Maurice Ravel, de componist, had natuurlijk ook op een auto van zijn vader kunnen rijden. Ik schrijf met opzet op en niet in, want vader Ravel (Pierre-Joseph), een Zwitsers ingenieur, bouwde voor 1900 een paar auto's en destijds zat men niet in maar op auto's. Hij bouwde een door stoom aangedreven auto, een tweetactmotor aangedreven door carbid, een auto die maximaal zes kilometer per uur reed en een auto die een koprol kon maken. De laatste werd onder meer aangeschaft door het Amerikaanse circus Barnum & Bailey, maar op zeker moment ging het daar fout en verongelukte de chauffeur. Pierre-Joseph werkte ook in Spanje bij de spoorwegen.