8.7.11

Garsjin


Vanwege de kaft zou ik het boek niet gekocht hebben en na het lezen van het verhaal "De Beren" in de gelijknamige bundel verhalen* van Vsevolod Garsjin (foto), vraag ik me af of de ontwerpster de geschiedenis wel gelezen heeft: want er is geen sprake van vechtende beren, maar van zigeuners die de beren met wie ze optreden dienen af te maken. De naam Garsjin deed echter een belletje rinkelen en ik liet het boek inpakken. Thuis pakte ik Karel van het Reves "Geschiedenis van de Russische literatuur"** en zocht naar Garsjin, aan hem heeft Van het Reve bijna tien pagina's gewijd. Garsjin werd in 1855 geboren op een landgoed in de Oekraine, vocht als vrijwiller in de Russisch-Turkse oorlog van 1877, raakte gewond, herstelt moeizaam in Petersburg en wordt na een bevordering tot vaandrig in 1879 uit militaire dienst ontslagen. Inmiddels was zijn verhaal "Vier dagen" gepubliceerd en wie iets van de verschrikkingen van welke oorlog dan ook wil begrijpen moet dit verhaal lezen: "Maar de dood komt niet en neemt me niet mee. Ik lig hier maar, onder die verschrikkelijke zon, zonder een druppel water om de brand in mijn keel te blussen, terwijl het lijk me ziek maakt. Het is uit elkaar aan het vallen, er rollen myriaden maden uit te voorschijn. Wat een gekrioel. Als hij is opgevreten en er alleen nog botten en een uniform van hem over zijn is het mijn beurt. Ik zal er net zo uit komen te zien."
Garsjin leidde zijn hele leven aan depressies en werd verscheidene keren op genomen. Een van de verhalen ("De rode bloem"), in de door Hans Boland samengestelde en vertaalde bundel, speelt in een psychiatrische inrichting. Het behelst de opname in het instituut van een inspecteur voor de geestelijke gezondheidszorg namens Zijne Keizerlijke Majesteit Peter de Eerste: "De administrateur van het gesticht, die aan een bureau vol inktvlekken de nieuwe patiënt inschreef in een groot, beduimeld cahier kon een glimlach niet onderdrukken".
Garsjin is, zoals zoveel andere Russische schrijvers, in staat op sublieme wijze een landschap te schilderen, hij doet dat o.a. in het begin van het titelverhaal: "Belsk is een steppestadje en ligt aan de rivier de Rochla, die hier een paar flinke lussen maakt met een web van beekjes en slootjes ertussen. Het lijkt een kluwen van blauwe linten, wanneer je op een helder zomerdag vanaf de rechteroever neerkijkt op het rivierdal, meer dan honderd meter beneden je. Als je naar boven klimt, naar waar de eindeloze steppe begint, moet je je vasthouden aan de struiken - kardinaalsmuts, brem, pimpernoot - want de helling is heel steil, alsof hij met een reuzenmes is afgesneden. Vanaf de top kun je wel veerig kilometer ver kijken."
In 1882 verscheen Garsjins eerste bundel verhalen, in 1885 zijn tweede. Maar zijn gezondheid ging achteruit, hij was bang dat hij opnieuw gek zou worden en zou moeten worden opgenomen.
In de zomer van 1887 sprong hij van de derde verdieping van zijn huis in het trapportaal. Een paar dagen later overleed hij.

* De Beren en andere verhalen, Vsevolod Garsjin - Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 2011, ISBN 9789025368852/NUR304 **Geschiedenis van de Russische literatuur. Van Wladimir de Heilige tot Anton Tsjechov, Karel van het Reve, vierde druk, oktober 1985, G.A. van Oorschot, Amsterdam, ISBN 9028205926.