Bij de Bugatti "Présidentiel" zat de bestuurder in een kiosk boven op de autorail, dat maakte een stuurstand aan beide zijden van het voertuig overbodig, maar voor de bestuurder moet dat vooral 's zomers afschuwelijk zijn geweest,
beneden hem draaiden vier grote motoren en als hij het dak van de kiosk
afnam - want dat kon - scheen de zon recht op zijn hoofd. De
constructie van de WR (Wagon Rapide) - pas later ging de autorail
"Présidentiel" heten - was te danken aan een ontmoeting van de directeur
van de État (de Franse staatsspoowegen), Raoul Dautry, en automobielfabrikant Ettore Bugatti. Dautry gaf
Bugatti op 9 augustus 1932 de opdracht tot levering van twee autorails.
Voor Bugatti's fabriek in Molsheim was dat een onverwachte zegen, want
na de crash van Wallstreet en de wereld in crisis, ging het de fabriek
niet voor de wind: "La Royale", een enorme wagen met een enorme motor
bedoeld voor koninklijke clientèle, bleek in feite onverkoopbaar en
Bugatti zat in zijn maag met een behoorlijk aantal van die motoren. Vier
ervan, achtcylinders met elk een inhoud van bijna dertien liter, gingen
in één Wagon Rapide en vrijwel meteen werden met de autorail
snelheidsproeven ondernomen, vooral nadat in Duitsland door de
Reichsbahn de "Fliegende Hamburger", in de normale passagiersdienst
tussen Berlijn en Hamburg was geïntroduceerd, die 160 km/u reed. De Wagon
Rapide haalde 166 km/u over zes kilometer en de top lag bij 172 km/u
over een afstand van 400 meter. Nadat op 30 juli 1933 de president van
de republiek, Albert Lebrun, de WR gebruikte om vanuit Parijs het nieuwe
havenstation in Cherbourg te openen kreeg het railvoertuig de naam
"Présidentiel". Inmiddels gingen de snelheidsproeven door en in een
advertentie meldde Bugatti een snelheid van 196 km/u: een wereldrecord
voor een railvoertuig. Na het succes van de beide prototypes van de
"Présidentiel", kwamen er opdrachten voor de bouw van meer en kwamen er
eveneens andere types, allemaal met een kiosk. er werden zelfs WR
Triple's gebouwd, een driedelig railvoertuig, waarbij de verhoogde
kiosk op het midddelste voertuig stond, dat het zicht op de baan
abominabel was, begrijpt zelfs een leek. De bouw van autorails - in
diverse vormen - was trouwens de redding voor Bugatti, zeer
waarschijnlijk was de fabriek, net als zovele andere autofabrieken, in
de jaren dertig ondergegaan. In 1958 waren de meeste Bugatti's van de
Franse rails verdwenen, in het Middellandse zeegebied reden er nog vier
van het Type "Surallongé" (met twee motoren) met een topdienstsnelheid
van 140 km/u.
Hierboven een foto van de kiosk van een "Presidentiel", zoals hij staat opgesteld in het spoorwegmuseum in Mulhouse.