De laatste White-personenauto werd op speciale bestelling in 1936
gemaakt, de fabriek in Cleveland was namelijk 18 jaar eerder
overgeschakeld op de productie van vrachtwagens. De firma, ontstaan uit
een naaimachinefabriek, was al eerder van benzine in plaats van stoom
als aandrijvingsbron voor zijn auto's gaan gebruiken. Dat gebeurde rond
1910. Maar de hoogtijdagen voor het merk lagen daarvoor toen de
Amerikaanse president Taft een White gebruikte en Webb Jay
met zijn "Whistling Billy" (foto boven) bijna 120 km/u reed.
Onderstaande bestelwagen dateert uit 1902 en was een
voorbode voor de periode dat White alleen vrachtwagens ging produceren.
White maakte in de jaren dertig vrachtwagens voor elk doel, van kleine
bestelwagens voor de melkboer tot trucks met V12-motoren. In 1937 werd
een verkenningswagen voor het Amerikaanse leger ontworpen, de M3A1,
waarvan uiteindelijk meer dan 20.000 zouden worden gebouwd en die
behalve in het Amerikaanse leger ook dienst deden in het Britse,
Canadese en Russische leger. De van dezelfde neus voorziene halftrack,
de M3 (foto boven) was tot
ver na de Tweede Wereldoorlog overal te vinden. De M3 had een
zescylinder Whitemotor met een inhoud van net geen zeseneenhalve liter.
Natuurlijk kwamen er derivaten met een andere codering, die ook door
andere vrachtwagenfabrieken werden gebouwd.
In 1939/40 construeerde White onder de
naam "White Horse". een interessante bestelwagen met een viercylinder
luchtgekoelde motor achterin.
Begin 1949 werd onderstaande COE-(cab over engine)-truck geintroduceerd, de cabine kon binnen een halve minuut gekanteld worden.