22.1.19

Verleden tijd 7

Ik ging in september 1953 naar een school, een school waarvan de naam inmiddels veranderd is, net als de naam van al die andere scholen die nu anders heten: bewaarschool, fröberschool, lagere school, ULO, MULO, HBS - ik ging naar de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, kort gezegd de kweekschool en ik heb die afgemaakt, ik heb hem moeten afmaken, terwijl ik de school liever in de andere  betekenis van het woord had willen afmaken. Want vooral de eerste twee jaren waren bar en boos. Er waren leraren, die op geen enkele manier behoorlijk les gaven, integendeel. Er was een dominee - hij gaf natuurlijk maatschappijleer, want je werd geacht les te  krijgen in de maatschappelijke maar ook in de christelijke deugden - die tijdens zijn eerste les een papiertje uitdeelde waarop wij leerlingen dienden mee te delen of wij geloofden ja of nee. Ik aarzelde en schreef op dat ik aarzelde, maar dat kon niet volgens dominee, je geloofde in de Heer of je geloofde niet in de Heer. Degeen met een hoofdletter natuurlijk, zoon van God en zo. Een andere wat  morsige heer (met een kleine lettter) dicteerde van ieder lesuur zo'n negentig procent en we hadden  naast zijn dictaat de door hem geschreven lesboeken te gebruiken, kortom eigenlijk waren er een paar onderwijzenden die precies aangaven hoe het niet moest. De enige waar ik prettige herinneringen aan bewaar is de leraar tekenen, hij is ook de enige die ik, lang nadat ik de kweekschool had verlaten, nog eens heb opgezocht en van wie ik me de straat herinner waar hij woonde, de Hendrik van Deventerstraat. Henk Baaren, want zo heette hij, maakte me bovendien nieuwsgierig naar bouw- en meubelstijlen. Nieuwsgierighied opwekken, zoals een goed onderwijzer betaamt.