Een appelgroene locomotief van de Franse Noordcompagnie, de "Outrance", een 4.4.0. ontworpen door Alfred de Glehn en de hoofdingenieur van de "Nord" Gaston du Bousquet. Het eerste dat opvalt is dat de locomotief een draaistel heeft, in plaats van twee losse voorloopassen. De "Outrance" was snel, zowel wat optrekken als wat topsnelheid betreft, de locomotief was dan ook gebouwd om snelle passagierstreinen te trekken tussen Parijs, Amiens en Lille. Met een trein van 140 ton aan de haak, werd de afstand Paris - Amiens (130 kilometer) in anderhalf uur afgelegd.
De "Nord"-locomotieven veranderden van kleur en werden bruin met gele biezen, het ongecontroleerde verhaal gaat dat dat gebeurde omdat het personeel van directeur James de Rothschild in een dergelijk gekleurde livrei dienst deed. Op de foto een 2.8.0. bijgenaamd "Boeuf", gebouwd voor een heel ander doel dan de "Outrance", namelijk voor het trekken van zware goederentreinen, bij voorbeeld voor de kolentreinen tussen Lens en Le Bourget. De "Boeufs" deden tijdens de Eerste Wereldoorlog echter ook dienst voor troepentransport en na die oorlog voor passagierstreinen.
Vanwege de gedrongen bouw van deze tenderlocomotief werd hij "Revolver" genoemd en hij deed dienst op de banlieubaan, de "Petite Ceinture" van Parijs, de kleur is inmiddels veranderd in een voor ons bekender donkergroen. De "Revolver", een 2.2.2., werd ontworpen door de al genoemde Gaston du Bousquet en tussen 1901 en 1906 gebouwd dor de Ateliers du Chemin de fer du Nord d'Hemmes.