In "Negenendertig Jaar Vaderlandsche Poëzie: 1917-1946" van B. Zacharias Wezerik (Uitgeverij Maxima Culpa te Slappeterp, Veenhuizen & Soekaboemi, 1947) vond ik de volgende regels over Zwadder van Rijckeborstel:
"Zwadder van Rijckeborstel vormde samen met Vogeltje Stuntelman-Keimpema (haar vader herintroduceerde het voetloze Friesche drankkelkje) en Simon Smallewegje in 1938 de dichtersgemeenschap "De Comateuze Wombatisten" in Jubbega 3e Sluis, nadat Van Rijckeborstel zijn eerste gedicht reeds in 1923 had gepubliceerd in "Het Nieuwsblad voor Rottevalle e.o." De Comateuze Wombatisten stonden voor heldere doch doordachte klanken en kregen met name in Oostelijk Frieschland tegen de Groninger en Drenthsche grens zowel aanhang als navolging. Helaas koos Simon Smallewegje in 1941 voor collaboratie met de vijand en begon hij met de publicatie van propagandistisch en antisemitisch dichtwerk in "De Stormmeeuw", een uitgave van de Drenthsche N.S.B. Van Rijckeborstel en Stuntelman bleven echter het comateuze wombatisme trouw en namen duidelijk en niet zonder levenschgevaar afstand van Smallewegje die na de oorlog een publicatieverbod kreeg van drie dagen. Van Rijckeborstel en Stuntelman ontvingen daarentegen begin 1946 het bronzen verzetskruis tweede klasse. Momenteel is er van Rijckeborstel een bundel in voorbereiding met zijn oorlogspoëzie, waaruit ik, terwijl ik me gelukkig prijs, een voorbeeld kan publiceren:
Om drie uur in de appelboomgaard augustus 1944
Onderhoudsbeurten in Surhuisterveenster en Appelschaaster Plassen
Ach, hoe de zwang're tomeloze veterdans ons kan verrassen en verassen
Kijk toch, kijk toch : sukkellaarsjes met wilgenhout gezoold
Hoe gelijkstroom van de batterij gemeenschappelijk werd omgepoold.
wordt vervolgd