Behalve Voisin, die n.b. zijn auto's onder het merk Avions Voisin in de markt zette, waren er na de Eerste Wereldoorlog andere Fransen, die de nodige faam met de bouw van vliegtuigen hadden verworven, die het - zij het beduidend minder revolutionair dan Voisin - met auto's probeerden. Blériot bouwde in de vroege jaren twintig een miniem wagentje met een tweecylindertweetactmotor en aan de ander kant van het prijsscala was er Farman, met een luxe voiture waar vanaf viel te zien dat er vliegtuigingenieurs aan het ontwerp hadden meegeholpen. Salmson, bouwer van vliegtuigen, maar vooral bekend als één van de allereerste constructeurs van speciale vliegtuigmotoren was verstandiger: men startte in 1919 met de licentiebouw van een Engelse lichte auto, de G.N. Het werd een succes en langzaam maar zeker werd de G.N. meer een Salmson, bovendien werden de auto's herkenbaar door het Andreaskruis voor de radiateur.