Millt Hinton (1910-2000) was van 1936 tot 1950 de bassist in het orkest van Cab Callloway. Oorspronkelijk opgegroeid in buitengewoon armelijke omstandigheden in Mississippi verhuisde hij op negenjarige leeftijd naar Chicago, zijn eerste instrument was viool, een instrument dat hij ook speelde in het schoolorkest, daar kwam de althoorn bij omdat hij ook in het harmonie-orkest van de Wendell Phillips High School wilde spelen. Spoedig aangevuld met bassaxofoon en tuba bij. In 1930 speelde hij tuba in de band van Tiny Parham, met wie hij ook zijn eerste plaatopname maakte. Hij wisselde de tuba in voor de besnaarde bas en trad een paar jaar op in het kwartet van violist Eddy South voordat hij zich veertien jaar lang aansloot bij het orkest van Calloway, dat wil evenwel niet zeggen dat hij - veel gevraagd bassist - geen opnamen maakte met anderen, zoals Benny Goodman. Ook waagde hij zich aan een opname met pianist Art Hodes, waardoor we in staat zijn hem solistisch te beluisteren. Art Hodes was een pianist uit de zogenaamde Chicagoschool die o.a. deze opname maakte met cornettist Wild Bill Davison en sopraansaxofonist Sidney Bechet.