24.12.08

Mantgum 9

Uit het interview met de ‘Leeuwarder Courant’ citeer ik: ‘ Een bijzondere vrouw die Neeltsje Bosch. Ze heeft pretoogjes en zegt van zichzelf, dat ze een ‘fleurich aerd’ heeft. Dat moet ook wel, want alleen de ouderen weten hoe moeilijk zij het gehad heeft. Heit was boerenarbeider en later koemelker. Ze waren met z’n vijven als kinderen. mem werd ziek toen een van haar zoons kort na zijn emigratie naar Amerika overleed.* Dat was in 1912. Ze is er nooit overheen gekomen. Later kwam er een zwaar gehandicapte tante in huis. Neeltsje heeft mem en tante vele jaren verpleegd. Haar beste jaren zijn er mee heen gegaan. (.....) Neeltsje Bosch heeft de Mantgumer gemeenschap onschatbare diensten bewezen asl ziekenverpleegster en kinderverzorgster. Verder toog ze vele jaren achtereen met de jeugd naar het Rauwerder bos, ze gaf leiding aan de zondagsschool en als oppas vertelde ze de kinderen zelf gemaakte verhalen. Dat is te zeggen: het begin van zo’n verhaal ontleende ze soms aan een boek en de rest fantaseerde ze erbij. Die verhalen hebben haar bij de jeugd beroemd gemaakt en dat weet ze zelf. ‘As it wêze moat, kin ik de master út skoalle wei fortelle’. Sommige ouders hebben het ook ondervonden. Lezen ze ‘s avonds hun kinderen een mooi verhaal voor, zegt de lieve jeugd: ‘Dat is net wier, dat forhael is hiel oars. ‘Nee’, zegt heit, ‘zo staat het in het boek. Jawel, maar de versie van Neeltsje blijkt de jeugd veel meer aan te spreken en dus kan heit het boek wel dicht slaan.’
*Alhoewel ik me (nog) niet in de genealogie van de familie Bosch verdiept heb, heb ik wel in het immigratieregister van Ellis Island (waar vanaf 1892 immigranten de Verenigde Staten binnen kwamen) naar de naam Bosch gezocht, er komen twee mensen in aanmerking: een Taeke Bosch (22 jaar oud) arriveert in 1907 afkomstig uit Leeuwarden en een Siebe Bosch (27 jaar oud) arriveert in 1908, eveneens afkomstig uit Leeuwarden.