22.1.09

Terug

Op 30 december waren we naar Bredevoort en net zoals in Alkmaar de victorie begon, begon in Bredevoort de ellende. Eigenlijk begon hij al eerder, maar ik heb geen trek om op de Nederlandse Teloorwegen te blijven kankeren, al dient de volledige directie van dat bedrijf een daglang de noodtrappen van het station Arnhem op en af te worden gejaagd, om er achter te komen wat het de clientèle nu al maanden aandoet. In Bredevoort aten we in een middeleeuwse herberg en vermoedelijk liep ik daar, dacht ik, een salmonellavergiftiging op. In ieder geval was ik 's avonds doodziek. Op 2 januari - ik ben nu eenmaal niet het type, dat ogenblikkelijk een arts aan zijn sponde roept - kwam de huisarts en die constateerde een virusinfectie. Ik krabbelde uiterst moeizaam weer op, bezat geen energie om ook maar iets op dit blog te zetten. Het bouwen van een modelautootje (schaal 1:72) ging nog net. Toen in de jaren twintig en dertig Citroën de Sahara en de Gobi doortrok, gebeurde dat met 'halftracks', met auto's achter voorzien van rupsbanden. Die rupsbanden waren een uitvinding van Adolph Kegresse, een Fransman, die het tot hoofd van de garage van de Russische tsaar had gebracht, maar die na de revolutie teruggekeerd was naar zijn vaderland. De Rolls-Royce van de tsaar werd Lenins voertuig, 's zomers op vier wielen, 's winters voor met ski's voor en rupsbanden achter. Dat voertuig, Lenins Rolls, werd gebouwd. Inmiddels verloor ik vijf kilo lichaamsgewicht en bleef ik doodvermoeid. Na een bezoek aan de dokter weet ik de oorzaak: ik heb suikerziekte.