23.3.08

Styrofoma 8

Ik liep langs het water verder naar het centrum, de tram achterna. Ik had een probleem: hoe kreeg ik mijn fiets, die in de gang bij de Van Brockhorsts stond, terug. Zonder fiets was ik nergens en kon ik morgenvroeg ook niet naar school. Ik draaide om en besloot eerst maar eens mijn fiets te gaan halen, onderweg zou ik wel een smoes bedenken. Ik kon zeggen dat ik me niet lekker voelde en dat Styra alleen naar “Love is a many-splendored thing” was gegaan.
Ik hoorde mijn naam roepen: “Broof, Broof, wacht op me”. Styra was een halte verder uitgestapt en kwam nu achter me aangerend. “Waarom ben je verdomme zonder iets te zeggen uit de tram gestapt, dat is toch belachelijk!”, zei ze hijgend. “Het is even belachelijk Froko aan zijn neus te hangen dat we samen onderweg zijn naar een rotfilm. Wat gaat dat hem aan?” “Rotfilm, rotfilm? Dat had je vrijdagavond ook meteen kunnen zeggen, dat je er geen zin in had, dan hadden we wat anders kunnen gaan doen. Naar Meijendel bijvoorbeeld.” “Ja, jij op je brommertje en ik me het leplazerus trappend om je bij te houden zeker?” “Het is maar een voorstel, we kunnen....” “Ja, we kunnen veel, we kunnen naar Voorburg, naar Kijkduin, naar Wateringen.... , maar dat moet ik wel allemaal op de fiets en dat vind ik geen probleem, maar ik verdom het achter jouw brommertje aan te spurten.”