Geertruida Lamzak-Vogelensangh, duidelijk meer geïnteresseerd in wat er naast dan wat er op het veld van de rollatorvoetballers gebeurde, vond het ook noodzakelijk duidelijk te maken dat het vervoer van publiek op landbouwwerktuigen naar wedstrijden verboden was, het begrip naboarschap diende uit Amsterdam te worden verbannen, dat had alles te maken met het verleden toen Trui's grootmoeder in januari 1945 voor een half pondje roomboter haar hele juwelenkist bij een Twentse boer had moeten inleveren, "naboarschap graaiboarschap" riep Trui. Ook de Bollensnollen, liet ze weten, moesten ver van de wedstrijden blijven, vermoedelijk bedoelde ze de Snollebollekes, ook hier had ze een afdoend antwoord klaar "in Amsterdam hebben we zelf voldoende temeijes". Belangrijker was het dogma dat de voorzitter van de club zelf een meer dan tachtig jaar oude rollatorgebruiker moest zijn en zo kwam Teake Fannemiddei in zicht. Oorspronkelijk kwam Teake uit Houtigehage, maar nadat hij zo'n vijftig jaar geleden een relatie gekregen had met Lukas Köpröl uit Debrecen leek het hem verstandiger naar Amsterdam te verhuizen. Teake stelde verder graag zaken uit als er 's morgens brood moest worden gehaald dan mompelde hij: "Dat kin vannemiddei ek wol". Zo veranderde zijn echte achternaam Brolstra in Fannemiddei.