Vier mei. Zomaar wat correspondentie uit mijn vaders nalatenschap: een bevel van wat de
"Zentralstelle für jüdische Auswanderung Amsterdam" heette. Wij woonden
destijds aan het Moleneind in Drachten en mijn vader moet zich op 15
october - het bevel is op 13 october verstuurd - melden op het Adama
van Scheltema 1 in Amsterdam. Dat gaat dus - het bevel valt pas op 14
october om half vijf in onze brievenbus - niet lukken. Een telefoontje
met de boodschap van verhindering? Nee, want Joden hebben geen telefoon.
Een telegram misschien? Nee, hogerhand dient uitsluitsel te geven en
dus vinden we op de achterzijde van het bevel een gestempelde een door
burgemeester Hopperus Buma gesigneerde verklaring van verhindering.