20.3.08

Styrofoma 5

Als ik een vent geweest was, zou ik de staf gebroken hebben over de fondantpianeur, maar ik zei laf, dat ik nooit van Liberace gehoord had. “Wat”, bromde Van Brockhorst, “Styra geeft hoog op over je muzikale kennis en je hebt nog nooit van Liberace gehoord?” “Nee, de naam zegt me niks, wat voor soort muziek speelt hij?” “Klassiek, maar daar gaat het bij mij niet om, het gaat mij om de opnametechniek. Het is fantastisch. Ik zal je het even laten horen. Van Brockhorst schoof de deurtjes van een radiomeubel open en zette een plaat op.” Hoor hoe het op de plaat is gezet: zo moet een piano te klinken. Maar ga zitten, je moet dit zittend, als in een concertzaal, ondergaan.” Hij draaide de volumeknop open. De plaat was inderdaad voortreffelijk opgenomen en vermoedelijk gloednieuw, want je hoorde geen spettertje of kraakje.”Nou?”, vroeg Van Brockhorst. “Goed opgenomen”, zei ik. “Dat bedoel ik. ” “Maar dat is toch niet de verdienste van Liberace?” “Toch wel, toch wel, want hij stelt heel hoge opname-eisen en bovendien, wat is er mis met zijn pianospel?” “Het is een gloednieuwe plaat, naar ik aannneem?” “Gister pas gekocht bij Caminada. Maar wat vind je ervan? Van zijn spel bedoel ik.” “Het is niet mijn soort muziek, maar het is goed opgenomen.” “Ik hou van kraakheldere muziek, daarom luister ik ook naar de draadomroep, ongestoord luistergenot, meneertje!” Draadomroep herinnerde ik me van mijn oom Ponter: een goudkleurig kastje op een plankje in de hoek van de kamer en een grote bruinbakelieten knop, waaraan oom Ponter gedurig draaide. Draadomroep was iets als radio voor minderbedeelden, vreemd dat Van Brockhorst, die een ambassadeurssalaris opstreek er zo hoog van opgaf.