17.3.08

Styrofoma 2

Ik mocht dan een houtenklaas zijn, ik was een veel gevraagd gast, niet alleen op de verjaarspartijtjes van de leerlingen uit mijn klas, maar ook van die in lagere en zelfs in hogere klassen. Niet omdat ik zo’n aangenaam danseur of causeur was, maar vanwege mijn grammofoonplaten. Ik herinner me, dat ik zelfs een feestje in een tuinhuisje van de ouders van Hermina Onderdewei, die twee klassen hoger zat, heb bezocht, enkel en alleen omdat het tuinhuisje geen electriciteit en ik een opwindbare koffergrammofoon en de bijbehorende achtenzeventigtoerenplaten bezat. Ik zat op alle feestjes naast de grammofoon, draaide mijn platen en dronk limonade. Ik vermaakte me opperbest en mocht aan het eind van de avond als de paartjes traag, tegenelkaar hangend, over de vloer schoven, graag even een razendsnel nummer als "Twelfth Street Rag" van Kid Ory opzetten. Dat viel, vooral bij de heren, niet in goede aarde.
Ik had alleen maar jazzmuziek en was streng in de leer, zo sloeg ik beide gospelnummers op de elpee van Bunk Johnson en de Yerba Buena Jazz Band, altijd over, omdat ik vond, dat op geestelijke muziek niet gedanst behoorde te worden.
Styra hield van Victor Silvester. Dat was ernstig. Ik had net omgang gehad met een buitenschools meisje, maar er een eind aangemaakt omdat ze Max van Praag en Eddy Christiani hoog in haar vaan had. Waarom hielden meiden altijd van echt verkeerde muziek? Chris Barberadeptes kon je tenminste nog trachten te bekeren, door ze naar King Oliver of Jelly Roll Morton te leren luisteren. Maar Silvester?
Ze vroeg of ik plannen had voor zondag en natuurlijk antwoordde deze sukkel: “Nee”. “Zullen we naar de bioscoop gaan? “Love is a many-splendored thing” draait in de Asta, die moet erg goed zijn.” De titel zei me niks. “Hij is opgenomen in Hongkong en gaat over de onmogelijke liefde tussen een Amerikaanse reporter en een Chinese dokter”.