13.12.08

Taxi 13

Na 1945 kreeg Parijs dus geen uniforme taxi. Behalve de vooroorlogse Renault KZ11, vervulden Citroëns Traction Avant (waar klaarblijkelijk anders tegenaan werd gekeken, dan voor de Tweede Wereldoorlog), Renaults Colorale en Frégate, Panhards Dynabreak en Dyna 54, Peugeots 203 en 403, Fords Vedette en Simca's Ariane (n.b. ontwikkeld uit de de Vedette, maar dan met een viercylindermotor) de rol van aanvullend publiek vervoer.

Traction Avant Normale uit 1953, in de praktijk dikwijls uitgerust met een dakrek voor de bagage, want de kofferbak mocht nauwelijk naam hebben.

De Renault Frégate werd van 1951 tot 1960 geproduceerd.

De Dyna was ongetwijfeld de zuinigste taxi en zowel bij de taxionderneming G2 als G7 deed deze auto dienst, in een advertentie stelde Panhard dat zodoende ieder jaar bijna 2 miljoen liter benzine werden bespaard.

In 1953 verscheen het tweede type Vedette: hij kreeg een uitgebouwde koffer. De wagen werd er niet fraaier door, maar Ford Frankrijk had het idee dat vernieuwing noodzakelijk was, om beter met de Renault Frégate te kunnen concurreren.

Simca (Société Industrielle de Mécanique et de Carosserie Automobile) voor de Tweede Wereldoorlog onstaan als firma, die Fiats in licentie bouwde) nam in 1954 de Franse Fordfabriek over en het derde type Ford Vedette ging Simca Vedette heten. In de lente van 1957 verscheen de Ariane, in plaats van een achtcylindermotor, had hij een een viercylindermotor. Eind 1958 nam Simca ook de taxionderneming G7 over en werd de Ariane de vervanger van de Dyna.