Wegens geringe mobiliteit al vier maanden niet met het spoor, maar dankzij de rollator daar eergister verandering in gebracht en op naar Baarn, naar één van mijn favoriete boekwinkels. Boven verwachting ingekocht en dat benauwt, want hoe krijg ik het allemaal gelezen. Dat is een oud gevoel, dat ik ook had, wanneer ik op een verjaardag, veel boeken had gekregen en vervolgens niet wist waar ik mee beginnen moest. Vrijdag kwam ik thuis met - het al gemelde - "Hoeveel poten heeft een octopus?" door Flip van Doorn & Jonah Kahn, vol absurde weetjes, waar je in het dagelijks leven niets aan hebt, maar juist daarom door mij zeer gewaardeerd wordt en "Gebiologeerd" ("Wat een leven lang apen kijken mij leerde over de mensheid - en mezelf") door Jan van Hooff met een voorwoord van Frans de Waal, over de aanschaf van zo'n boek hoef ik geen moment na te denken, dat moet so-wie-so mee. Maar er was een reusachtige opruiming bij de winkel in de Laanstraat, honderden boeken gingen weg met 50% korting en ik vond "Reikhalzend Verlangen" van Freek de Jonge, "De lange oren van Midas. Het begin van een schrijverschap" van Gerrit Komrij en"Brieven, dagboeken en een geheime liefde" van Laurie Langenbach. Ik heb Laurie (1947-1984) in mijn Hitweek en Alohatijd gekend en ik ben verbaasd dat haar boek in 2017 in de prestigieuze "privé-domein"-reeks verscheen. Die reeks was, dacht ik voor behouden aan bijvoorbeeld de fantastische Russen Paustovskij, Toergenjev en Herzen. Ik lees zelden twee boeken tegelijkertijd en was dan ook vorige week uiterst verwonderd toen ik iemand op de televisie hoorde vertellen dat hij negen boeken tegelijkertijd las. Ik lees nu toch tegen de regel in twee boeken: beneden lees ik Komrij, boven Langenbach, beiden aan het begin van een schrijverscarrière. In beide boeken ben ik nu halverwege en het wordt hoe langer hoe raadselachtiger wat "De Arbeiderspers" heeft bewogen Rutger Vahl, die in 2014 in een doos, vol schrifturen van Langenbach, die toebehoord had aan het in 2005 overleden Amsterdamse popidool Wally Tax, gelegenheid te geven dit vaak uiterst larmoyante geschrijf tot een boek, uitgerekend in de "privé-domein"-reeks, te maken. Langenbach haalt het bij lange na niet bij Komrij: ik lees beneden met plezier, boven met tegenzin.