina tekende de carrosserie. De maximumsneldheid van de met een net geen
anderhalvelitermotor uitgeruste wagen waswas 135 km/u, maar of die snelheid
gehaald werd met een snelkookpanop het dak is natuurlijk de vraag
OV 3
Dit kan niet missen een Londense dubbeldekker, een model in blik gefabriceerd door Triang en opwindbaar met een sleuteltje. Of het een Routemaster of een AEC "Regent" is laat ik maar in het midden.
De bussen in Berlijn hadden altijd een crèmekleur, ook in 1911 hadden ze overwegend die tint, het bovendek was open met een bank in het midden in de lengterichting, beneden waren de banken in de dwarsrichting geplaatst. De bus werd gefabriceerd door Daimler.
Het balkon van deze Parijse Renaultbus uit 1934 was eveneens open, maar afsluitbaar met een ketting. Opvallend is de plaatsing van de vooras, redelijk ver achter de motor.
18.7.16
OV 2
De standaardstadsbus van DAF met een carrosserie van Hainje in Heerenveen naar een ontwerp van Werkspoor. Ik
houd van wat afwisseling dus ik vond die donkerrode stadsbussen
niet echt geslaagd, ze reden vanaf 1966 in Amsterdam en later kwam ik
ze ook tegen in de andere grote steden. Wie op het idee van dat afgrijselijke bietenrood kwam, weet ik niet, de voorgangers in Den Haag met Kromhoutmotoren en een Verheulcarrosserie zagen er heel wat frisser uit.
17.7.16
Poepen
Clovis Bakkeleier: "Wat ik ook van ganser harte toejuich is het plaatsen niet op eigen terrein maar op de openbare weg, in dit geval op het trottoir, van toiletgelegenheden voor de arbeiders die aan een Gooise woning werken."
Arabella Pattefoon-Oorwurmpje: "Ja Clovis, het vrolijkt de Gooise Meren geweldig op, eigenlijk zou er voor ieders woonte een wc-tje geplaatst moeten worden."
Clovis Bakkeleier: "Bovendien voorkomt de plaatsing van deze speciale wc's dat arbeiders onze fraaie en schone Bussumse toiletten met hun keutels bevuilen."
OV
In mijn verzameling miniatuurauto's is het openbaar vervoer ernstig ondervertegenwoordigd, dat heeft alles te maken met de schaal waarop die miniaturen gemaakt zijn. Personenauto's zijn in de regel 1:43, dan passen ze uitstekend bij treinen op schaal 0, maar bussen (en vrachtwagens) 1:50 of zelfs nog kleiner 1:64. Toch ga ik een aantal bussen op dit blog zetten, om te beginnen de eerste bus van Karl Benz, die op een route ten Oosten van Keulen reed: Siegen - Netphen - Deuz. De dienst werd op 18 maart 1895 geopend door de Netphener Omnibus-Gesellshaft mbH. Er was plaats voor acht personen in de met een 5PK-ééncylindermotor aangedreven bus. Veel verschil tussen een door paarden getroken koets en deze eerste met een verbrandingsmotor uitgeruste bus is er kwa uiterlijk niet.
Er waren eerder door stoom aangedreven bussen gebouwd, met name in Engeland, ze waren flink groter dan de omnibus van Benz uit 1895 en namen dus ook meer passagiers mee. Wanneer ik ze in miniatuur in een vitrine naast elkaar zou zetten dan klopt iets niet: de schaal is te verschillend. Sir Goldsworthy Gurney bouwde zijn eerste 'steamcoach' in 1831 en deze had naast wielen ook door stoom aangedreven voeten die behulpzaam waren wanneer de wielen slipten als de bus een heuvel op reed. Hieronder een latere 'stoombus', waarbij het idee van de voeten was verlaten, dit voertuig werd aangedreven door twee ééncylinder stoommachines die onder de wagen waren geplaatst.
Iedere afgelegde mijl kostte 37 liter water en 9 kilo kolen, de topsnelheid waarmee de veertien passagiers vervoerd konden worden lag rond de 17km/u.
Subscribe to:
Posts (Atom)