Onder klederdracht heb ik altijd iets regionaals verstaan, ik bedoel dat
de kleren van iemand uit Twente verschilden met die van iemand uit
Drente. Maar als ik het boekje uit 1912 "Geschiedenis der
Kleederdrachten", uitgegeven ter gelegenheid van het vijfentwintig jarig bestaan der firma
H. Hollenkamp, raadpleeg, dan blijkt dat toen onder klederdracht alle
kleding werd verstaan. Het fraai geïllustreerde boekje, ontworpen en
gedrukt bij Van Leer in Amsterdam begint in Egypte en eindigt in het
begin van de twintigste eeuw. Uit het uitgebreide bijschrift bij "Een
sportfeest in de 20e eeuw" citeer ik het volgende:
"Tussen 1882 en 1900 droeg de vrouw vaak een soort tuniek, een Figaro
en Jacco-jakje. De hygiène dwong haar te breken met de verderfelijke
gewoonte zich te eng te rijgen om een dun middeltje te hebben en deed
haar schoeisel verwerpen, dat het lichaam vervormde en mismaakte. Steeds
grooter omkeer in de kleeding bracht de sport. Het rijwiel eischte ook
voor de dames een practische kleeding; al te vurige ijveraarsters wilden
een heerenkleed invoeren, doch het bleek onnoodig. Nieuwe verandering
bracht weeder de luchtscheepvaart. De vliegenierster werd gedwongen, om
de beperkte ruimte, zich in een overal even wijd, slechts van onderen
minder wijd, zelfs zeer eng kleed te steken. De "entravée" ontstond.
Bedoeld voor het er mee in de lucht gaan, gingen de jonge dames, ook op
aarde in de "jupe entravée" wandelen. In den aanvang ging het moelijk,
vele schoonen struikelden en strompelden. Daarom noemde men de
"entravée"... de strompelrok. Buitennissige dames wilden, vrij van de
aarde, in de lucht direct man worden en schiepen een kleedingstuk, dat
zij noemden: "jupe Harem" of "Harembroek". Dit kleedingstuk bracht het
niet tot mode. De sport heeft de vrouw gebracht tot de schoone, soepele
kleeding van thans, die de schoone lijn van het lichaam volgt, en
slechts ontsierd kan worden door het te vele, het te opzettelijke. De
kleedimg van de rechte lijn schiep vele en kostbare fantaisieën,
toiletten van duizenden guldens. Men ziet avondtoiletten van soepel
goudbrocaat met lichtmauve overwaasd, met een garneering van orchideeën.
De automobiles hebben voor den man de sportpet en de sportjas in zwang
gebracht en voor de vrouw een costuum, dat er weinig van verschilt. Ook
de jongens- en meisjeskleeding heeft in de laatste eeuw groote
verandering ondergaan. De wijd uitstaande meisjeskleeding, de hessen en
buisjes der jongens verdwenen in de tweede helft der 19e eeuw voor de
matrozen- en norfolkpakjes. Beider kleeding wordt steeds losser en
fleuriger en staat ook in het teeken der sport. Thans is de sport nog de
heerscheresse voor een deel der mode. Welke invloed zich na de sport op
de mode zal doen gelden. ligt in het duister."