Het moet inmiddels duid'lijk zijn apostroffen en landschap'lijk schoon tieren welig in de vaderlandse provinciale gezangen. Vandaag als laatste het Zeeuwse volkslied, want het Noordbrabantse ontbreekt, men is - hoe wonderbaarlijk - in Den Bosch zo verstandig geweest geen lied op het schild te heffen en daarmee ouderwets gezwollen taal tot provinciale folklore te verklaren, daarbij past een welgemeende felicitatie. Hieronder de tekst van het Zeeuws volkslied.
Geen dierber' plek voor ons op aard,
Geen oord ter wereld meer ons waard,
Dan, waar beschermd door dijk en duin,
Ons toelacht veld en bosch en tuin;
Waar steeds d'aloude Eendracht woont,
En welvaart 's landsmans werk bekroont,
waar klinkt des Leeuwen forsche stem;
'Ik worstel moedig en ontzwem!'
Geen oord ter wereld meer ons waard,
Dan, waar beschermd door dijk en duin,
Ons toelacht veld en bosch en tuin;
Waar steeds d'aloude Eendracht woont,
En welvaart 's landsmans werk bekroont,
waar klinkt des Leeuwen forsche stem;
'Ik worstel moedig en ontzwem!'
Inmiddels heb ik ontdekt dat er zelfs voor delen van provincies apart gezang is gecomponeerd, misschien moet ik me daar nog even mee bezig houden. De afbeelding toont Adrianus-Corneel Flotsebaljuin terwijl hij zichzelf in St.Janskerke aan het ontzwemmen is.