De emoe hield aan de andere kant kant van de afrastering gelijke tred met
me. Hij wist klaarblijkelijk iets wat ik nog niet wist. Aan mijn kant
stond een tiental meters verderop een automaat. Precies een
kauwgumbalautomaat: je stopte er een vijftigcentstuk in, draaide het
weg en er verscheen geen kauwgumbal maar in dit geval een handvol mais.
Voordat ik het geld had gevonden had de emoe zijn grote snavel al in het
bakje onder de automaat. Ik aarzelde. Die snavel kwam wel heel dicht bij
mijn duim en wijsvinger, maar waarschijnlijk zou hij eten belangrijker
vinden dan bijten. En verdraaid ik kreeg geen kans de korrels mais uit
het bakje te halen, de korrels waren door de emoe al verorberd.