26.2.20

Waarvan akte

In de rechterbovenhoek van mijn moeders geboorteakte staat een klein cijfertje, dat komt omdat de akte in 1942 werd gebruikt bij afstammingsonderzoek. Mijn ouders waren, zoals dat destijds heette, ‘gemengd gehuwd’, dat wil zeggen dat een van de partners joods was en de ander niet. Die ander, mijn moeder, moest bewijzen dat zij niet joods was. Zij diende zestien officiĆ«le bewijzen te vergaren en deze vergezeld van drie gulden vijftig op te sturen aan de ‘Gemachtigde voor Afstammingsbewijzen’ in Apeldoorn. Er was dus werk aan de winkel, eerst moest worden uitgevonden waar haar overgrootouders waren geboren, vervolgens moest hun geboorteakte en hun doopakte worden opgevraagd, daarna moest hun huwelijksakte vergezeld van dezelfde papieren van haar grootouders, ouders en van haarzelf worden opgestuurd Het kostte tijd en geld (voor ieder opgevraagd feit moest veertig cent leges worden betaald) en bovendien moest van elke akte een fotokopie worden gemaakt en daarvoor moest je destijds naar de fotograaf. Ik bewaar een mapje, waarin alle akten zitten. Ik kijk naar de papieren en hoor mijn moeder, vloekend, want dat kon ze, ('verdomde overkommelingen, wat denken ze wel!') de papieren verzamelen. Ze heeft zich zelfs op 29 maart 1942 op 39-jarige leeftijd Nederlands-Hervormd laten dopen.


Uittreksel uit het huwelijksregister van de gemeente Leeuwarderadeel. Mijn moeders overgrootouders aan vaders kant (clicken maakt het document leesbaar).